Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
,met producties;
2.Feiten
3.Beoordeling
Sachwertvan € 297.203,77 en een
Verkehrswertvan € 243.310,01 en in juli 2005 heeft ING het hypotheekbedrag van € 265.000,- beschikbaar gesteld voor aflossing van de bestaande leningen van (toen) € 192.000,- (Duitse Volksbank) en € 55.322,- (Interbank); uit het restant van (bijna) € 18.000,- zijn de oversluitkosten gefinancierd. Het annuïtaire deel van de lening is in oktober 2005 verhoogd met € 15.000,- (tot € 280.000,-) omdat de wegens vervroegde aflossing aan de Duitse Volksbank verschuldigde boete hoger was dan bij de offerte van mei 2005 was voorzien.
onder meer om de hypotheek zelf en de schuld ten gevolge van de achterstand ten aanzien van de hypotheekverplichtingen’.
break-evenbinnen de eerste vaste renteperiode van zes jaar moest zijn gelegen. ING heeft dit betwist en ook het hof ziet geen aanknopingspunten voor een dergelijk vaste termijn waarbinnen steeds oversluitkosten moeten zijn terugverdiend, zoals door [appellant] bepleit. Dit doet er niet aan af dat dit moment wel binnen een aanvaardbare termijn moet zijn gelegen. Voor zover [appellant] stelt dat die termijn in dit geval niet aanvaardbaar was, had het op haar weg gelegen om voldoende gegevens voor die stelling te verschaffen, nu zij daaraan het rechtsgevolg verbindt dat ING jegens haar aansprakelijk is. Dat heeft zij echter niet gedaan. In het bijzonder wreekt zich hier dat [appellant] omtrent de lasten van de lening van Interbank (een consumptief krediet) in het geheel geen gegevens heeft verschaft.
aangewezen(memorie van grieven onder 18) en daarom voor die fouten aansprakelijk is, aldus [appellant]. Ook dit betoog mist doel, reeds omdat ING gemotiveerd heeft betwist dat zij de taxateur had
aangewezen;de makelaar heeft gehandeld in opdracht van [appellanten]., zoals te doen gebruikelijk, aldus ING. [appellant] heeft onvoldoende gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat ING ter voldoening van een op ING rustende verplichtingen de taxateur heeft ingeschakeld. Ook overigens heeft [appellant] onvoldoende concreet toegelicht waarom ING voor eventuele fouten van de taxateur jegens [appellant] aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade. Voor zover in de stellingen van [appellant] besloten ligt dat bij een reële taxatie van de woning deze op een lager bedrag zou zijn getaxeerd en ING de hypotheek dan niet had verstrekt vanwege een te lage waarde van het onderpand, geldt dat [appellant] onvoldoende heeft gemotiveerd dat het voor ING kenbaar was dat de woning voor een te hoog bedrag was getaxeerd. Die stelling mist daarvan uitgaande relevantie.