Uitspraak
1.[appellant sub 1] ,
mr. P.J.Ph. Dietz de Looste Wassenaar,
[appellante sub 2] ,
mr. F.J. Kremerte ‘s-Gravenhage,
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
[geïntimeerde sub 3] ,
mr. I.M.C.A. Reinders Folmerte Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven van [appellant sub 1] , met producties;
- memorie van grieven van [appellante sub 2] , met producties;
- memorie van antwoord van [geïntimeerden] inzake de grieven van [appellant sub 1] , met producties;
- memorie van antwoord van [geïntimeerden] inzake de grieven van [appellante sub 2] , met producties.
2.Feiten
grief 1opgekomen tegen twee onderdelen van de vaststelling onder 2.2., te weten (i) dat perceel [perceel 1] voordien eigendom was van ‘de inmiddels ontbonden en in liquidatie verkerende [X] Vastgoed B.V.’ en (ii) dat deze vennootschap de mede-eigendom van dat perceel ‘om niet aan partijen [heeft] overgedragen’. Voor zover nodig zal het hof bij de beoordeling met de bezwaren van [appellant sub 1] rekening houden. Voor het overige zijn de feiten in hoger beroep niet in geschil en deze dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt.