Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
bijschrijvingop de boekwaarde uit. Dit geldt zowel voor de willekeurige afschrijving van artikel 3.34, eerste lid, als voor de 'reguliere' afschrijving van artikel 3.30 van de Wet IB 2001. Afschrijving ziet op de waardedaling van een activum, in dit geval de 'hotmelt unit', en vindt plaats in overeenstemming met de te verwachten (resterende) levensduur en de afnemende nutsprestaties die worden geleverd door het activum. Bij een willekeurige afschrijving kan deze relatie worden losgelaten, en mag worden afgeschreven in een willekeurig tempo. Echter, een bijschrijving zoals door belanghebbende bepleit, leidt tot een waardestijging van het activum en heeft (hoewel het door belanghebbende wordt omschreven als een ‘negatieve afschrijving’) niets van doen met de waardedaling die een activum ondergaat. Anders dan belanghebbende, vermag het Hof niet in te zien dat uit het totaalwinstbeginsel, dan wel het Besluit van 5 september 2003, nr. CPP2003/2106, iets anders zou volgen.