Uitspraak
mr. E.H.J. Slagerte Amsterdam,
mr. M.N. Mensete Haarlem.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de financiële afwikkeling van een managementovereenkomst tussen [appellant] en de besloten vennootschap [geïntimeerde]. Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 6 augustus 2013 arrest gewezen in hoger beroep, waarbij het hof de vorderingen van [appellant] heeft afgewezen. De zaak betreft een geschil over de betaling van verschillende bedragen door [geïntimeerde] aan [appellant]. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vorderingen van [geïntimeerde] toegewezen en die van [appellant] afgewezen. Het hof heeft in eerdere tussenarresten [appellant] toegelaten tot het bewijs van zijn stellingen, waaronder de claim op een commissie van € 64.513,64 uit sponsorcontracten.
Tijdens de procedure zijn getuigen gehoord die verklaringen hebben afgelegd over de beëindiging van de samenwerking en de financiële afwikkeling. De getuigen bevestigden dat er in juli 2008 een eindafrekening is gemaakt, waarbij een bedrag van € 16.689,65 is overeengekomen dat door [geïntimeerde] aan [appellant] is betaald. Het hof oordeelde dat deze betaling strekte tot finale kwijting over en weer, wat betekent dat [appellant] geen verdere aanspraken kan maken op basis van de sponsorcontracten die na de beëindiging van de samenwerking doorliepen.
Het hof concludeert dat de vorderingen van [appellant] niet voor toewijzing in aanmerking komen en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Haarlem. [appellant] wordt in de kosten van het hoger beroep verwezen, die zijn begroot op € 530,- aan verschotten en € 8.970,- voor salaris advocaat. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 6 augustus 2013.