200.091.872/01
18 december 2012
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CONTINENTAL AUTOMATEN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
APPELLANTE,
advocaat: mr. B.W.M. Zegers, te Edam,
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VAN-SPEELAUTOMATEN BRANCHE-ORGANISATIE,
gevestigd te Rosmalen,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. E.L. Polak, te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
1.1 Partijen worden hierna Continental en VAN genoemd. Conti-nental is bij exploot van 15 juli 2011 in hoger beroep gekomen van een vonnis dat door de rechtbank te Amsterdam onder nummer 476686 /HA ZA 10-3826 tussen partijen is gewezen en dat is uitgesproken op 18 mei 2011, met dagvaarding van VAN voor dit hof.
1.2 Bij tussenarrest van 23 augustus 2011 heeft het hof een comparitie van partijen gelast. Deze heeft op 18 november 2011 plaatsgevonden. Partijen hebben bij brief van 13 december 2011 respectievelijk 20 januari 2012 stukken toegezonden ten behoe-ve van de voortgezette comparitie. Deze heeft op 6 februari 2012 plaatsgevonden. Ter zitting is – onder meer – de heer [ A ], secretaris van VAN, gehoord. Zijn ondertekende verklaring ter zitting is aan het proces-verbaal gehecht. Een schikking is niet tot stand gekomen.
1.3 Continental heeft daarop bij memorie grieven tegen het vonnis waarvan beroep aangevoerd en een bewijsaanbod gedaan, met conclusie, zakelijk weergegeven, tot vernietiging van het vonnis en veroordeling van VAN tot terugbetaling van een be-drag van € 98.709,78 te verhogen met wettelijke rente en tot vergoeding van de proceskosten.
1.4 VAN heeft daarop bij memorie van antwoord de grieven be-streden, een bewijsaanbod gedaan en producties in het geding gebracht, met conclusie tot verwerping van het appel en ver-oordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van Continental tot ver-goeding van de proceskosten.
1.5 Ten slotte is gevraagd arrest te wijzen.
2. Waarvan het hof uitgaat
2.1 VAN is een brancheorganisatie voor (onder meer) exploitan-ten van speelautomaten in Nederland. De brancheorganisatie is onderverdeeld in drie sectoren, de Sectie Exploitanten in de Horeca, de Sectie Amusementscentra en de Sectie Handel. Conti-nental is lid van VAN, meer specifiek van de Sectie Exploitan-ten in de Horeca.
2.2 Artikel 5 lid 4 van de statuten van VAN luidt, voor zover nu van belang:
De leden zijn verplicht tot het betalen van een jaarlijkse contributie, die door elke Sector Ledenvergadering zal worden vastgelegd, met inachtneming van het hierna bepaalde. De leden kunnen hiertoe in contributie-categorieën worden ingedeeld. De contributie zal door de Sector Ledenvergadering zodanig worden vastgesteld dat vijfenveertig procent (45%) van de contribu-tie-behoefte, vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in de volgende zin, wordt opgebracht door de Sectie Exploitanten in de Horeca, vijfenveertig procent (45%) door de Sectie Amu-sementscentra en tien procent (10%) door de sectie Handel. Het Bestuur stelt in de begroting de totale contributie-behoefte voor het komende jaar vast. Indien de contributie-behoefte voor enig komend jaar meer dan tien procent (10%) hoger blijkt dan in het lopende jaar legt het Bestuur het besluit tot vast-stelling van de begroting tevoren ter goedkeuring voor aan ie-dere Sectie.
Artikel 13 van de statuten bepaalt:
13.1 De vereniging wordt behoudens bijzondere geregelde be-voegdheden vertegenwoordigd door het Bestuur, alsmede door de voorzitter en een ander lid van het Bestuur gezamenlijk hande-lend.
Iedere vertegenwoordigingshandeling veronderstelt een daaraan ten grondslag liggend bestuursbesluit.
13.2 Bij ontstentenis van één van hen of beiden dan wel in ge-val van een tegenstrijdig belang met de vereniging of haar or-ganen wijst het Bestuur één respectievelijk twee van zijn le-den als plaatsvervanger aan.
13.3 Het Bestuur kan aan één of meer derden, waaronder begre-pen leden van het Bestuur procuratie verlenen. Bij het besluit tot verlening van de procuratie wordt de omvang van de vol-macht vastgesteld, tevens kan de betrokkene een titel worden toegekend. Een besluit, als bedoeld in dit lid, moet worden vastgelegd in een schriftelijk en goedgekeurd verslag van een vergadering van het Bestuur.
Artikel 19 van de statuten van VAN luidt, voor zover hier van belang:
19.1 Het Bestuur brengt op de jaarlijkse Algemene Ledenverga-dering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behou-dens verlenging van deze termijn door de Algemene Ledenverga-dering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vere-niging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Ledenvergadering over. Deze stukken worden on-dertekend door de leden van het Bestuur; ontbreekt de onderte-kening van een of meer van hen, dat wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Indien het Bestuur, op grond van het bepaalde in artikel 5, lid 4, de begroting ten vaststel-ling voor dient te leggen aan iedere Sectie, dien het deze te-vens ter vaststelling voor te leggen aan de Algemene Ledenver-gadering. De Algemene Ledenvergadering benoemt jaarlijks een accountant, als bedoeld in artikel 393, lid 1, boek 2 Burger-lijk Wetboek, teneinde de in dit lid bedoelde stukken te con-troleren. De accountant legt zijn bevindingen in een verkla-ring neer. De verklaring van de accountant wordt aan de Alge-mene Ledenvergadering overgelegd. Goedkeuring door de Algemene Ledenvergadering van de in dit lid bedoelde stukken strekt het Bestuur tot decharge voor zijn Bestuur, tenzij de vergadering een voorbehoud maakt.
2.3 Over de jaren 2008, 2009 en 2010 heeft VAN Continental respectievelijk € 13.770,01, € 14.114,27 en € 14.114,27 aan contributie aan Continental in rekening gebracht.
2.4 In dit geding vordert VAN – in hoofdzaak – betaling van het restant van die contributie met rente en kosten. Continen-tal vordert terugbetaling van door haar in het verleden be-taalde contributie.
2.5 De rechtbank heeft de vordering van VAN grotendeels toege-wezen en de vordering van Continental afgewezen.
3. Behandeling van het hoger beroep
3.1 Het hof slaat geen acht op de producties die bij memorie van antwoord zijn overgelegd nu Continental niet in de gele-genheid is geweest hierop te reageren.
3.2 Volgens Continental vloeit uit artikel 5.4 van de Statuten voort dat het Bestuur van VAN de totale contributie vaststelt voor het alsdan komende jaar. Het Bestuur heeft nooit de con-tributiebehoefte in een begroting vastgesteld. Daarom is ook niet traceerbaar of sprake is van een overschrijding van de contributie van het voorgaande jaar met 10%, aldus Continental (grief I). Er zijn ook geen (ondertekende) begrotingsbesluiten van het Bestuur overgelegd (grieven II en III). Dat uit notu-len zou blijken dat over begrotingen is gesproken, betekent niet dat de leden van de Sectie Exploitanten daarmee hebben ingestemd. Bovendien zijn de notulen van de vergadering niet ondertekend, aldus Continental (grief IV). Uit artikel 19 van de Statuten vloeit bovendien voort dat de, door de leden van het Bestuur ondertekende, Balans en de Staat van baten en las-ten met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Leden-vergadering moeten worden voorgelegd ter vaststelling. Daaruit blijkt volgens Continental dat het besluit tot vaststellen van de begroting, dat onderdeel uitmaakt van genoemde stukken, ook moet worden ondertekend (grief V).
3.3 Het hof stelt voorop dat uit artikel 5 van de statuten blijkt dat het Bestuur alleen dán de begroting voor een komend jaar aan de Secties ter goedkeuring behoeft voor te leggen wanneer de contributie-behoefte 10% meer bedraagt dan die van het lopende jaar.
3.4 Als productie 4 bij conclusie van eis in reconventie heeft VAN begrotingen met betrekking tot de jaren 2006 tot en met 2010 van de Sectie Exploitanten in de Horeca overgelegd. Daar-uit blijkt niet dat in enig jaar de overgelegde begroting van dat jaar, die van het voorgaande jaar met meer dan 10% over-stijgt. VAN heeft daarenboven als productie 6 bij voormelde conclusie notulen en verslagen - waarmee naar de uitleg van het hof niet iets verschillend bedoeld is – overgelegd van le-denvergaderingen Sectie Exploitanten in de Horeca in het des-betreffende jaar. Uit die notulen blijkt dat de begroting voor het alsdan komende jaar op zijn minst besproken is en, nog af-gezien van de vraag wat daar dan in het licht van het bepaalde in artikel 5 van de statuten het gevolg van zou zijn geweest, er kennelijk voor de vergadering geen aanleiding is geweest zich te verzetten tegen de door het Bestuur ter sprake ge-brachte begroting(en). In 2006, 2008 en 2009 is de vergadering zelfs uitdrukkelijk akkoord gegaan met de door het Bestuur (onverplicht) voorgestelde begrotingen voor de daarop volgende jaren.
