Uitspraak
mr. J. du Bois, te Amsterdam,
mr. J.B. Biezen, te Zaandam, gemeente Zaanstad.
1.Het geding in hoger beroep
2.Waarvan het hof uitgaat
mocht overgaan tot vervreemding van gemeld onroerend goed, heeft elk der vier overige kinderen van verkoper, te wetende moeder van [geïntimeerde sub 1]; toevoeging hof
,[geïntimeerde sub 2]; toevoeging hof
, [c] en [A] respectievelijk hun rechtsopvolgers onder algemene titel, het recht om een/vijfde van het verschil tussen de vervreemdingsprijs alsdan en de totale huidige verwervingskosten (genoemde koopsom ad drie en zestigduizend gulden (f. 63.000,) alsmede overige kosten koper) te vorderen van [appellant] voornoemd, indien vorenbedoelde vervreemdingsprijs hoger is dan vorenbedoelde totale verwervingskosten.
3.Behandeling van het hoger beroep
grief 1klaagt [appellant] erover dat de rechtbank heeft geoordeeld dat van een van de bewoordingen van de vervreemdingsclausule afwijkende bedoeling niet is gebleken. Het heeft alle betrokkenen voor ogen gestaan aan de ouders een financieel onbezorgde oude dag te bezorgen. Uit de hierop betrekking hebbende financiële uitwerking door de heer [O], echtgenoot van [geïntimeerde sub 2], blijkt de bedoeling van betrokkenen om na verkoop van de woning niet over te gaan tot verdeling van de opbrengst. Bovendien hebben de anderen niet meebetaald aan het onderhoud van woning. De rechtbank miskent de Haviltex-formule. Aansluitend hierop is volgens
grief 2de rechtbank ten onrechte voorbijgegaan aan de verklaringen van de andere kinderen, die er ook niet van uit gaan dat de overwaarde zou worden verdeeld. Ook de heer [O] weet niet waar de clausule vandaan komt.
grief 3. In
grief 4wordt een beroep gedaan op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. De ouders hebben na aankoop van de woning door [appellant] een financieel zorgeloos leven kunnen leiden. [appellant] heeft alle kosten betaald en geen huurinkomsten gehad. Het is redelijk dat dit op de vordering van [geïntimeerden] in mindering wordt gebracht. [appellant] betoogt in
grief 5dat hij de door hem gemaakte kosten wel voldoende heeft onderbouwd.