Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
beschikking van de wrakingskamer van 31 juli 2013
[verzoeker],
R.A. van der Horstte Amsterdam.
Het geding
Beoordeling
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 juli 2013 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door [verzoeker], die gedetineerd was in verband met een strafzaak over de invoer van cocaïne. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van beslissingen van het hof over onderzoekswensen van de verdediging. De verdediging stelde dat het hof vooringenomen was, omdat het al een oordeel had gevormd over de kernvraag in de zaak, namelijk de toebehoren van een Blackberry-telefoon aan [verzoeker]. Het hof had eerder beslist dat de verdediging onvoldoende onderbouwing had gegeven voor het verzoek om een grondwerktuigkundige van Martinair te horen en voor een stemanalyse. De wrakingskamer oordeelde dat de motivering van het hof niet zo onbegrijpelijk was dat deze alleen door vooringenomenheid kon worden verklaard. Het hof benadrukte dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde schijn van vooringenomenheid aanwezig was en wees het verzoek tot wraking af. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.