2.13.1.Met betrekking tot het werkterrein van, en belanghebbendes taak als werknemer van [C BV]:
“[C BV] doet consultancy voor huisvesting voor onder andere de zorg en ze zaten in de overheidssfeer. Wij adviseerden hoe met het onroerend goed om te gaan. Daarnaast deden ze ook het beheer van panden, technische facturen, voor de verschillende huurders. En daarnaast, met mijn komst, het opzetten van beleggingsfondsen. Mijn functie was het opzetten van beleggingsfondsen. Dat wil zeggen dat je een fonds maakt waar een beleggingspand in zit, daar beleggers bij zoekt en dat structureert en dat soort zaken. Dat is met name gebeurd met de Rabobank, Lage Landen een dochter van de Rabobank. We hebben een overeenkomst met de Lage Landen gesloten, zij zorgden voor de financiering. We hebben verschillende fondsen opgezet. De Lage Landen besliste in alle gevallen over eventuele aankopen en het gehele traject wat daarbij hoorde.”
[V1-001, pag. 4]
“Ik zeg altijd dat ik panden opspoor, voorgeleid en arresteer ten behoeve van onze partner De Lage Landen”
[V1-002, pag. 6]
2.13.2.Ter zake van het ontvangen van ‘kick-backs’ (door belanghebbende ter zitting van het Hof omschreven als tipgelden en beloningen voor verleende diensten) door werknemers van [F BV]:
“Het is een cultuur bij [F BV]; ik heb er geen harde bewijzen voor, ik heb een sterk vermoeden. Ik heb verhalen gehoord van en over mensen dat er vaker kick-backs zijn ontvangen door werknemers van [F BV] met name in de periode voordat ik daar gewerkt heb.”
[V1-002, pag. 11]
“Zonder iemand verder te beschadigen, vertel ik u dat dit waarschijnlijk vaker is voorgekomen bij [F BV]. Ik voelde me, eerlijk gezegd, niet op mijn gemak met deze visie bij mijn werkgever [F BV], en dat is ook mede de reden geweest waarom ik in 2004 bij [F BV] ben vertrokken.”
[V1-002, pag. 7]
2.13.3.Met betrekking tot (belanghebbendes betrokkenheid bij) de verkoop van het Pand:
“Da[a]rnaast is er ook nog [het Pand] geweest dat verkocht is aan [H] via […] [G1] en [G2]. […] [C BV] had opdracht gekregen van de verkoper om een geschikte partij te vinden die [het Pand] zou willen kopen. Ik heb toen contact gelegd met verschillende partijen, wat geresulteerd heeft in de verkoop van [het Pand] via [...] [G1] en [G2]. […] Ik heb geen verdere bemoeienis gehad met de financiële afwikkeling.
U vraagt mij wat exact mijn werkzaamheden zijn geweest bij deze transactie. Ik heb partijen, eventuele kopers, gezocht, heb voorstellen gedaan met betrekking tot de verkoopprijs, termijnen, wat gebruikelijk is in dat soort zaken, zoals koopprijs, de huurders, de staat van onderhoud, enzovoorts. Deze werkzaamheden kreeg ik door de directeur van [C BV], [D], opgedragen.”
[V1-002, pag. 6]
“De uiteindelijke koper was [H]. Dat was vanaf het begin voor ons al duidelijk. [G1] heeft, ik denk aan mij, gezegd dat er eerst een mandje gevormd moest worden en dat [het Pand] daarom eerst aan [F BV] geleverd moest worden. […] [F BV], de koper, [zal] [het Pand] […] plaatsen bij de ons gemelde institutionele belegger, en dat is [H]. […] U vraagt mij met wie de onderhandelingen gevoerd zijn. […] [D] heeft dat namens [C BV] en ook uit hoofde van zijn bestuursfunctie bij [Stichting E] gedaan. [G1] en [G2] zijn als makelaar opgetreden namens [F BV]; [L] heeft de onderhandelingen gevoerd namens [H]. […] Ik kan […] contact hebben gehad met [G1] en [G2] over bepaalde zaken, maar dan was ik gebonden aan de bandbreedte die ik van [D] doorkreeg, in de zin van zoveel willen we als Stichting voor dat pand hebben. […] U vraagt mij voorts met wie [ik] contact heb gehad hierover, en dat is in ieder geval met [...] en met [H] en met [G1] en [G2]. Via [G1] en [G2] kreeg ik de naam van [H] door met als contactpersoon, […] [L]. Toen heb ik contact gezocht met [L]. […] Op 25 januari 2001 was het in ieder geval al bekend dat [het Pand] aan [H] verkocht zou gaan worden voor de prijs van 15,4 miljoen”
[V1-004, pag. 11]
2.13.4.Over zijn relatie met [G1] en Van [G2]:
“bij [A-Bank] […] heb ik [G1] leren kennen toen hij optrad voor een relatie van ons als advocaat en fiscalist. […] We hebben regelmatig contact met elkaar gehad. Hij is bij mij in de buurt komen wonen […]. Daar kwam ik hem nog wel eens tegen. U vraagt mij of we ook privé met elkaar omgingen, maar nee, niet echt.
