Uitspraak
mr. H. Manikte Haarlem,
mr. R. Voste Haarlem.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een huurder, aangeduid als [appellant], en de verhuurder, de vereniging Woningbouwvereniging Tuinwijk Noord, over het plaatsen van een schotelantenne op de woning van de huurder. De huurder had toestemming gevraagd om een schotelantenne op zijn dak te plaatsen, maar deze was door de verhuurder geweigerd. Desondanks plaatste de huurder de schotelantenne op het dak, wat leidde tot een vordering van de verhuurder tot verwijdering van de schotelantenne. De kantonrechter had de vordering van de verhuurder toegewezen, waarbij werd overwogen dat de schotelantenne een ontsierend effect had op het aangezicht van de woning en dat de belangen van de verhuurder zwaarder wogen dan die van de huurder.
In hoger beroep heeft het hof de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de belangenafweging in het voordeel van de verhuurder uitvalt. Het hof stelde vast dat de huurder onvoldoende had onderbouwd dat zijn belang bij een ruimer televisie- en radioaanbod zwaarder weegt dan het belang van de verhuurder bij het handhaven van het schotelverbod. Het hof wees erop dat het recht op vrije nieuwsgaring, zoals gewaarborgd in artikel 10 van het EVRM, niet absoluut is en dat andere belangen in de afweging moeten worden meegenomen. De huurder had geen concrete bewijsstukken overgelegd om zijn stellingen te onderbouwen, waardoor zijn argumenten niet overtuigend waren.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de kantonrechter en verwees de huurder in de kosten van het geding in hoger beroep. Het hof oordeelde dat de belangenafweging ten gunste van de verhuurder uitviel, gezien de stedenbouwkundige kwaliteiten van de buurt en het voorkomen van precedentwerking. Het arrest werd uitgesproken op 20 augustus 2013.