ECLI:NL:GHAMS:2012:BX4168

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.104.427/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot sluiting van de afdeling arbeidsdiagnostisch centrum door WML

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 18 juli 2012 uitspraak gedaan over het verzoek van de ondernemingsraad van WML, die zich verzet tegen het besluit van WML om de afdeling arbeidsdiagnostisch centrum (ADC) te sluiten. De ondernemingsraad heeft aangevoerd dat het besluit niet in redelijkheid is genomen en dat er onvoldoende alternatieven zijn onderzocht. WML heeft het besluit gemotiveerd met de stelling dat er geen werk meer is voor de afdeling ADC, maar de ondernemingsraad betwist deze stelling en wijst op de blijvende behoefte aan arbeidsdiagnostisch onderzoek, ook in het licht van de nieuwe Wet werken naar vermogen.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat WML onvoldoende heeft aangetoond dat de sluiting van de afdeling ADC gerechtvaardigd is. De argumenten van de ondernemingsraad zijn niet voldoende in de besluitvorming betrokken. De Ondernemingskamer oordeelt dat WML bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Daarom heeft de Ondernemingskamer WML bevolen het besluit in te trekken en verbiedt het om handelingen te verrichten ter uitvoering van dit besluit. De Ondernemingskamer heeft ook bepaald dat de reeds tot stand gekomen gevolgen van het besluit, voor zover mogelijk, ongedaan moeten worden gemaakt.

Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van belangen en de noodzaak voor werkgevers om alternatieven te onderzoeken voordat zij besluiten nemen die de werkgelegenheid van medewerkers in gevaar kunnen brengen. De Ondernemingskamer heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING in de zaak met nummer 200.104.427/01 OK van
de ONDERNEMINGSRAAD van de DIENST WERKBEDRIJF VOOR GESUBSIDIEERDE ARBEID, ACTIVERING EN TRAJECTEN MIDDEN-LANGSTRAAT,
gevestigd te Waalwijk,
VERZOEKER,
advocaat: mr. L.I. Hofstee, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DIENST WERKBEDRIJF VOOR GESUBSIDIEERDE ARBEID, ACTIVERING EN TRAJECTEN MIDDEN-LANGSTRAAT,
gevestigd te Waalwijk,
VERWEERDER,
advocaat: mr. J.C.M. de Roover, kantoorhoudende te Den Bosch.
1. Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zal verzoeker worden aangeduid als de ondernemingsraad en verweerder als WML.
1.2 De ondernemingsraad heeft bij op 28 maart 2012 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad
1. te bepalen dat WML bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet tot het besluit tot sluiting van de afdeling arbeidsdiagnostisch centrum (“ADC”) heeft kunnen komen,
2. WML te verplichten dit besluit in te trekken en alle eventuele gevolgen daarvan, voor zover mogelijk, ongedaan te maken,
3. WML te verbieden handelingen te (doen) verrichten ter uitvoering van dit besluit of onderdelen daarvan, en
4. de hiervoor onder 2 en 3 genoemde voorzieningen tevens bij wijze van voorlopige voorzieningen te treffen.
1.3 WML heeft bij op 29 mei 2012 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht de verzoeken van de ondernemingsraad af te wijzen.
1.4 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 14 juni 2012, bij gelegenheid waarvan mr. Hofstee en mr. De Roover de standpunten van de door ieder van hen gerepresenteerde partij nader hebben toegelicht, beiden aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitaantekeningen en wat mr. Hofstee betreft onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Partijen hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord.
2. De feiten
2.1 WML geeft namens de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk uitvoering aan de Wet sociale werkvoorziening (WSW). In dat kader helpt zij mensen met een sociale, lichamelijke, psychische en/of verstandelijke beperking aan het werk. Daarnaast voert WML re-integratie opdrachten uit voor onder meer de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) in het kader van het tweede spoor Wet Verbetering Poortwachter. Voorts is WML betrokken bij hulp voor langdurig werkzoekenden of werkzoekende jongeren en voor mensen die zijn vastgelopen in hun werkomgeving.
2.2 De hulp die WML biedt bestaat onder meer uit het ontwikkelen van een zogeheten re-integratieplan/trajectplan voor de personen die door hem aan (tijdelijk) werk worden geholpen en in dat kader bij WML in dienst treden. Dergelijke re-integratieopdrachten kunnen (ook) plaats vinden in het kader van de Wet Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten (Wet Wajong) en de Wet Werk en Bijstand (WWB). Het gaat hier (thans) om circa 600 personen met enige beperking die op deze basis bij WML in dienst zijn getreden. Deze medewerkers verrichten commerciële activiteiten, zoals verpakken, assembleren, wasserijwerkzaamheden, industriële detachering, kringloopactiviteiten, alsmede groen- en schoonmaakactiviteiten. Men spreekt in dit verband ook wel van een ‘sociale werkplaats’ (SW).
2.3. Voor de hiervoor bedoelde medewerkers van WML wordt tezamen met re-integratie-consulenten van WML een (nieuwe) weg naar de arbeidsmarkt uitgestippeld. Daartoe beschikt WML onder meer over een arbeidsdiagnostisch centrum, de afdeling ADC. Deze afdeling is in 2003 opgericht. Eén van haar activiteiten bestaat uit het meten van de afstand tot de arbeidsmarkt van mensen met een beperking als zij bij WML in dienst treden. In een aparte, daartoe speciaal ingerichte ruimte voeren de deelnemers diverse werkzaamheden uit om te testen tot welke werkzaamheden zij in staat zijn.
Daarnaast geeft de afdeling ADC advies ten behoeve van personen die reeds in dienst zijn van WML, bijvoorbeeld indien een werknemer niet meer in een bepaalde functie voldoet en moet worden onderzocht welke andere functie passend is. Voorts verzorgt de afdeling ADC verschillende soorten training, zoals zogenoemde toeleidings- en assertiviteitstrainingen.
2.4. De afdeling ADC bestaat sedert het vertrek van de heer C. Vermaat, die eind 2011 met vervroegd pensioen is gegaan, nog uit één persoon, de heer A.H.M. Nijenkamp.
2.5. Nadat door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 24 oktober 2011 voor WML een daling van de SW-taakstelling bekend is gemaakt en daarbij het SW-budget van WML met € 642.417 is verminderd, heeft WML op 11 november 2011 besloten tot een vacaturestop voor 2012.
2.6. In het ‘Bedrijfsplan WML & begroting 2012’ van december 2011 is onder meer het volgende vermeld:
“1. Voorwoord
Het jaar 2012 (…) staat in het teken van de voorgenomen fusie tussen de gemeenschappelijke regeling van [WML] en de gemeenschappelijke regeling van de ‘Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden Langstraat’ (ISD).
(…)
De nieuwe gefuseerde organisatie wordt een gemeenschappelijke regeling voor de uitvoering van de nieuwe Wet Werken naar Vermogen (WWnV).
(…)
6. Bedrijfsplan WML
(…)
6.2 Indicatiestelling
(…)
2. Intake
De intake vormt de voordeur van het Wsw-ontwikkeltraject. Hiertoe wordt de kandidaat aangemeld bij het [ADC] (…).
3. Arbeidsdiagnose en eerste voorlopige loonwaardebepaling
Voor de geïndiceerde kan vervolgens een arbeidsdiagnose worden uitgevoerd. Het hieruit volgende plaatsingsadvies van het ADC kan resulteren in (…) (dwingende) adviezen.”
2.7 Op 2 december 2011 heeft de ondernemingsraad van WML een adviesaanvraag ontvangen inzake de voorgenomen sluiting van de afdeling ADC. In deze adviesaanvraag is onder meer het volgende vermeld:
“2.1 Vacaturestop
(…)
Consequentie: door de vacaturestop 2012 is de instroom vanuit de wachtlijst in 2012 nihil en is daarmee de behoefte aan arbeidsdiagnostische onderzoeken nihil.
2.2 Individuele trajectbegeleiding
Voor geheel 2012 geeft de stafafdeling Organisatie, Personeel en Juridische Zaken aan dat de behoefte aan individuele trajectbegeleiding vrijwel nihil zal zijn.
Als reden hiervoor wordt genoemd het feit dat in 2011 geen instroom van nieuwe SW-werknemers heeft plaatsgevonden.
(…)
2.3 Arbeidsdeskundige
Per 1 januari 2012 is het hoofd ADC met FPU gegaan. Deze functionaris was de enige persoon met gekwalificeerde kennis op het gebied van arbeidsdeskundigheid.
Consequentie: door het vertrek van de arbeidsdeskundige per 1 januari 2012 beschikt de afdeling ADC niet meer over de kennis en kunde voor het uitvoeren van het arbeidsdiagnostisch onderzoek.
2.4 Wet werken naar vermogen
Per 1 januari 2013 gaat de [WSW] op in de nieuwe Wet werken naar vermogen. In deze nieuwe wet wordt het accent gelegd op het zo snel mogelijk plaatsen van personen op een reguliere baan. Arbeidsontwikkeling wordt minder van belang geacht.
Consequentie: door de nieuwe Wet werken naar vermogen ontstaat geen nieuwe behoefte aan arbeidsdiagnostisch onderzoek of individuele trajectbegeleiding.
3. Organisatie
De huidige afdeling ADC is een afdeling, rechtstreeks ressorterend onder Manager Centrale Staf. De afdeling kent vanaf 1 januari 2012 nog slechts één functionaris (…) die via de Stichting Bevordering Werkgelegenheid Midden-Langstraat (SBW) is gedetacheerd bij WML op de afdeling ADC. De organisatorische consequenties van het opheffen van de afdeling ADC zijn nihil.
4. Personeel
Er zijn geen personele consequenties daar er enkel één functionaris binnen de afdeling ADC werkzaam is (…). De detachering van deze medewerker zal worden beëindigd en voor deze medewerker zal een oplossing ‘op maat’ worden gezocht.
5. Financiën
WML realiseert over 2012 een negatief exploitatieresultaat van ± € 250.000,-. Voor 2012 wordt, vanwege de kortingen op het rijksbudget een negatief exploitatieresultaat verwacht van ± € 2.500.000,-. Het opheffen van de afdeling ADC leidt tot de navolgende besparingen:
- salaris arbeidskundige/medewerker Intake/ITB € 115.000,-
- 595 m2 vrijgevallen huisvesting 29.750,-
- test- training hulpmiddelen 25.000,-
-----------------
Totaal € 169.750,-
(…)
7. Advies
Verzocht wordt aan de OR WML om een advies uit te brengen (…). Gelet op de urgentie (…) verzoek ik u met klem dit advies uit te brengen vóór 21 december 201[1].”
2.8 De adviesaanvraag is door de directeur van WML toegelicht tijdens een overlegvergadering op 13 december 2011. De notulen van deze vergadering houden onder meer in:
“De directeur geeft aan waarom deze afdeling wordt gesloten. Doordat er bijna geen nieuwe mensen meer zijn binnengekomen is het werk bij het ADC fors gedaald. (…) Hierdoor komt de heer Nijenkamp per 1.1.2012 zonder werk. Hierdoor is er geen arbeidsdeskundige capaciteit meer in huis. Mocht er in 2013 toch behoefte aan zijn, dan zal dit extern worden ingekocht. Het sluiten van deze afdeling levert een forse besparing op (…)”
2.9 In een brief van de ondernemingsraad aan WML van 21 december 2011 is over de adviesaanvraag onder meer het volgende vermeld:
“Wij willen van deze gelegenheid gebruik maken om een aantal aandachtspunten (…) aan te dragen (…).
- Een trend binnen Sociale Werkvoorzieningen om zich om te vormen tot arbeidsontwikkelbedrijf waarbij diagnostiek als belangrijk instrument benoemd wordt (…)
- (…) Het plan ‘WML als leerwerkbedrijf’(…). In dit plan wordt diagnostiek een belangrijke plaats toegedicht in het primaire proces. (…)
- De notitie ‘evaluatie samenwerking WML / Maetis Ardyn’;
(…)
- De notitie van Prisma d.d. 07 maart 2011 om samen met WML te komen tot een arbeidstrainingscentrum, waarin kwaliteiten van ADAPT en ADC samenvallen.
(…)
- Daarnaast zal de nieuwe Wet werken Naar Vermogen veel behoefte meebrengen [aan] diagnostisch advies.
(…)
Gezien het voorgaande komt de sluiting van de afdeling ADC bij ons wat vreemd voor. Er zou ook gedacht kunnen worden aan een andere indeling van de organisatie. De [ondernemingsraad] mist in uw adviesaanvraag ook de alternatieven waaraan ook u wellicht heeft gedacht.”
2.10 In een brief van WML aan de ondernemingsraad van 9 januari 2012 is onder meer het volgende vermeld:
“2. u onderbouwt met verwijzing naar in- en externe rapporten, artikelen e.d. dat diagnostiek een belangrijke zaak is. Ik ben het hier mee eens.
3. in het visiedocument staat inderdaad dat diagnose, activering, loonwaarde, re-integratie en nazorg door de uitvoeringsorganisatie in eigen beheer wordt uitgevoerd.
Dit is ook volledig de bedoeling.
(…)
Ik ben desalniettemin voornemens de afdeling ADC op te heffen. Er is immers thans geen werk, er is geen gekwalificeerde arbeidsdeskundige capaciteit, opheffing leidt tot een kostenbesparing van € 169.750,- op jaarbasis.
Omdat diagnostiek de basis vormt voor arbeidstoedeling zullen deze werkzaamheden in eigen beheer in de nieuwe organisatie uitgevoerd gaan worden en wel door de werkcoaches. Waar nodig zal op deelterreinen (financieel, medische belastbaarheid) op maat extern specialistische ondersteuning gevraagd kunnen worden.”
2.11 In het verslag van de overlegvergadering van WML van 17 januari 2012 is onder meer het volgende vermeld:
“5 Adviesaanvraag ADC
(…) De directeur licht toe dat het besluit om het ADC te sluiten voortkomt uit de situatie dat er geen werk is. Vanaf 1 januari 2013 is het de bedoeling de arbeidsdiagnostiek in te laten vullen door de jobcoaches.
(…)
De directeur merkt op dat het ADC niet wordt opgeheven als voorbereiding op de fusie. Ook als er geen sprake was van een fusie zou de afdeling gesloten worden. Er is nu geen werk en in het kader van de reguliere bedrijfsvoering kan de afdeling niet voortbestaan. Bij de nieuwe organisatie zal de arbeidsdiagnostiek aangepast worden aan de nieuwe wetgeving. De jobcoaches richten zich op een brede doelgroep.”
2.12 In het verslag van de overlegvergadering van WML van 14 februari 2012 is onder meer het volgende vermeld:
“5. Adviesaanvraag ADC (…)
De directeur licht toe dat de werkzaamheden van het ADC nagenoeg afgelopen zijn. Er is alleen nog zeer incidenteel sprake van onderzoek voor de zittende populatie. De directeur wijst op de gevolgen van de landelijke bezuinigingen. WML krijgt met een korting van € 2 miljoen te maken en daarom zijn kostenbesparingen noodzakelijk.”
2.13 In een brief van WML aan de ondernemingsraad van 16 februari 2012 is onder meer het volgende vermeld:
“5. In uw brief d.d. 14 februari jl. stelt u het navolgende: (…)
- “Dit maakt dat de opheffing van de afdeling ADC feitelijk niet los kan worden gezien van de komende fusie WML met ISD ML”.
Deze conclusie van u is onjuist. Het betreft hier de reguliere bedrijfsvoering 2012 van WML waarbij het gaat om een afdeling die vrijwel zonder werk zit en waarbij sluiting leidt tot een resultaatverbetering voor WML van € 169.750,-. (…)
- ‘Thans worden al medewerkers (werkcoaches) van de ISD ML opgeleid tot jobcoaches.’
Deze constatering van u is onjuist. Wel is er een werkcoach, op eigen verzoek, bezig met de opleiding tot jobcoach. (…)
- ‘Een onderbouwing daarvoor (besparing € 169.750,-) ontbreekt.’
Ik verwijs in deze naar mijn brief d.d. 2 december 2011 waarin op pagina 2 deze onderbouwing is weergegeven.
6. U vraagt om een overzicht van de kosten en opbrengsten voor de komende twee jaar. U treft deze in de bijlage aan.”
2.14 In een brief van de ondernemingsraad aan WML van 24 februari 2012 heeft de ondernemingsraad “onder protest” negatief geadviseerd over het voorgenomen besluit de afdeling ADC op te heffen. De brief houdt onder meer in:
“(…) er heeft nimmer overleg plaatsgevonden over mogelijke alternatieven. Tijdens de overlegvergaderingen is het (…) duidelijk geworden dat u juist niet bereid bent tot enig overleg. (…)
De OR overweegt (…) de volgende punten:
(…)
• Het is (…) onduidelijk op basis waarvan u geen onderzoek wenst te doen c.q. geen discussie met de OR wenst aan te gaan naar de mogelijke alternatieven voor het niet opheffen van de afdeling ADC;
(…)
• ADC activiteiten (diverse diagnoseproducten, assertiviteitstraining, sollicitatie training…) zijn niet alleen van belang voor de organisatie van WML doch ook voor de toekomstige organisatie die wordt gevormd door WML en ISD ML;
• U onderschrijft (…) dat in het visiedocument van de nieuwe organisatie staat dat diagnose, activering, loonwaarde, re-integratie en nazorg door de uitvoeringsorganisatie in eigen beheer zullen worden gaan uitgevoerd;
(…)
• U schrijft in uw voorstel dat de noodzakelijke arbeidskundige kwaliteit niet aanwezig zou zijn. Dit is onjuist! De huidige medewerker voldoet evenals het voormalige hoofd ADC ruimschoots aan de criteria INOVAT professional;
• U stelt dat er helderheid is gegeven over de financiële kant van het verhaal doch bij de OR bestaat die helderheid absoluut niet. De OR heeft nog steeds veel vragen en zet ook de nodige vraagtekens bij uw financiële onderbouwing. U rekent kosten toe aan het ADC die blijven bestaan, de OR zou graag willen weten hoeveel uren gemoeid zijn met de diagnose taken van de werkcoaches….”
2.15 In een brief aan de ondernemingsraad van 28 februari 2012 heeft WML bekend gemaakt dat het besluit is genomen ADC op te heffen (hierna: het besluit). De brief houdt onder meer in:
“Met dit besluit wijkt het dagelijks bestuur af van uw advies. Hierbij is het navolgende overwogen:
1. Het opheffen van de afdeling ADC heeft geen relatie met de fusie van WML met ISD-ML (…)
2. (…)
3. Met de sluiting van de afdeling ADC wordt een besparing gerealiseerd van € 169.750,- (…)
4. Het voortzetten van een afdeling waarvoor geen werk meer is, is niet reëel.
5. In de conceptplannen van de nieuwe fusieorganisatie is geen afdeling ADC opgenomen. Het tijdelijk laten voortbestaan van een afdeling waaraan ook in de toekomst geen behoefte is, is dus geen optie.”
3. De gronden van de beslissing
3.1 De ondernemingsraad heeft, kort samengevat, de volgende bezwaren tegen het gevolgde adviestraject en tegen het besluit:
(a) De bestuurder heeft het adviestraject niet correct uitgevoerd.
(b) Het besluit is onvoldoende gemotiveerd.
(c) Alternatieven zijn niet onderzocht.
3.2 Voor wat betreft de gebreken in het adviestraject heeft de ondernemingsraad erop gewezen dat de bestuurder geen inhoudelijk overleg heeft gevoerd met de ondernemingsraad en voorbij is gegaan aan vragen van de ondernemingsraad. De beoogde financiële besparing is onvoldoende toegelicht en de daarover verstrekte informatie is onjuist, aldus de ondernemingsraad. Er is bovendien ten onrechte al uitvoering gegeven aan het besluit doordat de re-integratieconsulenten taken van het ADC hebben overgenomen.
3.3 Wat betreft de motivering van het besluit voert de ondernemingsraad onder meer aan:
a. Het oordeel van de bestuurder dat de behoefte aan arbeidsdiagnostische onderzoeken nihil is, is onjuist. Er gold ook in 2011 een (WSW-)vacaturestop, maar deze heeft voor de afdeling ADC geen grote wijziging in het aanbod van werk teweeg gebracht. Het natuurlijk verloop onder de medewerkers van WML is volgens de ondernemingsraad in de voorbije periode groter geweest dan verwacht, zodat weer instroom van nieuwe medewerkers te verwachten is. Voorts is WML er volgens de ondernemingsraad aan voorbij gegaan dat ook in 2011 werkzaamheden door de afdeling ADC zijn verricht en dat in 2012 enkele externe opdrachten zijn verstrekt. De afdeling ADC verricht ook werk voor de in het verleden ingestroomde medewerkers van WML. Er zal ook een behoefte aan diagnostisch werk blijven bestaan indien de invoering van de Wet werken naar vermogen (WWnV) doorgaat; dit laatste is volgens de ondernemingsraad nog onzeker, terwijl het er naar uitziet dat indien de WWnV wordt ingevoerd, dit niet gepaard zal gaan met een door een externe instantie te verrichten verplichte toegangstoets. In dat geval is volgens de ondernemingsraad te verwachten dat ook bij invoering van de WWnV voor de afdeling ADC een rol is weggelegd. Op grond van wijzigingen in de AWBZ en decentralisatie van de jeugdzorg is volgens de ondernemingsraad een toename aan diagnostisch werk te verwachten.
b. Het argument van de bestuurder dat na de pensionering van het hoofd van het ADC de noodzakelijke deskundigheid ontbreekt, is onjuist omdat de overgebleven werknemer voldoet aan de kwalificaties van INOVAT.
c. De motivering van het besluit is niet consistent omdat de bestuurder enerzijds stelt dat het besluit niet samenhangt met de voorgenomen fusie met de Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat (ISD-ML), maar anderzijds heeft geschreven dat diagnostische werkzaamheden in de nieuwe organisatie uitgevoerd gaan worden door de werkcoaches.
3.4 Ter toelichting op het verwijt dat geen onderzoek is gedaan naar alternatieven wijst de ondernemingsraad op de voorgenomen fusie van WML en ISD-ML, op het integreren van de diagnostiek van Stichting Prisma/afdeling ADAPT en die van WML na oprichting van een Arbeids Trainings Centrum, alsmede op diverse rapporten en plannen, waaruit is af te leiden dat diagnosewerkzaamheden van (groot) belang blijven.
Volgens het plaatsingsbeleid van WML dient standaard een diagnostisch onderzoek plaats te vinden, indien ten aanzien van een medewerker van WML discussie ontstaat over passend werk.
3.5 WML heeft gesteld dat als gevolg van de vacaturestop geen nieuwe instroom plaatsvindt van nieuwe WSW-medewerkers. Voorts heeft WML aangevoerd dat slechts in incidentele gevallen aan de afdeling ADC advies wordt gevraagd, indien een medewerker van WML niet meer voldoet in zijn functie. In 2010 ging het op dit punt om zes adviezen en in 2011 om vijf. WML verwijst voorts naar de overzichten van opdrachten aan het ADC die als productie 2 bij het verweerschrift zijn gevoegd. Op basis van deze overzichten concludeert WML dat er in 2008 nog een redelijk goed gevulde opdrachtenportefeuille was voor de afdeling ADC, dat het daarbij ging om externe opdrachten die vanaf 2009 zijn komen te vervallen en dat vanaf 2009 sprake is van een afname van de opdrachtenportefeuille van de afdeling ADC. In verband met deze terugloop van het werk voor de afdeling ADC is de heer Nijenkamp voor een gedeelte van zijn werktijd ingeschakeld bij de afdeling verpakkingen van WML. WML weerspreekt dat de afdeling ADC in 2011 door externe opdrachtgevers is ingehuurd. Wel heeft de afdeling ADC voor 14 personen advies uitgebracht aan de afdeling re-integratie van WML, met een totaal tijdsbeslag van 14 werkdagen.
