ECLI:NL:GHAMS:2012:BZ4186
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.E. Buitendijk
- M. Wigleven
- S.F.M. Wortmann
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontheffing gezag moeder over minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Haarlem, waarbij zij op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming ontheven is van het gezag over haar minderjarige kind. De moeder is op 13 juli 2012 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 1 mei 2012. De Raad heeft op 23 augustus 2012 een verweerschrift ingediend. De zaak is op 15 oktober 2012 ter terechtzitting behandeld, waarbij de vader niet is verschenen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de moeder heeft in 2007 een kind gekregen, dat door de vader is erkend. De moeder was van rechtswege belast met het gezag. In 2007 is het kind onder toezicht gesteld en in april 2008 uit huis geplaatst. De Raad heeft in 2011 een rapport opgesteld en verzocht om ontheffing van het gezag, wat door de rechtbank is toegewezen. De moeder verzet zich tegen deze beslissing en stelt dat zij in staat is om voor haar kind te zorgen.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de moeder in de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Ondanks zorgen over haar financiële situatie en de opvoeding van een ander kind, heeft zij zich ingezet voor haar eigen ontwikkeling en de zorg voor haar kinderen. Het hof oordeelt dat er onvoldoende gronden zijn om de moeder te ontheffen van het gezag, aangezien niet is komen vast te staan dat zij onmachtig of ongeschikt is om haar plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de Raad tot ontheffing van het gezag af.