ECLI:NL:GHAMS:2012:BY5415

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.095.549-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en authenticiteit van kunstwerk bij veiling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de appellant tegen een vonnis van de rechtbank te Amsterdam, sector kanton, dat op 17 augustus 2011 is uitgesproken. De appellant had een schilderij gekocht via een internetveiling, dat door de geïntimeerde werd aangeboden als een werk van de bekende schilder Jopie Huisman. Na aankoop bleek echter dat het schilderij niet door Huisman was gemaakt, wat leidde tot de vraag of de koopovereenkomst vernietigd kon worden op basis van dwaling.

Het hof oordeelt dat de overeenkomst als consumentenkoop moet worden aangemerkt, omdat de veilinghouder de identiteit van de daadwerkelijke verkoper niet bekendmaakte. De appellant mocht erop vertrouwen dat hij een authentiek werk van Jopie Huisman had gekocht, gezien de beschrijving en de wijze van aanbieding. De geïntimeerde kan zich niet beroepen op de algemene voorwaarden die de koper verplichten om de authenticiteit zelf te onderzoeken, omdat zij het schilderij zonder voorbehoud als een werk van Huisman had aangeboden.

Het hof vernietigt het eerdere vonnis en verklaart de koopovereenkomst tussen de partijen vernietigd. De geïntimeerde wordt veroordeeld tot terugbetaling van het aankoopbedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten worden ook aan de zijde van de appellant vergoed. Dit arrest benadrukt de bescherming van consumenten in de kunstmarkt en de verantwoordelijkheden van veilinghuizen bij het aanbieden van kunstwerken.

