Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Hyundai Dealer Finance,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep in kort geding van de besloten vennootschap BUSINESS FINANCIAL SERVICES B.V. (hierna: BFS) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De zaak draait om de verhouding tussen een kort geding en een bodemprocedure, waarbij het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 30 juli 2013. BFS had een akte ingediend met een productie, waarop de geïntimeerde had gereageerd. Het hof heeft BFS in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over een stelling van de geïntimeerde dat BFS ook een bodemprocedure had aangespannen. BFS heeft vervolgens het vonnis van de rechtbank Noord-Holland in de bodemzaak ingebracht, waarin haar vorderingen integraal waren afgewezen.
Het hof oordeelt dat de rechter in kort geding gebonden is aan de beslissing van de bodemrechter, ongeacht of deze beslissing in een tussenvonnis of eindvonnis is gegeven. BFS heeft niet aangetoond dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die een afwijking van dit beginsel rechtvaardigen. Daarom heeft het hof, net als de voorzieningenrechter, de vorderingen van BFS afgewezen.
De slotsom van het hof is dat het hoger beroep faalt en het vonnis waarvan beroep wordt bekrachtigd. BFS wordt veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep, die zijn begroot op € 299,= aan verschotten en € 1.341,= aan salaris advocaat. Het arrest is openbaar uitgesproken op 24 december 2013.