Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Inleiding
Bewezenverklaring
Bewijsmiddelen
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 1 juli 2011, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 1]van 23 juni 2011. [3]
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 1 juli 2011, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 1 juli 2011, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ter terechtzitting gevoerde verweren
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
54 (vierenvijftig) maanden.
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
19 (negentien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 47.500,00 (zevenenveertigduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 30.000,00 (dertigduizend euro) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€100,00 (honderd euro).
€ 47.500,00 (zevenenveertigduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 30.000,00 (dertigduizend euro) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
183 (honderddrieëntachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 42.500,00 (tweeënveertigduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€100,00 (honderd euro).
€ 42.500,00 (tweeënveertigduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
163 (honderddrieënzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.