ECLI:NL:GHAMS:2013:2124
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P.C. Römer
- R.J.F. Thiessen
- J.A. Peters
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens niet rechtsgeldige ademanalyse en bewijsuitsluiting
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Alkmaar. De verdachte was beschuldigd van het rijden onder invloed van alcohol op 19 maart 2011, waarbij de ademanalyse een alcoholgehalte van 210 microgram per liter uitgeademde lucht aangaf. De advocaat-generaal had een geldboete van 300 euro en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 6 maanden geëist. De raadsman van de verdachte betwistte echter de uitslag van de ademanalyse en stelde dat de verdachte niet was gewezen op zijn recht op een tegenonderzoek, wat volgens hem de rechtsgeldigheid van het bewijs in twijfel trok.
Het hof heeft vastgesteld dat de opsporingsambtenaren tekortgeschoten zijn in hun informatieplicht. De verdachte had na de mededeling van de uitslag van de ademanalyse aangegeven het niet eens te zijn met de uitslag, maar er was geen melding gemaakt van de mogelijkheid om een tegenonderzoek aan te vragen. Dit verzuim heeft geleid tot de conclusie dat de verdachte niet in de gelegenheid is gesteld om de uitslag van het onderzoek te toetsen, wat een ernstige schending van zijn rechten inhoudt.
Gelet op het belang van de onderzoeks- en informatieplicht, heeft het hof besloten dat het resultaat van de ademanalyse niet als bewijs kan worden gebruikt. Aangezien niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.