3.6 De Ondernemingskamer oordeelt als volgt. Zowel WML als de ondernemingsraad hebben benadrukt overtuigd te zijn van het belang van arbeidsdiagnostisch onderzoek. Dit komt ook tot uiting in onderdeel 6 van het bedrijfsplan voor 2012 (zie 2.6). Dat neemt niet weg dat er - zoals de Ondernemingskamer op grond van hetgeen WML heeft aangevoerd aannemelijk acht - na het vertrek van Vermaat, in 2011 en in 2012 voor de enige resterende medewerker van de afdeling ADC onvoldoende arbeidsdiagnostisch werk beschikbaar is om die persoon voltijds van voldoende werk op dat terrein te voorzien. In welke mate dat het geval is en 0f dat een incidentele dan wel structurele situatie is, is echter niet duidelijk. Het door WML geproduceerde overzicht van de werkzaamheden van de afdeling ADC (productie 2 van WML) is immers – naar de ondernemingsraad, onvoldoende weersproken door WML, heeft gesteld – niet volledig. Voorts staat, gelet ook op hetgeen de ondernemingsraad daaromtrent heeft betoogd, niet vast dat de invoering van de WWnV tot een afname van de behoefte aan arbeidsdiagnostisch onderzoek zal leiden. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer komt in de aan het besluit ten grondslag liggende en aan de ondernemingsraad medegedeelde afwegingen onvoldoende tot uiting, dat WML de argumenten van de ondernemingsraad voor bestaan van een blijvende behoefte aan arbeidsdiagnostisch onderzoek, voldoende heeft betrokken in haar besluitvorming. In dit opzicht acht de Ondernemingskamer het besluit niet voldoende gemotiveerd. Op de in dit verband door WML voorgestelde overheveling van werkzaamheden naar jobcoaches dan wel werkcoaches wordt hierna ingegaan.
3.7 Voorts heeft WML ter motivering van het voorgenomen besluit aangevoerd dat de afdeling ADC na het vertrek van Vermaat niet meer over de kennis en kunde beschikt voor het verrichten van arbeidsdiagnostisch onderzoek. WML heeft in de motivering van het besluit bij brief van 28 februari 2012 echter niet gereageerd op het standpunt van de ondernemingsraad dat dit argument feitelijk niet juist is. Ook in zoverre is het besluit onvoldoende gemotiveerd, alleen al omdat onduidelijk is of het besluit mede steunt op de overweging dat het ADC niet langer beschikt over een voldoende gekwalificeerde medewerker. Daar komt bij dat de ondernemingsraad in de onderhavige procedure gemotiveerd heeft gesteld – verwezen wordt in het bijzonder naar de als productie 23 door de ondernemingsraad overgelegde stukken – dat Nijenkamp voornoemd voldoende gekwalificeerd is en dat WML die stelling, ook desgevraagd, niet voldoende gemotiveerd heeft betwist.
3.8 WML heeft in haar brief van 9 januari 2012 (zie 2.10) geschreven dat diagnostiek de basis vormt voor arbeidstoedeling en dat deze werkzaamheden ook in de toekomst in eigen beheer uitgevoerd gaan worden en wel door werkcoaches. Zonder nadere toelichting, die WML niet aan de ondernemingsraad heeft verstrekt, is onduidelijk hoe dit standpunt te verenigen is met het onder meer in de adviesaanvraag en het besluit door WML genoemde argument dat er voor de afdeling ADC geen werk meer zou zijn. Daarbij komt dat uit de gedingstukken niet blijkt dat WML aan de ondernemingsraad heeft toegelicht op grond van welke competenties de jobcoaches dan wel werkcoaches tot arbeidsdiagnostiek in staat kunnen worden geacht. Weliswaar heeft WML achteraf, in een brief aan mr. Hofstee van 29 maart 2012, gesteld dat de functieomschrijving van de werkcoaches in het stellen van diagnoses voorziet, maar op grond waarvan bij die functionarissen de daarvoor vereiste competentie daadwerkelijk aanwezig is, is ook toen onvoldoende duidelijk geworden. Hiervan uitgaande is overigens niet goed te begrijpen waarom WML het voorgenomen besluit heeft gemotiveerd mede met het argument dat de (enige) medewerker van de afdeling ADC niet voldoet aan de vereiste kwalificaties, terwijl dat laatste bovendien, zoals hierboven aan de orde kwam, onvoldoende is gebleken. Voor het geval WML niet heeft bedoeld dat de werkcoaches ook zelf diagnostische taken gaan verrichten, geldt dat niet goed duidelijk wordt op welke wijze alsdan door WML in de behoefte aan diagnostisch onderzoek zal worden voorzien.