Uitspraak

Zaaknummer 200.095.549/01
9 oktober 2012
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
[ APPELLANT ],
wonende te [ woonplaats ],
APPELLANT,
advocaat: mr. S.A. Merhottein, te Velsen-Noord, gemeente Velsen,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ X ] VEILINGEN B.V.,
gevestigd te [ vestigingsplaats ],
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
1.1 Partijen worden hierna [ appellant ] en [ geïntimeerde ] genoemd. [ appellant ] is bij exploot van 27 september 2011 in hoger beroep gekomen van een vonnis dat door de rechtbank te Amsterdam, sector kanton, locatie Hilversum onder nummer CV 11-977 tussen partijen is gewezen en dat is uitgesproken op 17 augustus 2011, met dagvaarding van [ geïntimeerde ] voor dit hof.
1.2 [ appellant ] heeft bij memorie grieven tegen het vonnis waarvan beroep aangevoerd, een bewijsaanbod gedaan en produc-ties in het geding gebracht, met conclusie, zakelijk weergege-ven, tot vernietiging van het vonnis en toewijzing van de oor-spronkelijke vordering, terugbetaling wat ingevolge het vonnis in eerste aanleg werd betaald en veroordeling van [ geïnti-meerde ] in de proceskosten, waaronder de nakosten met rente.
1.3 [ geïntimeerde ] heeft daarop bij memorie van antwoord de grieven bestreden en een bewijsaanbod gedaan, met conclusie tot bekrachtiging van het vonnis en veroordeling in de proces-kosten, waaronder de nakosten met rente.
1.4 Ten slotte is gevraagd arrest te wijzen.
2. Waarvan het hof uitgaat
2.1 [ geïntimeerde ] is een van veilinghuis in [ plaatsnaam ]. Zij organiseert ook veilingen via internet. Ook voor zaken die zij via internet te koop aanbiedt worden kijkdagen ter plaatse van haar bedrijfsvestiging georganiseerd.
2.2 Via een internetveiling is aangeboden een schilderij met de omschrijving: Jopie Huisman, Theedoeken aan de waslijn, olieverf op doek, 60x60 cm. De richtprijs bedroeg € 250, tot € 350, , de inzet bij de veiling bedroeg € 220, .
2.3 Via internet heeft [ appellant ] een bod uitgebracht. Bij e-mail van 25 mei 2010, 19:24 uur heeft [ A ] van [ geïnti-meerde ] aan [ appellant ] bericht dat zijn bieding van € 2.200, op nummer 1763 – Jopie Huisman was geregistreerd.
2.4 Bij e-mail van 25 mei 2010, 21:22 uur is [ appellant ] er-van in kennis gesteld dat aan hem twee objecten uit de veiling waren toegewezen te weten:
1001: Gesign. D. [ B ] € 340,
1763: Jopie Huisman € 2200,
2.5 Bij nota van 1 juni 2010 zijn de aankopen aan [ appellant ] gefactureerd. De factuur is voldaan.
2.6 Op verzoek van de inboedelverzekeraar van [ appellant ] is het schilderij getaxeerd door taxateurs van het Jopie Huisman-museum. Toen bleek dat het schilderij niet door Jopie Huisman gemaakt was. De kleuren waarin het werk was geschilderd werden niet door de schilder gebruikt en de handtekening leest “Joop” in plaats van “Jopie”. Bij brief van 23 augustus 2010 heeft [ appellant ] [ geïntimeerde ] van het voorgaande in kennis ge-steld en zich, mede onder verwijzing naar de algemene voor-waarden, beroepen op vernietiging van de koopovereenkomst.
2.7 De kantonrechter heeft de vorderingen van [ appellant ] - inzake vernietigbaarheid of ontbinding van de koopovereenkomst - afgewezen. Kort gezegd omdat geen sprake was van een consu-mentenkoop en [ appellant ] onvoldoende onderzoek had gedaan.
3. Behandeling van het hoger beroep
3.1 Door [ geïntimeerde ] is aangevoerd dat zij niet de verko-per is, maar vertegenwoordigster van de verkoper/inzender en dat zij altijd laat weten dat de verkopers/inzenders “particu-lieren” zijn zodat geen sprake is van een consumentenkoop. Daargelaten dat de term “particulier” niet eenduidig is, wordt door [ geïntimeerde ] evenwel in het geheel geen concrete in-formatie verschaft over de partij die zij zegt te vertegen-woordigen. Daarmee heeft zij het voor [ appellant ] en voor het hof onmogelijk gemaakt om te controleren of de door [ ge-intimeerde ] vertegenwoordigde partij daadwerkelijk een na-tuurlijke persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De stelling van [ appellant ] dat hij in de relatie tot [ geïntimeerde ] als bedrijfsmatig opererend veilinghuis, moet worden aangemerkt als consument in de zin van boek 6 en 7 van het Burgerlijk Wetboek is daarom onvol-doende gemotiveerd weersproken.
3.2 Nu gesteld noch gebleken is dat [ appellant ] eerder dan twee maanden vóór 23 augustus 2010 wist dat het schilderij niet door Jopie Huisman was gemaakt komt [ geïntimeerde ] geen beroep op het bepaalde in artikel 7:23 BW toe. Evenmin komt [ geïntimeerde ] een beroep op de in de algemene voorwaarden neergelegde klachttermijn van 3 weken toe. Nog afgezien van de vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn, behelst deze bepaling een ontoelaatbare beperking van de rechten van [ appellant ] als consument (artikel 7:23 lid 1 BW jo. 7:6 lid 2 BW).
3.3 De vraag is daarmee of [ appellant ] als consument rede-lijkerwijs mocht verwachten en erop mocht vertrouwen dat een schilderij dat hem door [ geïntimeerde ] als veilinghouder zonder nadere aanduiding werd aangeboden als Jopie Huisman, Theedoeken aan de waslijn, olieverf op doek, 60x60 cm. met een richtprijs van € 250, tot € 350, en een biedingsinzet van € 220, daadwerkelijk door Jopie Huisman was gemaakt en [ ge-intimeerde ] dat ook heeft moeten begrijpen. Het hof beant-woordt die vraag bevestigend.
