ECLI:NL:GHAMS:2013:3817

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 november 2013
Publicatiedatum
6 november 2013
Zaaknummer
200.127.295/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder en benoeming opvolgend bewindvoerder op verzoek van rechthebbende

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [rechthebbende] tegen de beschikking van de kantonrechter te Amsterdam van 12 februari 2013, waarin zijn verzoek tot opheffing van het bewind en benoeming van een opvolgend bewindvoerder werd afgewezen. [rechthebbende] is op 13 mei 2013 in hoger beroep gekomen. Balans Casemanagement B.V. heeft op 19 juli 2013 een verweerschrift ingediend. De zaak is op 16 september 2013 behandeld, waarbij [rechthebbende] werd bijgestaan door zijn advocaat, en vertegenwoordigers van Balans en zijn vriendin aanwezig waren. De advocaat-generaal is niet verschenen.

De feiten van de zaak zijn als volgt: bij beschikking van 6 oktober 2009 is er bewind ingesteld over de goederen van [rechthebbende], met Balans als bewindvoerder. In een eerdere beschikking van 25 juli 2011 zijn verzoeken van [rechthebbende] tot opheffing van het bewind en benoeming van een opvolgend bewindvoerder afgewezen. In het hoger beroep verzoekt [rechthebbende] om vernietiging van de eerdere beschikking en toewijzing van zijn verzoeken.

Het hof overweegt dat [rechthebbende] stelt dat hij geen schulden meer heeft en weer in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. Balans betwist dit en stelt dat [rechthebbende] moet aantonen dat hij in staat is om zijn financiën zelf te regelen. Het hof concludeert dat [rechthebbende] niet voldoende heeft aangetoond dat de redenen voor de onderbewindstelling niet meer bestaan. Daarom wordt de beschikking in zoverre bekrachtigd.

Echter, [rechthebbende] verzoekt ook om ontslag van Balans en benoeming van [y] als opvolgend bewindvoerder. Het hof oordeelt dat, hoewel Balans zijn taak goed heeft uitgevoerd, de uitdrukkelijke voorkeur van [rechthebbende] voor [y] als bewindvoerder moet worden gerespecteerd. [y] heeft de bereidheid getoond om deze rol op zich te nemen en het hof is van mening dat hij in staat is om de belangen van [rechthebbende] te behartigen. Het hof besluit daarom om Balans te ontslaan en [y] te benoemen als opvolgend bewindvoerder.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Uitspraak: 5 november 2013
Zaaknummer: 200.127.295/ 01
Zaaknummer eerste aanleg: 1401660 EB VERZ 12-13820
in de zaak in hoger beroep van:
[…],
wonende te […],
appellant,
advocaat: mr. W.P.A. Vos te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellant, hierna te noemen [rechthebbende], is op 13 mei 2013 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 12 februari 2013 van de kantonrechter te Amsterdam, met kenmerk 1401660 EB VERZ 12-13820.
1.2.
Balans Casemanagement B.V. (hierna: Balans) heeft op 19 juli 2013 een verweerschrift ingediend.
1.3.
De zaak is op 16 september 2013 ter terechtzitting behandeld.
1.4.
Ter terechtzitting zijn verschenen:
- [rechthebbende], bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw P.V. Schepers namens Balans;
- mevrouw [x], vriendin van [rechthebbende];
- de heer […], zoon van mevrouw [x] (hierna: [y]).
1.5.
De advocaat-generaal is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 6 oktober 2009 van de kantonrechter te Amsterdam is een bewind ingesteld over de goederen die (zullen) toebehoren aan [rechthebbende] (geboren [in] 1943) met benoeming van (thans) Balans tot bewindvoerder.
2.2.
Bij beschikking van 25 juli 2011 van de kantonrechter te Amsterdam is zowel het verzoek van [rechthebbende] tot opheffing van het bewind als zijn verzoek tot het benoemen van een opvolgend bewindvoerder afgewezen.

3.Het geschil in hoger beroep

3.1.
Bij de bestreden beschikking is zowel het verzoek van [rechthebbende] tot opheffing van het bewind als zijn verzoek tot het benoemen van een opvolgend bewindvoerder afgewezen.
3.2.
[rechthebbende] verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking, zijn inleidende verzoeken alsnog toe te wijzen.
3.3.
Balans verzoekt - naar het hof begrijpt - de bestreden beschikking te bekrachtigen.

