4.4.De man heeft betoogd dat hij in 2011 genoodzaakt was alle beschikbare liquiditeiten uit zijn ondernemingen aan te wenden om de rekening-courant schuld terug te brengen van € 425.305,- naar € 225.000,- en dat hij de beschikbare liquiditeiten in de periode na 2011 zal moeten gebruiken om de rekening-courant schuld per 1 maart 2013 geheel af te lossen en om een claim van € 95.519,41 uit hoofde van een vonnis van de rechtbank Alkmaar van 15 juli 2009 te kunnen voldoen.
Ter onderbouwing van de door hem gestelde noodzaak tot aflossing van de rekening-courant schuld heeft de man zich beroepen op een kredietovereenkomst tussen [B.V.4]en ABN AMRO Bank N.V. (hierna: ABN AMRO) van 3 mei 2012. In die overeenkomst is, voor zover van belang, het navolgende overeengekomen.
"(…)in aanmerking nemende dat:
- een kredietovereenkomst d.d. 4 april 2012 geldt tussen ABN AMRO en de daarin vermelde kredietnemer(s), hierna te noemen de "Bestaande Kredietovereenkomst";
- de Kredietnemer en ABN AMRO beogen de rechten en de verplichtingen uit hoofde van de Bestaande Kredietovereenkomst te behouden zoals gewijzigd en/of aangevuld overeenkomstig hetgeen is opgenomen in deze Kredietovereenkomst, hierna te noemen de "Kredietovereenkomst", waardoor die in zijn geheeld als volgt komt te luiden;
zijn overeengekomen als volgt:
De Kredietnemer en ABN AMRO komen overeen de rechten en de verplichtingen uit hoofde van de Bestaande Kredietovereenkomst te wijzigen en/of aan te vullen, zonder de Bestaande Kredietovereenkomst te beëindigen, overeenkomstig hetgeen is opgenomen in deze Kredietovereenkomst.
ABN AMRO is hiertoe bereid op basis van de aan haar verstrekte informatie.
De Kredietnemer krijgt de faciliteit ten behoeve van zijn bedrijfsuitoefening.
Omvang financieringEUR 225.000,00
Rekening-courantfaciliteit met een limiet van EUR 225.000,00
Limietaanpassing
De limiet zal op 1 maart 2013 worden verlaagd tot nihil, behoudens wijziging."
Blijkens de stukken bedroeg de kredietlimiet van de rekening-courant faciliteit aanvankelijk € 600.000,-. Uit de bovengenoemde kredietovereenkomst van 3 mei 2012 volgt dat de limiet per die datum is teruggebracht tot € 225.000,- en op 1 maart 2013 verder zal worden verlaagd tot nihil.
Anders dan de man kennelijk betoogt, kan uit de overeenkomst van 3 mei 2012 niet worden afgeleid dat de kredietlimiet op instigatie van ABN AMRO is verlaagd en evenmin wat de reden voor de verlaging is geweest. Het had in dat verband op de weg van de man gelegen de reeds bestaande kredietovereenkomst van 4 april 2012 in het geding te brengen en aanvullende stukken (van ABN AMRO), waaruit de reden van de verlaging van zou blijken, hetgeen hij heeft nagelaten. Onder die omstandigheden heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat er een noodzaak bestond voor het verlagen van de kredietlimiet en voor de aflossing van de rekening-courant schuld.
De stelling van de man dat de vrije kasstromen voorts dienen te worden aangewend om een uit hoofde van het vonnis van de rechtbank Alkmaar 15 juli 2009 verschuldigde- claim van € 95.519,41 te kunnen voldoen, acht het hof evenmin aannemelijk, gelet op hetgeen hierna onder 4.5. ten aanzien van die claim wordt overwogen.
Gezien het voorgaande heeft de man zijn stelling dat de vrije kasstromen in zijn ondernemingen het sinds 2010 niet toelaten om zijn salaris als DGA en de aan hem verschuldigde lijfrente-uitkering te voldoen, onvoldoende onderbouwd.
Dit brengt mee dat het hof rekening zal houden met de aan de man verschuldigde lijfrente-uitkering die ten laste wordt gebracht van de op de balans opgenomen voorziening 'lijfrenteverplichting [de man]'.
Met betrekking tot de vraag of de resultaten van de ondernemingen van de man het toelaten dat het salaris van de man als DGA, dat in 2010 en 2011 reeds ten laste van die resultaten is gebracht, ook daadwerkelijk wordt uitgekeerd, overweegt het hof als volgt.