GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
NOTARIS- EN GERECHTSDEURWAARDERSKAMER
Bij vervroeging.
Beslissing van 6 november 2012 in de zaak van:
[ KLAGER ],
wonende te [ plaats ],
APPELLANT,
[ NOTARIS ] ,
notaris te [ plaats ],
GEÏNTIMEERDE.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Van de zijde van appellant, verder klager, is bij een op 27 april 2011 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift – met bijlagen – tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te ‘s-Hertogenbosch, verder de kamer, van 21 april 2011, waarbij de kamer de klacht van klager tegen geïntimeerde, verder de notaris, ongegrond heeft verklaard.
1.2. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 27 september 2012. Klager en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; klager aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota, met daaraan een drietal bankafschriften gehecht.
2. De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben de juistheid van de door de kamer vastgestelde feiten niet betwist, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan. Wel heeft klager aan de door de kamer vermelde feiten een verbetering aangebracht en een eigen opsomming toegevoegd. Indien en voor zover die verbetering en opsomming voor de beoordeling van belang zijn, zal het hof daarmee rekening houden.
4. Het standpunt van klager
Op grond van artikel 25 van de Wet op het notarisambt (Wna) is een notaris verplicht een bijzondere rekening aan te houden. De notaris heeft als rekeninghouder het beheer over die kwaliteitsrekening. De rechthebbenden zijn de deelgenoten en zij hebben een vorderingsrecht onder ontbindende of opschortende voorwaarden. De notaris is tekort geschoten in zijn beheer over de kwaliteitsrekening en heeft de wettelijke bepalingen niet toegepast omdat hij gelden heeft uitbetaald van die rekening, zonder de opschortende of ontbindende voorwaarden te betrachten.
5. Het standpunt van de notaris
De notaris voert aan dat hij niet onjuist heeft gehandeld, omdat de uitkering van de verkoopopbrengst in overeenstemming was met de opdracht van de gevolmachtigde, [ X ].
6. De beoordeling
6.1. Voor zover klager in zijn appelschrift zijn klacht in eerste aanleg heeft uitgebreid, zal het hof deze uitbreiding – gelet op het bepaalde in artikel 107 lid 4 Wet op het notarisambt – buiten beschouwing laten.
6.2. Het is vaste rechtspraak van het hof dat het strafrechtelijk beginsel ne bis in idem – inhoudende dat niemand mag worden berecht of gestraft voor hetzelfde feit waarover reeds bij definitieve einduitspraak is beslist – ook van toepassing is binnen het notariële tuchtrecht. Het hof is van oordeel dat de inleidende klacht – wat van de door klager bedoelde opschortende of ontbindende voorwaarden ook zij – in de kern dezelfde inhoud en strekking heeft als de reeds eerder door klager tegen de notaris ingediende klacht met betrekking tot het ten onrechte uitbetalen van de verkoopopbrengst van het pand [ adres ] op de rekening van de moeder van klager, waarover in appel door dit hof op 3 mei 2011 (zaaknummer 200.076.156/01) onherroepelijk is beslist. Dit leidt ertoe dat klager niet ontvankelijk moet worden verklaard in zijn klacht.
6.3. Nu het hof tot een andere beslissing is gekomen dan de kamer, kan de beslissing van de kamer niet in stand blijven.
6.4. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als niet ter zake dienend, buiten beschouwing blijven.
6.5. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
- vernietigt de bestreden beslissing en opnieuw rechtdoende;
- verklaart klager niet ontvankelijk in zijn klacht.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.D.R.M. Boumans, J.C.W. Rang en C.P. Boodt en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 6 november 2012 door de rolraadsheer.
DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET ARRONDISSEMENT 's-HERTOGENBOSCH
neemt de navolgende beslissing op de klacht van de heer [ klager ], hierna te noemen klager, tegen de heer mr. [ notaris ], notaris te [ plaats ], hierna te noemen de notaris.
1.1 Op 12 december 2010 heeft klager een klacht (met bijlagen) geformuleerd tegen de notaris.
1.2 De plaatsvervangend voorzitter van de kamer van toezicht heeft de zaak verwezen naar de volle kamer.
1.3 De kamer van toezicht heeft de klacht behandeld ter openbare vergadering van 17 maart 2011. Klager is verschenen. De notaris is hoewel behoorlijk hiertoe opgeroepen niet verschenen.
2.1 De Kamer van Toezicht is gelet op de klacht met het kenmerk KLN 09.25 ambtshalve bekend met het navolgende vaststaande feit.
De notaris heeft een volmacht op laten maken in het kader van de verkoop en levering van de woning aan [ adres ] waarbij de comparanten, waaronder klager, onherroepelijk volmacht geven aan de heer [ X ] om de in de volmacht beschreven handelingen te verrichten. Betreffende volmacht is door alle comparanten, ook door klager, ondertekend. De notaris heeft ten aanzien van de uitbetaling van gelden gehandeld conform de afspraken met de
heer [ X ].
3. De klacht en het verweer daartegen
3.1 Klager stelt, zakelijk weergegeven, het navolgende.
De notaris is volgens artikel 25 van de Wet op het notarisambt verplicht een bijzondere rekening aan te houden. De notaris heeft als rekeninghouder het beheer over die kwaliteitsrekening. De rechthebbenden zijn de deelgenoten en zij hebben een vorderingsrecht onder ontbindende of opschortende voorwaarden. De notaris is tekort geschoten in zijn beheer over die rekening omdat hij onder meer van die rekening gelden heeft uitbetaald zonder de opschortende of ontbindende voorwaarden te betrachten.
3.2 De notaris heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid op de klacht te reageren.
4.1 Klager heeft eerder een klacht ingediend tegen de notaris. Dit betreft de klacht met het kenmerk KLN 09.25. In het kader van ‘ne bis in idem’ heeft de plaatsvervangend voorzitter klager verzocht aan te geven waarom de onderhavige klacht gebaseerd is op andere feiten en omstandigheden dan de genoemde klacht. Klager heeft hierop geantwoord dat thans geklaagd wordt op grond van artikel 25, derde lid, van de Wet op het notarisambt, met betrekking tot het niet aanvullen van een tekort op de bijzondere rekening van de notaris. Dat is nog niet eerder onderwerp van een klacht geweest.
De Kamer van Toezicht is van oordeel dat er in het onderhavige geval geen sprake is van ‘ne bis en idem’, zodat klager ontvankelijk is in zijn klacht.
4.2 Klager heeft gesteld dat de notaris gelden heeft uitbetaald van zijn bijzondere rekening, zonder het vorderingsrecht onder ontbindende of opschortende voorwaarden van de rechthebbenden te betrachten. De notaris was echter op basis van de ook door klager afgegeven volmacht gehouden tot het verstrekken en vergaren van informatie aan en van de volmachthouder, de heer [ X ], een zwager van klager. De heer [ X ] was gerechtigd om met de notaris te overleggen en afspraken te maken omtrent het uitbetalen van de gelden. De notaris kan niet worden verweten, dat hij overeenkomstig deze afspraken tot uitbetaling is overgegaan.
De Kamer van Toezicht is van oordeel dat de klacht ongegrond verklaard dient te worden.
verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gegeven te 's-Hertogenbosch door mr. J.P.M. van der Ham, plaatsvervangend voorzitter,
mr. M.A.M. Kessels, mr. M.H.G. Giesbers, mr. J.J.G.M. Kuijpers, leden, mr. P.M. Knaapen, plaatsvervangend lid, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 april 2011, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.