De oud-notaris heeft aan de vaststelling van de feiten door de kamer in de bestreden beslissing een aantal nuanceringen en/of verbeteringen aangebracht. Het hof zal die nuanceringen en/of verbeteringen zo nodig hierna in de feiten verwerken en in zijn beoordeling betrekken. Voorts heeft de oud-notaris aangevoerd dat het onderzoek van de kamer ten onrechte is uitgebreid tot de leveringsakten aan [naam] (hierna: [naam]) casu quo [naam] (hierna: [naam]), terwijl over deze kwestie in de brief van 23 november 2011 van de curator van [BV] (hierna: [BV]), welke brief aan het onderzoek in deze zaak ten grondslag ligt, niets wordt gezegd. Anders dan de oud-notaris stelt, is de kamer bij zijn onderzoek uitgegaan van de bedenkingen en conclusies van de plaatsvervangend voorzitter. Deze is bij zijn bevindingen niet alleen uitgegaan van genoemde brief van 23 november 2011 maar ook van de brief van 12 januari 2012 van [naam], curator in het faillissement van de [BV], waarvan de aandelen door [stichting], vertegenwoordigd door haar bestuurder [naam], zijn overgenomen.
Voor het overige heeft de oud-notaris geen bezwaar gemaakt tegen de door de kamer vastgestelde feiten, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. Het gaat in deze zaak om het volgende:
. Op 17 februari 2009 heeft de oud-notaris een akte van aandelenoverdracht gepasseerd. Het betrof de levering van de aandelen van een vennootschap door [naam], een kennis en plaatsgenoot van de oud-notaris, aan [naam] (hierna: [naam]). [naam] was bestuurder van [BV].
. De oud-notaris had voordien in opdracht van de [stichting], vertegenwoordigd door haar bestuurder [naam], waarvoor [naam] administratieve werkzaamheden verrichtte, een aantal aandelenoverdrachten verzorgd. Daarbij was in tenminste één geval een vordering van de overgedragen vennootschap op haar voormalige bestuurder kwijtgescholden na de overdracht van de aandelen. De oud-notaris heeft ook die kwijtschelding verzorgd.
. Op 13 maart en 12 mei 2009 heeft de oud-notaris wederom in opdracht van [naam] aandelenoverdrachten aan [BV] verzorgd. In totaal heeft de oud-notaris in de periode 17 februari 2009 tot 2 juli 2010 in opdracht van [naam] eenenvijftig aandelenoverdrachten aan [BV] verzorgd.
. In de akten van aandelenoverdracht werden [naam], wonende in [plaatsnaam]), voor zichzelf in privé, en [BV] (gevestigd te [plaatsnaam]) als kopers aangeduid. [BV] hield kantoor aan hetzelfde adres als het woonadres van [naam] in [plaatsnaam]. In de akten staat vermeld dat [BV] werd vertegenwoordigd door haar enig bestuurder, de rechtspersoon naar Luxemburgs recht [vennootschap]l. [naam] trad bij de akten op als gérant unique van die Luxemburgse vennootschap.
. De aandelen van de desbetreffende vennootschappen werden tegen een zeer lage prijs, vaak € 1,00 aan [BV] verkocht. Het ging zonder uitzondering om noodlijdende vennootschappen die zeer uiteenlopende activiteiten uitoefenden. Acht van de eenenvijftig vennootschappen zijn later gefailleerd.
. In vier gevallen is direct na de aandelenoverdracht aan [BV] een vordering van de verkochte vennootschap, na overdracht vertegenwoordigd door [naam], op haar voormalige moedervennootschap of directeur-grootaandeelhouder gecedeerd aan [BV]. Vervolgens heeft [BV] die schulden direct na de overname daarvan kwijtgescholden. In een geval heeft de delging van een schuld door verrekening plaatsgevonden. Voornoemde kwijtscheldingen zijn door de oud-notaris verzorgd.
. [BV] is op 20 juni 2010 door de rechtbank Roermond failliet verklaard.
. De oud-notaris heeft over deze kwestie in september 2010 contact gehad met de KNB, een en ander naar aanleiding van een melding bij de KNB door een oud-werknemer van een na overname door [BV] gefailleerde vennootschap.
. Bij beslissing van de kamer van 9 juni 2011 is een klacht van voornoemde oud- werknemer gegrond verklaard. Aan de oud-notaris is toen de maatregel van berisping opgelegd. De oud-notaris is tegen deze maatregel niet in beroep gekomen.