3.9 In verband met de aan WML opgelegde bezuinigingsdoelstelling is het opheffen van de afdeling ADC door WML gemotiveerd met de daarmee te realiseren kostenbesparing. Deze bedraagt € 169.750 en is gespecificeerd in de adviesaanvraag van 2 december 2011.
In zoverre stelt de ondernemingsraad ten onrechte dat de beoogde besparing slechts is onderbouwd door een bijlage bij de brief van WML van 16 februari 2012. In de hiervoor bedoelde specificatie zijn voor het jaar 2011 geen opbrengsten geboekt. Dat lijkt niet te stroken met de informatie die voor het jaar 2011 is opgenomen in productie 2 bij het verweerschrift. Daaruit blijkt in ieder geval dat de afdeling ADC ook in 2011 nog een betrekkelijk groot aantal opdrachten heeft uitgevoerd. Evenmin komt in de specificatie de door WML voorziene besparing tot uiting welke de kosten zijn van het verrichten van diagnostische werkzaamheden door de job- en/of werkcoaches dan wel door ad hoc in te huren externe deskundigen. Voorts zijn ook de op huisvesting en op test- training en hulpmiddelen voorziene besparingen niet voldoende toegelicht. Van een voornemen tot het investeren in nieuwe hulpmiddelen is uit de stukken niet gebleken, terwijl, voor zover dat al zou zijn bedoeld, op de hulpmiddelen ook niet meer valt af te schrijven, omdat in een brief van WML aan mr. Hofstee van 29 maart 2012 is vermeld dat het instrumentarium reeds volledig is afgeschreven.
3.10 Resumerend acht de Ondernemingskamer het besluit ook op grond van hetgeen hiervoor onder 3.7 tot en met 3.9 is overwogen niet naar behoren gemotiveerd. In samenhang daarmee moet ook worden geconcludeerd dat WML aan de ondernemingsraad onvoldoende inzicht heeft verschaft in de met het besluit beoogde besparing .
3.11 De ondernemingsraad heeft gesteld dat het enkele voortbestaan van de afdeling ADC voor hem geen noodzaak is, mits alternatieven worden onderzocht die een continuering van het arbeidsdiagnostisch werk door WML mogelijk maken. Voor een dergelijk onderzoek is gelet op hetgeen hiervoor omtrent de behoefte aan arbeidsdiagnostiek is overwogen, voldoende reden geweest. Desalniettemin is niet gebleken dat WML alternatieven serieus in het overleg met de ondernemingsraad heeft betrokken.
3.12 Door middel van diverse maatregelen is, naar de ondernemingsraad – niet weersproken door WML – heeft gesteld, een situatie gecreëerd waardoor gedeeltelijk reeds uitvoering aan het besluit is gegeven: de trainingswerkzaamheden die door de afdeling ADC werden verricht zijn naar andere medewerkers van WML overgeheveld, de ruimte waarin ADC was gevestigd is verhuurd dan wel herbestemd. Ook dat is niet in overeenstemming met de wettelijke regeling van het medezeggenschapsrecht.
3.13 Al hetgeen hiervoor is overwogen leidt tot de slotsom dat WML bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. De Ondernemingskamer zal, zoals verzocht, WML bevelen het besluit in te trekken, verbieden handelingen te verrichten of te doen verrichten ter uitvoering van het besluit en de ondernemer gebieden reeds tot stand gekomen gevolgen van het besluit, voor zover mogelijk, ongedaan te maken.
3.14 Omdat de Ondernemingskamer aldus beslist op het verzoek van de ondernemingsraad, behoeft zijn verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, zoals weergegeven onder 1.2 aanhef en onder 4), geen beoordeling en beslissing meer.
4. De beslissing
De Ondernemingskamer:
verklaart dat WML bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het besluit van 28 februari 2012 om de afdeling ADC te sluiten;
legt WML de verplichting op om voormeld besluit in te trekken;
legt WML het verbod op om handelingen te verrichten ter uitvoering van voormeld besluit;
gebiedt WML reeds tot stand gekomen gevolgen van het besluit, voor zover mogelijk, ongedaan te maken;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Faber, voorzitter, mr. E.A.G. van der Ouderaa en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en prof. dr. J. Klaassen RA en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2012.