ECLI:NL:GHAMS:2012:BZ1029
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.J.G.B. Heutink
- J.A.M. de Wit
- R.H.J. de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van een minderjarige met schizofrenie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een minderjarige verdachte die lijdt aan schizofrenie. De advocaat-generaal had gevorderd om de verdachte voorwaardelijk te plaatsen in een inrichting voor jeugdigen, maar het hof heeft deze vordering niet gevolgd. Het hof oordeelt dat een gedwongen plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, al dan niet aan voorwaarden gebonden, niet in het belang is van de ontwikkeling van de verdachte en evenmin van de bescherming van de maatschappij. Het hof baseert zich op verklaringen van deskundigen, waaronder een kinder- en jeugdpsychiater, die hebben aangegeven dat de huidige behandeling van de verdachte in de geestelijke gezondheidszorg adequater is. De deskundigen hebben benadrukt dat de verdachte, mits hij zijn medicatie inneemt, normaal functioneert en dat er voldoende waarborgen zijn voor zijn bescherming en die van de maatschappij. De ouders van de verdachte hebben ook hun erkenning van zijn psychische stoornis bevestigd en zijn betrokken bij zijn behandeling. Het hof concludeert dat de voortzetting van de huidige behandeling zonder gedwongen juridisch kader de beste optie is voor de verdachte. Het arrest is gewezen door de zevende meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin de rechters M.J.G.B. Heutink, J.A.M. de Wit en R.H.J. de Vries zitting hadden. Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep.