Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
beschikking van de wrakingskamer van 31 juli 2013
[verzoeker],
E.K.A. van den Boste Amsterdam.
Het geding
Beoordeling
Cliënt stelt dat er op 14 februari 2010 een samenzijn heeft plaatsgevonden aan de [straatnaam]. Deze twee personen zouden hier bij aanwezig zijn geweest. De rechtbank heeft overwogen dat de heer [verzoeker] na zijn tweede aanhouding met een ander alibi is gekomen en heeft de verklaring van cliënt als kennelijk leugenachtig aangemerkt en gebezigd tot het bewijs. Hiervoor is onder andere van belang dat de telefoon van [getuige 1] tegen 20.30 ’s avonds in de Bijlmer zou zijn aangestraald. Ik wil hem en vriendin [getuige 2] horen over het verloop van de avond, de tijdstippen van komst en vertrek en de telefoonaanstraling in de Bijlmer.”
(…)
dat de verzoeken om [getuige 1] (de broer van de verdachte) en [getuige 2] te horen wordenafgewezen. De verdachte wordt daardoor redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad. De verdediging heeft deze verzoeken niet voldoende concreet onderbouwd;
(…)”.