Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
[adres object])
[zijstraat 2] in [P],
Property;
EUR [bedrag].
€ [bedrag]+
€ [bedrag]
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem over de heffing van overdrachtsbelasting bij de levering van onroerend goed. De belanghebbende, aangeduid als eiseres, heeft op 30 juli 2010 een bedrag van € 294.050 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan na de aankoop van een kantoorcomplex. De inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam heeft het bezwaar van eiseres afgewezen, waarna de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaarde. Eiseres heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam.
De kern van het geschil betreft de vraag of de vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing is, zoals bedoeld in artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR). Eiseres stelt dat er sprake is van een levering die onder deze vrijstelling valt, terwijl de inspecteur betoogt dat het gaat om de levering van een bestaand onroerend goed, waarvoor geen vrijstelling geldt. Het Hof heeft vastgesteld dat er geen afspraken zijn gemaakt tussen verkoper en koper over de levering van een verbouwd pand, en dat de sloop- en verbouwingswerkzaamheden na de levering door eiseres zijn uitgevoerd.
Het Hof concludeert dat de levering van het onroerend goed niet kwalificeert als een levering die onder de vrijstelling valt, omdat er geen sprake is van een bouwterrein of een nieuw vervaardigd goed. De inspecteur heeft terecht de overdrachtsbelasting geheven, en het hoger beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er worden geen kosten aan de zijde van de inspecteur toegewezen.