Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
NIDERA (SUISSE) S.A.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een kort geding waarin de appellant, bestuurder van Sirius Shipping Inc., vordert tot opheffing van conservatoir beslag dat is gelegd door Nidera c.s. op onroerende zaken en bankrekeningen. Dit beslag is gelegd ter zekerheid van een vordering die voortvloeit uit ladingschade aan een partij rijst, die op een zeeschip, de 'Pine Trader', is ontstaan. De appellant stelt dat de ladingschade het gevolg is van een onrechtmatige daad die hem niet kan worden verweten. De voorzieningenrechter in eerste aanleg heeft de vordering van de appellant afgewezen, omdat niet summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van de vordering waarvoor beslag is gelegd. De appellant is in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing, waarbij hij de vernietiging van het vonnis en veroordeling van Nidera c.s. in de proceskosten heeft gevorderd.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de 'Pine Trader' strandde op 18 mei 2009 voor de kust van Kaapstad, Zuid-Afrika, wat leidde tot ladingschade aan de partij rijst. Nidera c.s. hebben daarop beslag gelegd op de onroerende zaken van de appellant. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de appellant persoonlijk verwijtbaar heeft gehandeld door schepen van Sirius Shipping te verkopen om te voorkomen dat schuldeisers zich op die schepen konden verhalen. In het eindvonnis van de rechtbank Rotterdam zijn de vorderingen van Nidera c.s. afgewezen, maar de appellant heeft in hoger beroep alsnog de proceskostenveroordeling aangevochten.
Het hof heeft in hoger beroep geoordeeld dat de appellant niet voldoende heeft aangetoond dat de vordering van Nidera c.s. summierlijk ondeugdelijk is. De grief van de appellant faalt, en het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep. De appellant wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.