Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord, met een productie.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van [geïntimeerde] als bestuurder van Mior Service Bodegraven B.V. in het kader van een faillissement. De curator, mr. Jeroen Thiele, heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem, waarin zijn vorderingen tot aansprakelijkheid van [geïntimeerde] werden afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat [geïntimeerde] zijn taak als bestuurder niet onbehoorlijk had vervuld, ondanks de te late deponering van de jaarrekening over 2006. Het hof bevestigt deze beslissing en oordeelt dat de curator niet voldoende heeft aangetoond dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. Het hof stelt vast dat de curator onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen en dat de feiten en omstandigheden die door [geïntimeerde] zijn aangevoerd, wijzen op andere oorzaken van het faillissement. Het hof concludeert dat de curator in zijn vorderingen niet kan worden gevolgd en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de curator wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.