ECLI:NL:GHAMS:2013:2616

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 juli 2013
Publicatiedatum
23 augustus 2013
Zaaknummer
200.124.308/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en wijziging van zorgregeling in hoger beroep met betrekking tot ondertoezichtstelling en omgangsregeling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin een zorgregeling voor hun kind [kind a] was vastgesteld. De moeder is op 28 maart 2013 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 23 januari 2013. In de onderhavige procedure hebben beide partijen, de moeder en de vader, overeenstemming bereikt over een nieuwe zorgregeling, die is goedgekeurd door Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (BJZNH). De ouders zijn in 1997 gehuwd en hebben twee kinderen, [kind a] en [kind b]. Na de echtscheiding in 2012 is [kind a] onder toezicht gesteld, wat van invloed is op de omgangsregeling.

De moeder heeft aanvankelijk verzocht om een wijziging van de zorgregeling, waarbij [kind a] om de week bij de vader verblijft. Het hof heeft vastgesteld dat partijen een nieuwe zorgregeling zijn overeengekomen, waarbij [kind a] om de week bij de vader verblijft van vrijdag uit school tot zondag 18.00 uur, onder bepaalde voorwaarden. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de nieuwe zorgregeling vastgesteld, met inachtneming van de voorwaarden die door BJZNH zijn gesteld. De beschikking van de kinderrechter van 12 juni 2013 blijft van kracht zolang de ondertoezichtstelling voortduurt, maar zal worden gewijzigd om aan te sluiten bij de nieuwe afspraken tussen de ouders.

De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 30 juli 2013, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De betrokken rechters hebben de zaak zorgvuldig beoordeeld en de belangen van [kind a] vooropgesteld in hun beslissing.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Uitspraak: 30 juli 2013
Zaaknummer: 200.124.308/01
Zaaknummer eerste aanleg: 188693 / FA RK 12-101
in de zaak in hoger beroep van:
[…],
wonende te […],
appellante,
advocaat: mr. A.J. Kwaaitaal-Robbers te IJmuiden,
tegen
[…],
wonende te […],
geïntimeerde,
advocaat: mr. J.W. Spanjer te Haarlem.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellante en geïntimeerde worden hierna respectievelijk de moeder en de vader genoemd.
1.2.
De moeder is op 28 maart 2013 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 23 januari 2013 van de rechtbank Noord-Holland met kenmerk 188693 / FA RK 12-101.
1.3.
De moeder heeft op 7 mei 2013 en 5 juli 2013 nadere stukken ingediend.
1.4.
De vader heeft op 5 juni 2013 een verweerschrift ingediend.
1.5.
De advocaat van de moeder heeft bij faxbericht van 17 juli 2013 aan het hof medegedeeld dat partijen overeenstemming hebben bereikt en een regeling hebben getroffen. Voornoemd faxbericht is meeondertekend door de advocaat van de vader. Uit het faxbericht blijkt voorts dat Bureau Jeugdzorg Noord Holland (hierna: BJZNH), instemt met de door partijen overeengekomen regeling.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op [in] 1997 gehuwd. Hun huwelijk is ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 17 juli 2012 in de registers van de burgerlijke stand. Uit hun huwelijk zijn geboren […] (hierna: [kind a]) [in] 2003 en […] (hierna: [kind b]) [in] 1997. De ouders oefenen gezamenlijk het gezag uit. [kind a] en [kind b] verblijven bij de moeder.
2.2.
Bij beschikking van 17 december 2012 is [kind a] onder toezicht gesteld, deze ondertoezichtstelling duurt thans voort tot 17 december 2013.
2.3.
Bij beschikking van 12 juni 2013 van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland is op verzoek van BJZNH, met wijziging van de bestreden beschikking, op de voet van artikel 1:263b lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) een zorgregeling vastgesteld waarbij de omgang tussen [kind a] en de vader in de periode van 12 juni 2013 tot 17 december 2013 plaatsvindt onder begeleiding van BJZNH en waarbij de plaats, frequentie en duur van de omgangsmomenten door BJZNH worden bepaald.

3.Het geschil in hoger beroep

3.1.
Bij de bestreden beschikking is een zorgregeling vastgesteld waarbij [kind a] iedere week van zaterdag 19.00 uur tot zondag 19.00 uur bij de vader verblijft.
3.2.
De moeder heeft aanvankelijk verzocht, met vernietiging van de bestreden beschikking, een zorgregeling vast te stellen waarbij [kind a] bij de vader verblijft eenmaal in de twee weken van 19.00 uur tot zondag 19.00 uur, althans een zorgregeling vast te stellen als het hof juist acht.
3.3.
De vader heeft zich aanvankelijk gerefereerd aan het oordeel van het hof.

4.Beoordeling van het hoger beroep

4.1.
Blijkens het onder 1.4 genoemde faxbericht zijn partijen de navolgende zorgregeling overeengekomen. [kind a] verblijft om de week bij de vader van vrijdag uit school tot de zondag 18.00 uur, waarbij de vader [kind a] haalt en brengt, wanneer voldaan is aan de volgende voorwaarden:
o BJZNH ondersteunt de regeling;
o van de Waag is een schriftelijk positief advies ontvangen omtrent de onbegeleide omgang;
o er is geen sprake van een ondertoezichtstelling.
Blijkens een aan voornoemde fax gehecht e-mailbericht van 17 juli 2013 van BJZNH aan de advocaat van de vrouw, is BJZNH met deze regeling akkoord.
4.2.
Partijen hebben beiden verzocht hetgeen zij zijn overeengekomen op te nemen in een beschikking. Nu niet is gebleken dat het belang van [kind a] zich thans tegen het voorgaande verzet, zal het hof dienovereenkomstig beslissen. De bestreden beschikking zal dus worden vernietigd. Het hof tekent daarbij aan dat, zolang de ondertoezichtstelling van [kind a] voortduurt, de beschikking van de kinderrechter van 12 juni 2013 zal blijven gelden. Op grond van artikel 1:263b lid 3 BW blijft laatstgenoemde beschikking in beginsel ook na afloop van de ondertoezichtstelling gelden (vgl. HR 28 mei 2010, LJN BL9542) Omdat dit klaarblijkelijk niet de bedoeling van partijen noch van BJZNH is, zal het hof laatstgenoemde beschikking in zoverre wijzigen.
4.3.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep, en opnieuw rechtdoende:
stelt, met wijziging in zoverre van de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 juni 2013, een zorgregeling vast inhoudende dat [kind a] om de week bij de vader verblijft van vrijdag uit school tot de zondag 18.00 uur, waarbij de vader [kind a] haalt en brengt, wanneer voldaan is aan de volgende voorwaarden:
o BJZNH ondersteunt de regeling;
o van De Waag is een schriftelijk positief advies ontvangen omtrent de onbegeleide omgang;
o er is geen sprake van een ondertoezichtstelling;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.V.T. de Bie, R.G. Kemmers en J.C.E. Ackermans-Wijn in tegenwoordigheid van mr. S.E. Harenberg als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2013.