ECLI:NL:GHAMS:2013:4874
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- B.A. van Brummelen
- E.M. Vrouwenvelder
- A.H.R.M. Denie
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de verlenging van de geldigheidsduur van een invoercertificaat en de verbeurdverklaring van zekerheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [A] tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin het verzoek om verlenging van de geldigheidsduur van een invoercertificaat door het Productschap voor Pluimvee en Eieren is afgewezen. Het Productschap had op 19 mei 2008 de verlenging van het invoercertificaat afgewezen en de bijbehorende zekerheid van € 171.645 verbeurd verklaard. De rechtbank had het beroep van [A] ongegrond verklaard, waarna het hoger beroep bij het Gerechtshof Amsterdam werd ingediend op 1 februari 2012.
De kern van het geschil betreft de vraag of er sprake is van overmacht, zoals bedoeld in artikel 39 van Verordening 376/2008, die zou rechtvaardigen dat de geldigheidsduur van het invoercertificaat verlengd zou moeten worden. [A] stelt dat er abnormale en onvoorzienbare omstandigheden zijn die de invoer hebben belemmerd, terwijl het Productschap dit betwist. Het Hof oordeelt dat de omstandigheden die door [A] zijn aangevoerd, geen overmacht vormen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de niet-tijdige levering van producten door de producent in Argentinië een normaal bedrijfsrisico is en dat [A] als ervaren marktdeelnemer op de hoogte had moeten zijn van de gebruikelijke praktijken in de sector.
Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Productschap op goede gronden heeft geoordeeld dat de verbeurdverklaring van de zekerheid rechtmatig was. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. Er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de kosten, en het Hof is onbevoegd om te oordelen over het verzoek om schadevergoeding.