ECLI:NL:GHAMS:2013:2714
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van advocaatkosten in relatie tot WAO/WIA-uitkeringen en heffingsrente
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 augustus 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, die in geschil was met de inspecteur van de Belastingdienst over de aftrekbaarheid van advocaatkosten en de hoogte van de heffingsrente. De belanghebbende ontving in 2007 een WAO/WIA-uitkering en had advocaatkosten gemaakt in verband met deze uitkering. De inspecteur had eerder een aanslag opgelegd voor de inkomstenbelasting, waarbij de belanghebbende bezwaar had gemaakt tegen de niet-aftrekbaarheid van de advocaatkosten. Het Hof oordeelde dat de gemaakte advocaatkosten niet aftrekbaar zijn, omdat de uitkeringen voortvloeien uit een vroegere dienstbetrekking en als loon moeten worden aangemerkt volgens de Wet inkomstenbelasting 2001. Dit betekent dat de kosten niet kunnen worden afgetrokken van het belastbaar inkomen uit werk en woning. Daarnaast werd de hoogte van de heffingsrente besproken, waarbij het Hof oordeelde dat de inspecteur de wettelijke bepalingen correct had toegepast. De belanghebbende had niet aangetoond dat de heffingsrente onjuist was berekend. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De kostenveroordeling werd afgewezen, omdat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de kosten.