Uitspraak
mr. E.C.W. van der Poelte Alkmaar,
mr. A.F.M. den Hollanderte Rotterdam.
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de gemeente Purmerend tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem. De gemeente is in hoger beroep gekomen van een vonnis waarin de rechtbank de vorderingen van [appellant] heeft toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten. De zaak betreft de verkoop van een perceel grond door [appellant] aan de gemeente, waarbij in de koopovereenkomst een bijzonder beding is opgenomen. Dit beding houdt in dat bij herontwikkeling van de grond een aanvullende vergoeding van € 125.000,-- verschuldigd is, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De gemeente heeft betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat aan deze voorwaarden is voldaan en dat er sprake is van een ingrijpende verandering van het perceel.
De rechtbank heeft in haar vonnis vastgesteld dat de gemeente het perceel heeft betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Weidevenne, en dat er daardoor sprake is van een ingrijpende wijziging. De gemeente heeft in hoger beroep aangevoerd dat de handgeschreven toevoeging in de koopovereenkomst niet van toepassing is op de aanleg van een hoogwatersloot, omdat deze al in de onderhandelingen was voorzien. Het hof heeft echter geoordeeld dat de toevoeging blijk geeft van de behoefte van [appellant] om de tekst te verduidelijken en dat de gemeente onvoldoende omstandigheden heeft aangevoerd die een andere uitleg rechtvaardigen.
Het hof heeft de grieven van de gemeente verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De gemeente is veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Dit arrest is gewezen door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam op 25 juni 2013.