Uitspraak
mr. H.M.G. Brunklauste Amsterdam,
1.[geïntimeerde sub 1],
[geïntimeerde sub 2],
mr. R. Shahbazite Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met producties.
2.Feiten
3.Beoordeling
Zij heeft zes maanden nodig een woning in Den Haag te regelen via slachtofferzorg”). In diezelfde richting wijst de verklaring van de advocaat van [geïntimeerden] tijdens het pleidooi voor dit hof over de familieomstandigheden van [geïntimeerde sub 2], namelijk dat een van haar kleindochters, het kind van [geïntimeerde sub 2] door geweld om het leven gebrachte dochter, in Den Haag woont en [geïntimeerde sub 2] de twee in Suriname verblijvende kinderen van haar andere alleenstaande dochter, die in een labiele psychische toestand verkeert, met behulp van diverse instanties in Nederland een stabiele thuisbasis hoopt te kunnen bieden. Aldus is naar het voorlopig oordeel van het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat [geïntimeerde sub 2] in de woning geen hoofdverblijf heeft (gehouden).