In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, is er sprake van een hoger beroep betreffende de ondercuratelestelling van appellant [x]. Het hof heeft eerder op 7 augustus 2012 en 25 juni 2013 tussenbeschikkingen gegeven. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M.A.A. van der Loo, heeft zijn voorkeur uitgesproken voor de benoeming van [y], handelend onder de naam Budgetondersteuning Nederland, als bewindvoerder. Het hof heeft kennisgenomen van verschillende bereidverklaringen van betrokkenen, waaronder de zuster en broer van appellant, die zich hebben aangemeld voor het mentorschap.
Het hof heeft de bereidverklaringen van de betrokkenen in overweging genomen en heeft besloten om [y] te benoemen tot bewindvoerder, evenals de broer en zuster van appellant tot mentoren. De beloning van de bewindvoerder is vastgesteld op € 85,- per maand, in afwijking van de gebruikelijke richtlijnen, en er zijn geen bezwaren tegen de benoemingen van de mentoren geuit.
De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en dat er een bewind wordt ingesteld over de goederen van appellant, met de benoeming van [y] als bewindvoerder. Tevens wordt het inleidend verzoek tot ondercuratelestelling van appellant afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 oktober 2013 en zal binnen tien dagen worden bekendgemaakt in de Staatscourant en in de dagbladen De Telegraaf en het Haarlems Dagblad.