Uitspraak
1.[APPELLANTE SUB 1],
[APPELLANT SUB 2],
mr. J.J.H.S. Thomassente Maastricht,
mr. A. Kniggete Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, zijn appellanten, American Cola en Americola, in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 31 oktober 2012 een uitspraak gedaan in een merkenrechtelijke kwestie, die door de appellanten werd betwist. De appellanten hebben op 30 januari 2013 een dagvaarding ingediend en drie grieven aangevoerd, waarbij zij bewijs hebben aangeboden en hebben geconcludeerd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal vernietigen en hun vorderingen zal toewijzen. Spar International B.V., de geïntimeerde, heeft in een incidentele memorie gevorderd dat de appellanten zekerheid stellen voor de proceskosten, omdat zij geen woonplaats in Nederland hebben. De appellanten hebben hiertegen geprotesteerd en verzocht om afwijzing van de vordering van Spar.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 224 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) degene die geen woonplaats in Nederland heeft, zekerheid moet stellen voor de proceskosten. Echter, de appellanten hebben een woonplaats in Luxemburg opgegeven, en volgens de EEX-verordening kunnen rechterlijke beslissingen in de EU direct ten uitvoer worden gelegd in andere lidstaten. Het hof oordeelde dat Spar niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de appellanten geen vaste woon- of verblijfplaats in Luxemburg hebben. Daarom bestond er geen verplichting voor de appellanten om zekerheid te stellen.
Het hof heeft de incidentele vordering van Spar afgewezen en bepaald dat Spar, als in het ongelijk gestelde partij, zal worden veroordeeld in de kosten van het incident. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door Spar, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Dit arrest is uitgesproken op 30 juli 2013 door de meervoudige kamer van het hof.