Uitspraak
mr. P. Wanders, advocaat te Amsterdam,
mr. S. de Glee.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kamer van toezicht over notarissen. De notaris, die in deze procedure als appellant optreedt, had een klacht ontvangen van de Belastingdienst Utrecht/Gooi, vertegenwoordigd door de directeur als klager. De klacht betrof het onzorgvuldig handelen van de notaris bij de uitbetaling van geblokkeerde gelden, die op de derdengeldrekening van de notaris stonden. Klager verwijt de notaris dat hij zonder toestemming van de Ontvanger bedragen van in totaal € 1.119.272,52 aan derden heeft uitgekeerd, terwijl deze gelden bestemd waren voor de Ontvanger. De notaris had volgens klager voorafgaand aan de uitbetaling schriftelijke toestemming moeten vragen, in plaats van te vertrouwen op een telefonische bevestiging van de Belastingdienst.
Het hof heeft vastgesteld dat de notaris niet heeft gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt. Het hof oordeelt dat de notaris, gezien zijn zorgplicht, had moeten inwinnen bij de Ontvanger voordat hij tot uitbetaling overging. De notaris had moeten begrijpen dat er gerede twijfel bestond over de uitbetaling, en had daarom schriftelijke bevestiging moeten vragen. Het hof heeft de klacht van de Ontvanger gegrond verklaard en de maatregel van berisping opgelegd aan de notaris. De beslissing van de kamer van toezicht is vernietigd, en het hof heeft de notaris aangesproken op zijn onzorgvuldige handelen, dat de belangen van de Ontvanger ernstig heeft veronachtzaamd. De notaris heeft weliswaar betoogd dat hij navraag heeft gedaan bij de Belastingdienst, maar het hof oordeelt dat dit niet voldoende was om aan zijn zorgplicht te voldoen. De notaris kan niet worden verweten dat hij op basis van zijn geheimhoudingsplicht geen informatie heeft verstrekt aan de Ontvanger over de uitbetaling van de gelden.