ECLI:NL:GHAMS:2013:3304
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Arbeidsovereenkomst en vordering tot betaling van overuren en vakantiedagen in de horeca
In deze zaak gaat het om een arbeidsovereenkomst tussen de vennootschap onder firma Pisa IJs V.O.F. en een verkoopster van ijs, hier aangeduid als [geïntimeerde]. De verkoopster heeft van 1 april tot 31 oktober 2010 gewerkt in een ijskraam, maar er was geen schriftelijke arbeidsovereenkomst. Tijdens haar dienstverband werkte zij gemiddeld negen uur per dag, zes dagen per week, en ontving zij gratis huisvesting. Pisa IJs heeft haar een maandelijkse loonstrook verstrekt met een basisuurloon dat varieerde van € 8,55 tot € 8,60. Aan het einde van de arbeidsovereenkomst heeft [geïntimeerde] een verklaring ondertekend waarin zij aangeeft dat zij een bedrag van € 5.230 heeft ontvangen voor extra uren, en dat zij niets meer te vorderen heeft van Pisa IJs.
Na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst vorderde [geïntimeerde] betaling van overuren, niet genoten vakantiedagen en vakantiegeld, met een beroep op de cao Horeca. Pisa IJs betwistte de vorderingen en stelde dat de cao niet van toepassing was. De kantonrechter heeft de vorderingen van [geïntimeerde] toegewezen, maar Pisa IJs ging in hoger beroep. Het hof oordeelde dat de cao Horeca niet van toepassing was op de arbeidsovereenkomst, omdat Pisa IJs geen lid was van een werkgeversvereniging die partij was bij de cao. Het hof concludeerde dat de verklaring van [geïntimeerde] geen finale kwijting inhield en dat Pisa IJs ten onrechte een deel van het loon had ingehouden.
Het hof heeft de vorderingen van [geïntimeerde] deels toegewezen, maar het toegewezen bedrag voor overuren en vakantiedagen naar beneden bijgesteld. De wettelijke verhoging werd gehandhaafd, omdat Pisa IJs de te late betaling van het loon aan [geïntimeerde] aan te rekenen viel. Het hof heeft het bestreden vonnis deels vernietigd en Pisa IJs veroordeeld tot betaling van de achterstallige bedragen, met compensatie van de proceskosten.