[G2] heb ik in dezelfde periode leren kennen. [G1] werkte toen bij [M], en daar werkte [G2] ook. Via [G1] ben ik toen in contact gekomen met [G2]. Dat contact is alleen geweest als er bankrelaties van mij ook relaties waren van [M]. De contacten zijn altijd zakelijk geweest.”
[V1-004, pag. 7]
“Ik ken deze heren [naar het Hof begrijpt: tevens] vanuit mijn tijd bij [B-Bank]. Zij traden op namens enkele bankrelaties van mij. […] ik ben ook gedurende mijn tijd bij [C BV], vanaf 2000 tot begin 2004, met [...] [G1] en [G2] in contact gekomen. […] Ik was bij [C BV] belast met vastgoedtransacties. Vanuit die werkzaamheden ben ik [...] [G1] en [G2] tegengekomen die namens hun relaties bemiddelden bij vastgoedtransacties.”
[V2-002, pag. 5]
“of [[G1] en [G2]] zich [in mijn taken en bevoegdheden bij [C BV]] verdiept hebben, weet ik niet, maar zij wisten wel dat het één van mijn taken was om vastgoed op te sporen om dit in fondsen onder te brengen. Ik heb De Lage Landen bij [C BV] geïntroduceerd, die komt uit mijn netwerk. [C BV] heeft daar grote voordelen van gehad.”
[V1-004, pag. 7]
“
Vraag:
Kunt u ons een transactie noemen waarbij u met [...] [G1] en [G2] zakelijk in contact bent gekomen gedurende uw tijd bij [C BV]?
Antwoord:
“Dat zijn er meerdere geweest.
In ieder geval een transactie die zij bemiddelden namens [H]. Ik zeg altijd dat ik panden opspoor, voorgeleid en arresteer ten behoeve van onze partner De Lage Landen […]. Tijdens deze werkzaamheden ben ik [...] [G1] en [G2] tegengekomen. We hebben het dan over een mandje, een groepje panden, een project met panden in [...], [...] en [...]. [Het Pand] in [...] was bestemd voor [...], dat weet ik nog. Via een andere verkoper is daar nog een pand in [...] bijgekomen, een pand van [...]. Deze vier panden zijn uiteindelijk naar De Lage Landen gegaan. [C BV] bracht slechts een fee in rekening aan degene namens wie wij optraden, in dit geval De Lage Landen. De diensten die [F BV] of [N], in ieder geval [...] [G1] en [G2], verrichtten, werd aan ons gedeclareerd. De bemiddelaars berekenen ongeveer 1 tot 2,5% van de transactieprijs.
U vraagt mij of ik mij nog andere transacties herinner waarbij ik in contact ben gekomen met [...] [G1] en [G2]. Ik herinner mij nog een pand in [...] en [...]; [...] en mogelijk nog een pand in [...].” ”
[V1-002, pag. 5 en 6]
2.13.5.Met betrekking tot de betaling van ƒ 119.000 aan de Stichting (zie 2.7):
“
Vraag:
Wat was uw reactie toen u Hfl. 119.000 overgemaakt kreeg van een notaris?
Antwoord:
“[…] dat vond ik vreemd. Ik dacht wat heeft een notaris daarmee te maken.”
Vraag:
Heeft u hierover nog contact gehad met de personen van [F BV]?
