arrest
_________________________________________________________ _ _
zaaknummer : 200.113.969/01
zaaknummer rechtbank : 12/657 F
arrest van de Derde Meervoudige Burgerlijke Kamer van 30 oktober 2012
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLEANINGBEDRIJF DE RESIDENTIE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
APPELLANTE,
advocaat: mr. J.H. Pelle te ‘s-Gravenhage,
de stichting STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET SCHOONMAAK- EN GLAZENWASSERSBEDRIJF,
gevestigd te Amsterdam,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. J.A. Trimbach te De Meerrn.
1. Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna De Residentie en het Bpf genoemd.
De Residentie is bij op 25 september 2012 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift met producties in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 september 2012, waarbij De Residentie op verzoek van het Bpf in staat van faillissement is verklaard met benoeming van mr. C.W.D. Bom, lid van de rechtbank ‘s-Gravenhage, tot rechter commissaris en met aanstelling van mr. W.B. Rookhuizen, advocaat te Voorburg, tot curator.
Het Bpf heeft producties ingediend, gedateerd 5 oktober 2012 en binnengekomen ter griffie van het hof op 8 oktober 2012.
Het door de curator opgemaakte verslag met bijlagen van 19 oktober 2012 is op die dag per fax ter griffie van het hof ingekomen.
Op 22 oktober 2012 is een fax namens het Bpf binnengekomen ter griffie van het hof.
Het hoger beroep is behandeld ter terechtzitting van 23 oktober 2012. Daarbij is namens De Residentie [ X ], volgens zijn opgave aandeelhouder en bestuurder van De Residentie, verschenen, bijgestaan door mr. Pelle voornoemd. Ook de curator is verschenen. De behandeling ter zitting is, in afwachting van nader bericht van de curator, aangehouden.
Op 23 oktober 2012 is een fax van de curator binnengekomen ter griffie van het hof.
Vervolgens is uitspraak bepaald op heden.
2.1. In hoger beroep is het volgende gebleken.
2.2. Bij fax van 22 oktober 2012 heeft het Bpf het hof bericht zich niet tegen een vernietiging van het bestreden vonnis te verzetten in verband met een zekerheidsstelling door De Residentie voor de vorderingen van het Bpf.
2.3. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft De Residentie verklaard dat een bedrag van € 15.226,01 op de derdengeldrekening van mr. Pelle is bijgeschreven, ter voldoening van de vorderingen de aanvragers van het faillissement inclusief de buitengerechtelijke kosten en de kosten van de faillissementsaanvraag, een vordering van de Belastingdienst alsmede de kosten van de curator.
2.4. Bij fax van 23 oktober 2012 heeft de curator het hof bericht dat het onder 2.3. genoemde bedrag op de faillissementsrekening is bijgeschreven, op grond waarvan de curator heeft geadviseerd het bestreden vonnis te vernietigen.
2.5. Een en ander brengt mee dat niet (meer) summierlijk is gebleken van het bestaan van feiten of omstandigheden waaruit volgt dat De Residentie verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. Het vonnis waarvan beroep zal dan ook worden vernietigd en het inleidend verzoek zal alsnog worden afgewezen.
2.6. De kosten van de curator zullen, op grond van de door de curator overgelegde urenspecificatie, worden begroot op € 2.792,86 (inclusief BTW) aan salaris en € 111,71 (inclusief BTW) aan verschotten.
2.7. Het hof ziet echter geen aanleiding een kostenveroordeling ten laste van De Residentie uit te spreken, nu de faillissementskosten, waaronder de kosten van de curator, en de proceskosten van het Bpf reeds door De Residentie zijn voldaan.
- vernietigt het vonnis waarvan beroep en opnieuw rechtdoende:
- wijst het inleidend verzoek alsnog af;
- stelt de kosten van de curator vast op € 2.792,86 (inclusief BTW) aan salaris en € 111,71 (inclusief BTW) aan verschotten;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.J.J. Los, M.W.E. Koopmann en R.J.Q. Klomp en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.
Van dit arrest kan gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld door middel van een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van de Hoge Raad.