Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1],
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven aan de zijde van Dexia;
- memorie van antwoord aan de zijde van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2].
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 1voert Dexia aan dat de kantonrechter ten onrechte de wetenschap van [geïntimeerde sub 2] van het bestaan van de leaseovereenkomsten niet als vaststaand heeft aangenomen maar [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] heeft toegelaten tot tegenbewijs.
grief 2komt Dexia op tegen het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] erin geslaagd zijn tegenbewijs te leveren en dus het bewijsvermoeden te ontzenuwen.
- dat zij voor het eerst ongeveer in april 2004 van de effectenleaseovereenkomsten heeft vernomen, toen haar man naar een uitzending van Radar keek en riep dat er iets met Dexia was en dat dat niet goed was;
- dat zij aanneemt dat haar man haar niet eerder over de contracten heeft verteld omdat zij zich nooit met dat soort zaken bemoeide;
- dat zij niet weet waarom hij de contracten is aangegaan;
- dat toentertijd sprake was van twee bankrekeningen, waarvan één rekening op haar eigen naam, waarop maandelijks het huishoudgeld werd gestort, en één rekening op naam van haar man;
- dat enveloppen met bankafschriften van de rekening van haar man uitsluitend werden opengemaakt door haar man;
- dat de rekening die op naam van haar man stond, in 1999, toen haar man in het ziekenhuis werd opgenomen, ook op haar naam is gezet;
- dat in de periode dat haar man in het ziekenhuis was opgenomen, de bankafschriften werden opengemaakt door haar zoons;
- dat zij die bankafschriften, die waren opgeborgen in een map, alleen inkeek om te kijken of de inleg van de Postcodeloterij was betaald;
- dat de bankafschriften op de rekening die op haar naam staat, door haar uit de envelop werden gehaald en opgeborgen;
- dat zij alleen de dagelijkse huishoudelijke uitgaven deed en dat alle andere betalingen werden gedaan door haar man en, vanaf het moment dat hij in het ziekenhuis lag, door haar zoons;
- dat haar zoons nooit hebben gesproken over Dexia of Legio-Lease,
- dat haar man op een gegeven moment weer zelf de financiële administratie is gaan doen en dat zij niet weet wanneer dat was;
- dat zij nooit belastingaangifte heeft gedaan;
- dat haar man het hoofd was van het gezin en dat hij alles regelde wat gedaan moest worden en dat zij zich niet bemoeide met de financiën;
- dat zij nog een pinpas heeft van de en/of-rekening, maar dat zij die pas eigenlijk alleen bij uitzondering gebruikt wanneer er te weinig geld op haar eigen rekening staat;
- dat zij de bankafschriften van de en/of-rekening zelden bekeek omdat de betalingen aan de loterij slechts eens per maand of per twee maanden plaatsvonden en dat zij daarbij alleen de bedragen langsliep om te kijken of zij de inleg van de tussen de vijf en zeven euro van de loterij zag;
- dat afschrijvingen aan Dexia haar nooit zijn opgevallen;
- dat zij ervan geen weet heeft gehad dat zes overeenkomsten een positief resultaat hebben gehad en de betreffende bedragen op de en/of-rekening zijn gestort;
- dat zij ook wel eens extra geld van het werk van haar man kregen en dat haar man wel eens heeft gezegd: “We hebben er weer wat bij gekregen” en dat zij naar de reden daarvan niet heeft gevraagd;
- dat haar zoons haar nooit iets hebben gevraagd over de betalingen aan Dexia;
- dat haar man nooit heeft gezegd dat hij contracten heeft afgesloten met Legio-Lease;
- dat zij het tijdschrift LegioNieuwsMagazine wel eens heeft gezien maar daar nooit in gekeken heeft.
- dat zijn vrouw voor het eerst van de effectenleasecontracten heeft vernomen toen hij haar daarover vertelde, naar aanleiding van berichten in de kranten en het programma Radar;
- dat dat was in 2004;
- dat hij vermoedt dat dit een of twee maanden was voordat hij, samen met zijn zoon, voor het eerst naar de advocaat is geweest;
- dat hij zijn vrouw over de contracten niet eerder heeft verteld omdat zij zich nooit met de financiële zaken bemoeit;
- dat de inleg voor de contracten afkomstig was van zijn loon;
- dat hij die contracten heeft afgesloten met als doel te sparen voor zijn oudedagsvoorziening en dat hij daarover nooit heeft gesproken met zijn vrouw;
- dat zijn vrouw en hij elkaars post nooit openmaken;
- dat enveloppen met bankafschriften van zijn rekening, die nu de en/of-rekening is, uitsluitend door hem worden geopend;
- dat hij weinig weet van de gang van zaken met betrekking tot de bankafschriften in de periode dat hij in het ziekenhuis lag, maar dat hij denkt dat zijn vrouw dit in die periode heeft overgelaten aan zijn zoons en dat zij nooit heeft gekeken op bankafschriften van de en/of-rekening;
- dat zijn vrouw nooit belastingaangifte heeft gedaan;
- dat hij met zijn vrouw nooit heeft gesproken over een oudedagsvoorziening omdat zij daar geen interesse in had;
- dat zij ook niets wist van de lijfrentepolissen die hij had afgesloten;
- dat overschrijfformulieren van de en/of-rekening in de periode dat hij daartoe niet in staat was, werden ingevuld door zijn zoons en dat zijn vrouw alleen een handtekening hoefde te zetten;
- dat zijn vrouw nooit iets heeft gevraagd over de hoeveelheid post van Legio-Lease omdat dat haar niet interesseert;
- dat hij zijn vrouw nooit heeft verteld over een positief resultaat van zes overeenkomsten omdat zij daarin geen interesse heeft en daarvan ook geen verstand heeft.
grief 3komt Dexia op tegen rechtsoverweging 5.15 in het vonnis, waarin de kantonrechter overweegt dat op grond van de leaseovereenkomsten in totaal door [geïntimeerde sub 1] € 54.312,79 aan termijnen is betaald, waarop een bedrag van € 10.518,59 voor ontvangen dividend en een bedrag van € 9.292,14 aan andere uitkeringen in mindering dient te worden gebracht, zodat per saldo een bedrag van € 34.502,06 door Dexia aan [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] moet worden gerestitueerd. Volgens Dexia moet niet een bedrag van € 9.292,14 aan overige uitkeringen (dat wil zeggen: uitkeringen bij de afloop van overeenkomsten) worden berekend maar een bedrag van € 13.486,14. Het verschil van € 4.194,- wordt volgens Dexia gevormd door hetgeen zij ter zake van vier overeenkomsten ‘Spaarleasen’ aan [geïntimeerde sub 1] heeft betaald in verband met een klacht die verder los staat van het geschil.