Uitspraak
mr. V.F.G. Nowak, kantoorhoudende te Maastricht,
mr. A.L.W.G. Houtakkers, kantoorhoudende te Maastricht.
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
overheadte reduceren met 50 fte.
in artikel 9.9 CAO NU [Nederlandse Universiteiten, OK] wordt gesproken over organisatie-eenheden. Binnen de organisatie-eenheden waarop de inkrimping betrekking heeft, dient afgespiegeld te worden. In (…) het Bestuurs- en beheersreglement Open Universiteit Nederland worden de huidige organisatie-eenheden genoemd. Indien 3 faculteiten worden samengevoegd tot 1 nieuwe faculteit dan dient binnen deze nieuwe eenheid afgespiegeld te worden, omdat de inkrimping betrekking heeft op de nieuwe organisatie-eenheid (…). (…) een aparte afspiegeling leidt tot hetzelfde resultaat als een gezamenlijke afspiegeling. (…) Er is aldus voor gekozen om de vier “oude organisatie-onderdelen” als één geheel te zien en binnen deze totale groep af te spiegelen en de medewerkers die resteren vervolgens te verdelen over BD en GSO (…)”.
Waar we er na ons juridisch overleg van afgelopen maandag nog van uitgingen dat de O[pen ]U[niversiteit]-brede systematiek en de door [de bestuurder] gekozen systematiek beide juridisch juist zouden kunnen zijn, zijn wij er inmiddels van overtuigd dat er juridisch maar 1 juiste systematiek is, namelijk de O[pen ]U[niversiteit]-brede”.
De [ondernemingsraad] verzoekt u nadrukkelijk om de hiërarchische laag ‘Hoofd service centrum’ – drie functies met UFO-profiel afdelingshoofd [Ondernemingskamer: UFO is Universitair Functie Ordeningssysteem] – uit het organigram van de GSO te schrappen (…). Bovendien wordt op die manier de overhead binnen de organisatie verder gereduceerd, en kan er een bijkomende kostenreductie gerealiseerd worden. (…)”.
de [ondernemingsraad blijft] overtuigd dat de hoofdstructuur van de directie GSO te veel managementlagen bevat. De afdeling kan volstaan met één laag minder. De directeur van de GSO opereert op het strategische niveau en maakt van daaruit de vertaling naar het tactische niveau. De clusterhoofden opereren voornamelijk op het tactische niveau, en vertalen van daaruit naar het operationele niveau, waar resultaatverantwoordelijke teams of procescoördinatoren het operationele niveau invullen. De drie sectorhoofden (hoofd servicecentrum) zijn volgens ons een onnodige en overbodige luxe in de huidige context. (…) De [ondernemingsraad] is van mening dat leidinggevenden met tactische lijnverantwoordelijkheid niet de meest geschikte uitvoerders van grootscheepse veranderingen zijn. Dergelijke ingrepen worden best door programmamanagers uitgevoerd (…)”
.
De [ondernemingsraad] verzoekt om – gezien de financiële toestand van de instelling – de twee nieuwe formatieplaatsen voor de afdelingshoofden binnen de bestuursdienst niet in te vullen met het UFO-profieldirecteur dienst
, maar (…)afdelingshoofd
, en ook het gewicht in de rest van de formatie nogmaals tegen het licht te houden.”
De [ondernemingsraad] vindt (…) dat de (leidinggevende) functies binnen de bestuursdienst erg hoog worden ingeschaald”.
De [ondernemingsraad] verzoekt om de drie formatieplaatsen van de hoofden bedrijfsvoering binnen de nieuwe faculteiten niet in te vullen met het UFO-profieldirecteur bedrijfsvoering,
maar met het profielcoördinator bedrijfsvoering
(…)”
In het licht van de benarde financiële positie en de beoogde bestuurlijke vereenvoudiging van de [open universiteit] vindt de [ondernemingsraad] dat de huidige invulling van de functie van hoofd bedrijfsbureau door een UFO-profiel ‘directeur bedrijfsvoering’
een te hoge invulling is. De [ondernemingsraad] wil het aantal directeursfuncties binnen de organisatie zo minimaal mogelijk invullen (…)”.
De [ondernemingsraad] suggereert op meerdere plekken in dit advies concrete mogelijkheden om een extra financiële ombuiging te realiseren, met name door drie leidinggevende functies te schrappen binnen de GSO en een vijftal andere leidinggevende functies binnen de BD en de faculteitsbureaus formatief in te vullen met ‘goedkopere’ UFO-profielen”
(…) de [ondernemingsraad] [blijft] bezorgd over de financiële toekomst. (…)”.
de [ondernemingsraad] verzoekt u (…) om de systematiek te herzien en de ontslagvolgorde opnieuw te bepalen ten aanzien van de [Open Universiteit] als één geheel, en ondubbelzinnige duidelijkheid te scheppen over de aard en volgorde van de criteria voor het bepalen van de ontslagvolgorde”
(...) bij het bepalen van de ontslagvolgorde [wordt] naar de mening van de [ondernemingsraad] een onjuiste systematiek gehanteerd en wel om twee redenen. Enerzijds is niet duidelijk welke criteria [de bestuurder] hanteert voor het bepalen van de plaatsings- en ontslagvolgorde. (…) Anderzijds kiest [de bestuurder] voor het opsplitsen van de [Open Universiteit] in 4 organisatie-eenheden waarbinnen de ontslagvolgorde wordt bepaald. Hierover heeft op 17 juni 2013 juridisch overleg plaatsgevonden (…), maar het overleg heeft niet geleid tot een gemeenschappelijke visie over de grondslag van de reorganisatie. De [o]ndernemingsraad is er meer dan ooit van overtuigd dat de huidige keuze onjuist is. De [Open Universiteit] dient in dit verband als één geheel te worden beschouwd (…)”.
OR-advies, punt 5:
De werknemersorganisaties voeren nogmaals aan artikel 9.9 sub a cao NU aldus te interpreteren dat ‘de organisatie-eenheid waarop de inkrimping van toepassing is’ de gehele [Open Universiteit] betreft. Bij het bepalen van de ontslagvolgorde dient daarom ook de gehele [Open Universiteit] als organisatie-eenheid aangemerkt te worden”.
Voor zover het bij de te vervallen arbeidsplaats(en) om uitwisselbare functies gaat, wordt de ontslagvolgorde per categorie onderling uitwisselbare functies als volgt vastgesteld: a. Per instelling of organisatie-eenheid en categorie uitwisselbare functies worden werknemers met het kortste dienstverband binnen de instelling het eerst voor ontslag in aanmerking gebracht (…)”.
Voor zover het bij het vervallen van arbeidsplaats(en) als gevolg van een reorganisatie om uitwisselbare functies gaat, (…) wordt de ontslagvolgorde per categorie onderling uitwisselbare functies als volgt vastgesteld: a. binnen de organisatie-eenheid waarop de inkrimping betrekking heeft, worden werknemers met het kortste dienstverband binnen de instelling het eerst voor ontslag in aanmerking gebracht”.
3.De gronden van de beslissing
enkel de UFO-indeling”) zich verhouden tot de criteria die blijken uit het personeelsplan (
‘last in, first out’). In het midden kan echter blijven of de motivering van het besluit op dit punt tekort schiet, aangezien de ondernemingsraad dit onderdeel van zijn advies niet aan het onderhavige beroep ten grondslag heeft gelegd.