In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 20 juni 2013, betreft het een hoger beroep van [X] B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem over de naheffingsaanslagen in verband met overdrachtsbelasting. De rechtbank had eerder een uitspraak gedaan die gedeeltelijk werd vernietigd. De inspecteur van de Belastingdienst had naheffingsaanslagen opgelegd op basis van een waarde van € 44 per m² voor de verkregen gronden. De gemachtigde van [X] B.V. betwistte deze waarde en voerde aan dat de oppervlakte van de gronden 45.450 m² was, terwijl de inspecteur een oppervlakte van 45.650 m² hanteerde. Het Hof oordeelde dat de berekening van de inspecteur juist was en dat de naheffingsaanslagen moesten worden verminderd tot de in hoger beroep vastgestelde bedragen. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank, behoudens de beslissing over de proceskosten, en verklaarde het hoger beroep gegrond en het incidenteel hoger beroep ongegrond. Tevens werd de boete die aan [X] B.V. was opgelegd vernietigd. Het Hof kende een kostenvergoeding toe aan de gemachtigde van [X] B.V. van € 2.478, gebaseerd op de door hem verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.