3.5 Anders dan Continental opnieuw betoogt, behoeven de notu-len, waarvan VAN gemotiveerd en onder meer ter gelegenheid van twee comparities bij het hof gesteld heeft dat de inhoud over-eenkomt met hetgeen ter vergadering is besproken, niet te wor-den ondertekend. Artikel 13 van de statuten, dat de vertegen-woordiging van de vereniging behandelt, brengt die verplich-ting niet mee. Integendeel: in dat artikel wordt schriftelijke ondertekening alleen vereist bij verlening van procuratie aan een derde. Voorgaande wordt niet anders doordat een aantal no-tulen als slotzin, na de sluiting van de vergadering door de voorzitter, vermeldt: Zonder/met wijzigingen vastgesteld in de ledenvergadering SH van (…), met vermelding van de datum. Daaruit blijkt immers niet dat de notulen niet zijn vastge-steld als ze niet zijn ondertekend.
Evenmin behoeft de door het Bestuur gemaakte begroting te wor-den ondertekend. Dat geldt op grond van artikel 19 van de sta-tuten wel de balans en de staat van baten en lasten met toe-lichting waarmee het Bestuur de uitoefening van zijn bevoegd-heden verantwoordt ten overstaan van de Algemene Vergadering. De decharge van het bestuur is in dit geding evenwel niet aan de orde. En de begroting is geen onderdeel van de in artikel 19 genoemde stukken.
3.6 VAN heeft daarenboven ter gelegenheid van de voortgezette comparitie notulen overgelegd van de vergaderingen van het Be-stuur over de jaren 2004 tot en met 2011. Daaruit blijkt dat het Bestuur telkens voor het desbetreffende opvolgende jaar een begroting heeft vastgesteld. De heer [ A ] heeft ter zit-ting verklaard, dat alle notulen van de vergadering van het Bestuur uit de archieven van VAN komen en hij bij op een na alle vergaderingen aanwezig was en de notulen overeenstemmen met zijn herinnering aan de desbetreffende vergadering. De heer [ A ] heeft zijn verklaring ter zitting ondertekend. Te-vens heeft hij verklaard dat de actielijst van 2 december 2009 foutief is gedateerd maar ter zake van de begroting van 2010 wel een goedkeurend besluit is genomen. Het hof komt op grond daarvan tot de conclusie dat VAN voldoende gemotiveerd en met stukken onderbouwd, heeft gesteld dat de in dit geding overge-legde begrotingen conform de statuten en mitsdien rechtsgeldig tot stand zijn gekomen. Het niet nader gemotiveerde en niet met stukken onderbouwde verweer van Continental stuit daarop af. Dat VAN niet heeft gerespondeerd op het niet aangekondigde bezoek van een deurwaarder en, overeenkomstig hetgeen werd af-gesproken ter comparitie van 18 november 2011, de stukken pas bij brief van 20 januari 2012 voor de zitting van 6 februari 2012 aan het hof en Continental heeft doen toekomen brengt het hof niet tot een ander oordeel. Het hof komt niet toe aan na-dere (getuigen)bewijslevering.
3.6 Alle grieven stuiten op het voorgaande af. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Continental de proceskosten van VAN dienen te vergoeden.
bekrachtigt het bestreden vonnis;
verwijst – uitvoerbaar bij voorraad – Continental in de proces-kosten van het hoger beroep en begroot die kosten, voor zover aan de kant van VAN gevallen, op € 1.769,00 voor verschotten, op € 3.474,00 voor salaris van de advocaat en op € 205,- in verband met de conventie én reconventie, voor nasalaris van de advocaat, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris van de advocaat en met de kosten van het betekeningsexploot, ingeval niet binnen veer-tien dagen is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroor-deling(en) en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.J. Noordhuizen, J.C. Toorman en G.C.C. Lewin en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 december 2012 door de rolraadsheer.