Antwoord:
“Ja, ik heb daarover contact gehad met ofwel [G1] ofwel [G2]. In dit geval, denk ik, [G2] omdat hij de financiële man was. Ik vroeg waarom ik dit geld via een notaris kreeg overgemaakt. Ik kreeg toen als antwoord dat zij een transactie inzake onroerend goed hadden gehad, en zij de notaris opdracht hadden gegeven om tegelijk het bedrag van Hfl. 119.000 over te boeken naar het rekeningnummer van [de Stichting], omdat ik dat geld nodig had. U vraagt mij hoe zij wisten dat ik geld nodig had, maar ik had daar al meerdere malen contact over gehad met deze mensen, omdat ik alles zelf voorgeschoten had. […]” ”
[V1-003, pag. 3]
2.13.6.Met betrekking tot de wetenschap van [D] bij het ontvangen van ‘kick-backs’ door belanghebbende:
“
Vraag:
[…] Mocht u van uw toenmalige werkgever, [C BV], in privé transacties doen waarbij [C BV] betrokken was?
Antwoord:
“Ja, mits die uit mijn oude netwerk kwamen.”
Vraag:
Wisten [...] [G1] en [G2] dat ook?
Antwoord:
“Ja, dat hebben ze mij wel eens gevraagd, volgens mij. Zij vroegen of het problemen bij mijn werkgever op zou leveren, maar ik kon hen vertellen dat dit geen problemen op zou leveren. Ik had met [D] bij mijn aantreden de afspraak gemaakt dat ik dit mocht doen, zolang het maar niet de spuigaten uit zou lopen. [D] wist daar dus van. […] zulk soort afspraken leg je niet schriftelijk vast. Maar het ging in de sfeer van: joh, ik heb bepaalde contacten, als daar iets uit voort zou vloeien, mag ik dat dan doen. En dergelijke zaken leg je dan niet vast in een arbeidsovereenkomst. Maar ik heb het wel aan [D] gemeld.” ”
[V1-004, pag. 8; Hof: in gelijke zin: V1-002, pag. 8]
2.13.7.Met betrekking tot in 2002 door belanghebbende ontvangen en niet-aangegeven ‘kick backs’ / tipgelden:
“
Vraag:
Ik toon u een declaratie voorzien van uw naam, gericht aan [F BV], van 1 juli 2002 en genummerd 01/02, waarin u aan [F BV] een bedrag ad € 89.027,00 in rekening brengt voor uw bemiddeling bij de verkoop van een aantal onroerend goed objecten, waarbij ook [C BV] als bemiddelaar betrokken is geweest […]
Antwoord:
“Deze declaratie heb ik zelf opgemaakt […] Deze declaratie was in ieder geval bestemd voor […] [G1], omdat hij uiteindelijk degene is die hierin beslist.”
Vraag:
Op deze declaratie staat voorts vermeld: “verschuldigd: conform afspraak Euro 89.027,00”
Wat hield deze afspraak in en met wie heeft u deze afspraak gemaakt?
Antwoord:
“[…] dat is een afspraak waarbij ik een provisie zou krijgen wanneer de transactie zou doorgaan, men noemt dat een “succes-fee”. Ik ben met het aanbod naar [...] [D] gegaan en heb dit met hem besproken. Omdat het om een relatie uit mijn netwerk ging, is hij akkoord gegaan met mijn fee, maar het moest geen dagelijkse bezigheid worden. Ik heb hem ook aangegeven dat het om een substantieel bedrag ging. Mijn fee heeft geen invloed gehad op de hoogte van het gedeclareerde bedrag door [F BV] aan [C BV]. Het percentage van 1,5% wat op de declaratie van [F BV] aan [C BV] genoemd staat, is een heel gebruikelijk tarief in de vastgoed. Ik wil nog opmerken dat ik niet de eindbeslissing genomen heb in deze transactie. De tarieven zijn marktconform, er is niemand benadeeld. [G1] en consorten hebben met minder genoegen genomen door een deel van hun provisie aan mij door te geven. Als er iemand benadeeld is, dan zijn [G1] en [G2] vrijwillig benadeeld door deze kick-back-constructie; zij moesten nu genoegen nemen met minder provisie. […]” […]
Vraag:
Welke prestatie heeft [belanghebbende] moeten leveren om het bedrag van € 89.027 te kunnen declareren?