4.Beoordeling van het hoger beroep

4.1.
[rechthebbende] betoogt primair dat een onderbewindstelling niet langer noodzakelijk is, omdat hij geen schulden meer heeft. Daarnaast stelt hij zowel lichamelijk als geestelijk weer in staat te zijn om zelf zijn vermogensrechtelijke belangen waar te nemen.
4.2.
Volgens Balans is het aan [rechthebbende] om door middel van een medische verklaring aan te tonen dat zijn medische en psychische gesteldheid zodanig is verbeterd dat bewind niet langer nodig is. [rechthebbende] heeft geweigerd zich door Mentrum te laten onderzoeken. Het is juist dat zijn schulden zijn afgelost en dat zijn financiële situatie gestabiliseerd raakt; om die reden krijgt hij thans meer leefgeld. De onderbewindstelling is echter nog steeds noodzakelijk, omdat daarmee voorkomen kan worden dat [rechthebbende] nieuwe schulden maakt, aldus Balans.
4.3.Het hof overweegt als volgt. Op grond van artikel 1:431 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan de kantonrechter een bewind instellen over één of meer van de goederen van een meerderjarige indien deze als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Vast staat dat ten tijde van de beschikking tot onderbewindstelling van 6 oktober 2009 [rechthebbende] niet in staat was zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Het hof is van oordeel dat niet is gebleken dat de oorzaken die tot de onderbewindstelling aanleiding gaven, thans niet meer bestaan. Het had op de weg van [rechthebbende] gelegen dit aannemelijk te maken, bijvoorbeeld door het doen opmaken van een psychiatrische rapportage. [rechthebbende] heeft zich echter niet willen laten onderzoeken.
Of [rechthebbende] weer in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen, kan het hof derhalve niet vaststellen. Het gegeven dat de schulden van [rechthebbende] zijn afgelost, zegt onvoldoende over de vraag of hij weer in staat is zijn eigen financiën naar behoren te regelen, aangezien Balans hiervoor heeft zorg gedragen. Nu [rechthebbende] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gronden voor het bewind niet langer aanwezig zijn, zal het hof de bestreden beschikking in zoverre bekrachtigen.
4.4.
Subsidiair verzoekt [rechthebbende] dat –naar het hof begrijpt- Balans als bewindvoerder wordt ontslagen en dat [y] als (opvolgend) bewindvoerder wordt benoemd. [rechthebbende] voert daartoe aan dat hij geen vertrouwen meer heeft in Balans. Hij stelt voorts dat het moeilijk is om contact krijgen met zijn bewindvoerder en dat er een fout is gemaakt met zijn belastingaangifte waardoor hij een verzuimboete heeft gekregen. Tevens voert [rechthebbende] aan dat de bewindvoering door een professionele bewindvoerder als Balans hem maandelijks geld kost, terwijl de bewindvoering door [y] om niet zal plaatsvinden en dat hij voorkeur geeft aan een bewindvoerder met wie hij een vertrouwde band en goed persoonlijk contact heeft, zoals [y].
Balans heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
[y] heeft zich ter zitting in hoger beroep bereid verklaard om als bewindvoerder te worden benoemd.
4.5.
Het hof overweegt als volgt. Hoewel het hof van oordeel is dat niet is gebleken dat Balans zijn taak als bewindvoerder niet goed en kundig heeft uitgeoefend, ziet het hof in de navolgende omstandigheden een voldoende gewichtige reden om het verzoek van [rechthebbende] toe te wijzen. Daarbij weegt het hof mee dat ook bij de benoeming van een bewindvoerder, ingevolge artikel 1:435 lid 3 BW, de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende wordt gevolgd, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. De financiële situatie van [rechthebbende] is thans stabiel. Gebleken is dat [rechthebbende] geen vertrouwen meer heeft in Balans en dat hij dat wel heeft in [y], met wie hij een nauwe persoonlijke band heeft en die bovendien, als niet-professioneel bewindvoerder, de bewindvoering om niet kan uitvoeren. [y] heeft sinds tien jaar een eigen schildersbedrijf en heeft daarbij de beschikking over een boekhouder. Het hof is van oordeel dat [y] in staat moet worden geacht de vermogensrechtelijke belangen van [rechthebbende] naar behoren te behartigen. Nu voorts niet gebleken is dat [y] ongeschikt is om als bewindvoerder te fungeren, zal het hof het verzoek van [rechthebbende] toewijzen. De bestreden beschikking zal in zoverre worden vernietigd. Het hof zal Balans ontslaan als bewindvoerder en [y] benoemen als (opvolgend) bewindvoerder.
4.6.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beschikking waarvan beroep voor zover daarbij het verzoek tot opheffing van het bewind is afgewezen;
vernietigt de beschikking waarvan beroep voor zover daar het verzoek tot benoeming van een opvolgend bewindvoerder is afgewezen en, in zoverre opnieuw rechtdoende:
ontslaat Balans Casemanagement B.V. te Lelystad als bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [rechthebbende];
benoemt tot (opvolgend) bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [rechthebbende]:
de heer […]
[adres]
[woonplaats];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.F.G.H. Beckers, mr. C.E. Buitendijk en mr. M.J.J. de Bontridder in tegenwoordigheid van mr. F.J.E. van Geijn als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2013.