3.4 Het hof acht in dit verband allereerst van belang dat het schilderij door [ geïntimeerde ] zonder enig voorbehoud is aangeduid als geschilderd door Jopie Huisman en niet, zoals kennelijk het geval was met betrekking tot D. [ B ] was voor-zien van de afkorting “gesign.”, hetgeen een potentiële koper, mede gezien de algemene voorwaarden van [ geïntimeerde ] die vermelden: Indien de beschrijving van goederen die vallen on-der de categorie ‘schilderijen’ voorafgegaan worden door het begrip ‘Gesigneerd’ of ‘Gesign.’, wordt de echtheid van het artikel door de veilinghouder niet gegarandeerd, eerder tot nader onderzoek zou moeten kunnen aanzetten. Gesteld noch ge-bleken is verder dat het thema van het schilderij voor een ‘Jopie Huisman’ ongebruikelijk was. Dat een deskundige onder-kent dat het schilderij is gemaakt met kleuren die Jopie Huis-man niet gebruikte, acht het hof niet van doorslaggevend ge-wicht nu gesteld noch gebleken is dat die zodanig afweken van de kleuren die Jopie Huisman gewoonlijk gebruikte dat [ appel-lant ], van wie niet gesteld of gebleken is dat hij bijzondere kennis daaromtrent had, reeds daarom tot nader onderzoek had moeten worden aangespoord. Dat de richtprijs en de biedingsin-zet, mede gegeven de omstandigheid dat sprake is van een (in-ternet)veiling door een veilinghuis in Hilversum, zodanig laag waren dat [ appellant ] daaruit al had moeten begrijpen dat van een werk van Jopie Huisman geen sprake kon zijn, is door [ appellant ] bij conclusie van repliek voldoende weersproken. Hierbij is van belang dat de marktwaarde van verschillende schilderijen van dezelfde schilder, naar algemeen bekend is, aanzienlijk kan verschillen. De vergelijking die [ geïntimeer-de ] maakt met een drietal werken van Jopie Huisman die door veilinghuis Christie’s te Amsterdam zijn geveild overtuigt daarom onvoldoende. Dat pas van de echtheid van een schilderij mag worden uitgegaan als ten tijde van de verkoop meer gege-vens over de schilder, zoals bijvoorbeeld zijn geboorte- en overlijdensdatum, worden vermeld acht het hof onjuist, althans onvoldoende is toegelicht dat en waarom dat in de desbetref-fende handel gebruik is. Het hof overweegt daarbij dat het schilderij is aangeboden als een ‘Jopie Huisman’ en niet bij-voorbeeld als een ‘J. Huisman’ of ‘Joop Huisman’ en gesteld noch gebleken is dat ook andere schilders onder of met de naam ‘Jopie Huisman’ werk op de markt brengen.
3.5 [ appellant ] heeft zich dan ook terecht erop beroepen dat hij op grond van door [ geïntimeerde ] verstrekte informatie ervan mocht uitgaan, dat hij een echte ‘Jopie Huisman’ kocht terwijl achteraf gebleken is dat het werk niet van Jopie Huis-man is, maar wellicht van een andere schilder genaamd Joop Huisman. Dat [ appellant ] daadwerkelijk ervan uitging dat het een echte Jopie Huisman was is in het licht van het voorgaande onvoldoende gemotiveerd betwist. De overeenkomst is door [ ap-pellant ] terecht buitengerechtelijke vernietigd
3.6 Nu aangenomen wordt dat sprake is van een consumentenkoop komt [ geïntimeerde ] geen beroep toe op de bepaling in de al-gemene voorwaarden dat de koper zelf de authenticiteit dient te onderzoeken. [ geïntimeerde ] heeft het schilderij immers zonder enige terughoudendheid te koop aangeboden als een werk van Jopie Huisman en [ appellant ] mocht op die mededeling af-gaan. [ geïntimeerde ] heeft evenwel een schilderij geleverd dat niet van Jopie Huisman is en aldus een wezenlijk andere prestatie geleverd (artikel 6:237 aanhef en onder b en c BW alsmede artikel 7:6 lid 1 in verbinding met artikel 7:17 lid 2 BW).
Dat potentiële veilingkopers, niettegenstaande de door [ geïn-timeerde ] gepropageerde onderzoekplicht, onder omstandigheden toch op mededelingen van [ geïntimeerde ] mogen afgaan, volgt overigens uit de reeds gememoreerde bepaling in de algemene voorwaarden van [ geïntimeerde ], dat zij bereid is (binnen drie weken) een geveild voorwerp tegen restitutie van de koop-prijs en veilingkosten terug te nemen als het geveilde zo ern-stige gebreken vertoont of de verstrekte omschrijving zo on-juist is dat, wanneer dat aan de koper ten tijde van de koop bekend zou zijn geweest, hij niet of onder andere voorwaarden zou hebben gekocht. Het hof merkt voorts, mede in het licht van de voorgaande voorwaarde, de algemene voorwaarde inhouden-de dat de koper vóór de koop de staat en beschrijving van een voorwerp in een catalogus of kavellijst ten eigen genoegen nauwkeurig en deskundig dient te (laten) inspecteren en zich een eigen oordeel dient te vormen over de mate waarin het voorwerp overeenkomt met de beschrijving ervan, waartoe de ko-per waar redelijkerwijs nodig of gewenst onafhankelijk advies van deskundigen dient in te roepen, eerder aan als een aanspo-ring tot onderzoek en niet als een beperking van de mogelijk-heid zich op dwaling of tekortkoming te beroepen.
3.7 Dat betekent dat de grieven, voor zover voor de beslissing van belang, slagen en de verweren, mede de in eerste aanleg gevoerde verweren, van [ geïntimeerde ] falen. Tegen het ge-vorderde bedrag en de rente is geen verweer gevoerd. De vorde-ring zal dan ook worden toegewezen.
4. Beslissing
Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis;
opnieuw rechtdoende:
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst tussen [ appellant ] en [ geïntimeerde ] vernietigd is;
veroordeelt [ geïntimeerde ] – uitvoerbaar bij voorraad - om aan [ appellant ] te betalen een bedrag van € 2.831,43, te vermeer-deren met de wettelijke rente over € 2.794, vanaf 2 februari 2011 tot de dag waarop de vordering volledig is voldaan;
verwijst – uitvoerbaar bij voorraad – [ geïntimeerde ] in de proceskosten in eerste aanleg en van het hoger beroep en begroot die kosten, voor zover aan de kant van [ appellant ] gevallen, in eerste aanleg op € 232,81 voor verschotten, op € 350,00 voor salaris van de advocaat en in hoger beroep op € 374,81 voor ver-schotten, op € 894,00 voor salaris van de advocaat en op € 131,- voor nasalaris van de advocaat, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris van de advocaat en met de kosten van het betekenings-exploot, ingeval niet binnen veertien dagen is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordeling(en) en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.J. Noordhuizen, G.C.C. Lewin en R.J.Q. Klomp uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 oktober 2012 door de rolraadsheer.