Antwoord:
“Gewoon zorgen voor succes, het was een succes-fee. Het was geen extra prestatie dan die ik vanuit mijn functie bij [C BV] al verrichtte.” […]
Vraag:
Begrijp ik het goed dat u terzake van de door u verrichte werkzaamheden bij deze transactie eigenlijk tweemaal beloond bent, eenmaal door uw werkgever [C BV] via uw normale salaris, plus bonus, en eenmaal direct vanuit [F BV]?
Antwoord:
“Ja, [d]e reguliere salaris en de succes-fee. De transactie was voor [C BV] enorm. Het heeft geleid tot een aanzienlijke winststijging voor [C BV] in dat jaar. Ik was, gezien mijn contacten vanuit mijn bankverleden, belangrijk voor [C BV]. Dat heeft [C BV] de nodige transacties opgeleverd. Er heeft die avond, toen het groene licht doorkwam van De Lage Landen, voor veel vreugde geleid binnen [C BV]. Ook De Lage Landen komt namelijk vanuit mijn netwerk. […]”
Vraag:
Waarom heeft u deze inkomsten ad € 89.023,00 niet vermeld op uw aangiftebiljet Inkomstenbelasting 2002?
Antwoord:
“Het klinkt u raar in de oren natuurlijk, maar dat ben ik echt vergeten. Zo’n bedrag ben ik niet gewend te ontvangen. Als ik kwaad had gewild, had ik dat bedrag natuurlijk niet over mijn bank laten lopen. Dit is echt vergeten. […]
Je krijgt zo’n bedrag aangeboden, je werkgever heeft er geen probleem mee. De zaak was voor [C BV] waarschijnlijk niet doorgegaan als ik mijn netwerken niet had gebruikt. Maar ja, het is aan de andere kant een hoop geld, en ik heb het aangepakt. Ik heb de bezwaren die ik had over dergelijke beloningen uiteindelijk overboord gegooid. […]” ”
[V1-002, pag. 7 - 11]
2.13.8.Met betrekking tot in 2004 door belanghebbende ontvangen en niet-aangegeven ‘kick backs’ / tipgelden:
“ […] “Het kan zien op die situatie [O], dat ik die twee partijen met elkaar in contact heb gebracht. U zegt mij er vanuit te gaan dat dit inderdaad het geval was, en vraagt mij naar mijn rol in dit project, maar dat is niets. Ik heb alleen partijen met elkaar kennis laten maken. Volgens mij ben ik fysiek bij een ontmoeting aanwezig geweest die door mij gearrangeerd is, ik denk wel dat het zo is geweest. […] U vraagt mij of de situatie [O] zich afspeelde in mijn tijd bij [C BV] of later, maar dat weet ik niet meer. Ik weet niet meer exact wanneer het [is] geweest. Ik ben begin 2004 weg gegaan bij [C BV] en in die periode speelde dat zo’n beetje. […]”
Vraag:
Heeft u een vergoeding ontvangen voor uw bemoeienissen in die situatie [O], zoals u het noemt?
Antwoord:
“Ik heb tipgeld gekregen van [N] […]. Volgens mij van een vennootschap van [G1] […]. U vraagt mij hoeveel tipgeld ik heb ontvangen, maar dat weet ik niet exact meer. Ik denk iets van € 80.000 of € 89.000, iets in de 80. Dat heb ik ontvangen in 2004 […]. U zegt mij dat dat makkelijk verdiend is, twee partijen met elkaar in contact brengen en iets van 80.000 euro verdienen, en ja dat verbaasde mij ook. Het schijnt voor [N] een interessante deal geweest te zijn. Ik had wel wat verdiend maar zoveel had ik niet verwacht. […]” […]
Vraag:
Heeft u het bedrag van € 89.375,00 meegenomen in een belastingaangifte? […]
Antwoord:
“Nee, volgens [...] [P] [Hof: werkzaam bij [P Adviseurs], die belanghebbendes boekhouding verzorgde en belanghebbendes aangiften IB concipieerde] hoef je tipgeld niet op te geven aan de Belastingdienst. […]” ”
[V1-004, pag. 3, 4, 7 en 8]