Uitspraak
mr. A. van Hees,
mr. P. de Boorder
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 19 april 2011, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 mei 2013 een arrest uitgesproken in het hoger beroep tussen het openbaar lichaam de Staat der Nederlanden en de besloten vennootschap Nieuw Werklust Holding B.V. Het hof heeft een bevel gegeven voor een nieuw deskundigenonderzoek. Dit besluit is genomen na een aantal correspondenties tussen de partijen over de benoeming van deskundigen. Het hof had eerder op 30 november 2011 aangegeven dat het voornemens was de in eerste aanleg benoemde deskundigen opnieuw te benoemen, maar door de afwezigheid van een van de deskundigen, de heer J. van der Wel, heeft het hof besloten om ir. J. Toornend als deskundige aan te stellen.
De deskundigen zijn gevraagd om te beoordelen of zij kunnen volstaan met schriftelijke inlichtingen of dat een descente noodzakelijk is. De centrale vraag die aan de deskundigen is voorgelegd, betreft de waarde van het bijkomend aanbod zoals verwoord in een eerder vonnis van 6 april 2005. Het hof heeft de deskundigen verzocht om binnen vier weken na het arrest te rapporteren of zij een descente nodig achten. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 26 november 2013 voor het deskundigenbericht, waarbij het hof heeft aangegeven dat verdere beslissingen worden aangehouden totdat het deskundigenonderzoek is afgerond.
Dit arrest is openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het hof, bestaande uit de rechters G.C.C. Lewin, J.C. Toorman en W.J. Noordhuizen.