ECLI:NL:GHAMS:2012:BX3122

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.106.883/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de schuldsaneringsregeling na misverstand over sollicitatieplicht

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 26 juni 2012, gaat het om de verlenging van de schuldsaneringsregeling van appellant X. X was eerder toegelaten tot de schuldsaneringsregeling op 31 augustus 2010, maar de rechtbank had deze regeling tussentijds beëindigd op 8 mei 2012, omdat X niet voldaan zou hebben aan zijn sollicitatieplicht. X heeft in hoger beroep betwist dat hij de geboden kans niet heeft gegrepen en heeft aangevoerd dat hij zich, ondanks zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, altijd heeft ingespannen om werk te vinden. Hij heeft rapportages van het UWV overgelegd die zijn inspanningen ondersteunen.

Het hof heeft vastgesteld dat er enige onduidelijkheid is ontstaan over de sollicitatieplicht door communicatieproblemen met de bewindvoerder. Ondanks dat X niet altijd de vereiste bewijsstukken heeft overgelegd, is het hof van oordeel dat hij voldoende heeft gesolliciteerd. Het hof heeft besloten de schuldsaneringsregeling met negen maanden te verlengen, zodat X de kans krijgt om zijn situatie te verbeteren en aan de sollicitatieplicht te voldoen. Het hof heeft X erop gewezen dat hij moet blijven solliciteren en de bewindvoerder op de hoogte moet houden van zijn sollicitaties, ook als deze via internet plaatsvinden.

De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en dat de looptijd van de schuldsaneringsregeling wordt verlengd tot 31 mei 2014. Dit arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door middel van een verzoekschrift bij de Hoge Raad.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST van 26 juni 2012 in de zaak met
zaaknummer 200.106.883/01 van:
X,
APPELLANT,
advocaat: mr. H. Beekelaar te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Appellant – X - is bij 14 mei 2012 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 mei 2012 met insolventienummer R 467/2010, waarbij ten aanzien van X de toepassing van de schuldsaneringsregeling is beëindigd en waarbij in zijn faillissement mr. P.M.F. Greuter, rechter in voornoemde rechtbank, is benoemd tot rechter-commissaris met aanstelling van J.C. de Dood tot curator.
1.2. Het hoger beroep is behandeld ter terechtzitting van 19 juni 2012. Bij die behandeling is X verschenen, bijgestaan door mr. Beekelaar voormeld. Voorts is de bewindvoerder, mr. J.C. de Dood, verschenen.
2. De gronden van de beslissing
2.1. Op verzoek van de bewindvoerder heeft de rechtbank bij genoemd vonnis de toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van X tussentijds beëindigd, omdat hij – samengevat – niet heeft voldaan aan zijn sollicitatieplicht en de geboden allerlaatste kans niet heeft gegrepen.
2.2. Ten behoeve van de behandeling van het hoger beroep heeft de bewindvoerder een verslag van 13 juni 2012 met bijlage aan het hof doen toekomen. X heeft van dit verslag kennis genomen.
2.3. In hoger beroep is het volgende gebleken.
2.3.1. X is een alleenstaande man. X is op 31 augustus 2010 tot de schuldsaneringsregeling toegelaten. Vanaf 1 juli 2010 heeft hij deelgenomen aan een re-integratietraject. X heeft van 28 november 2011 tot en met 24 februari 2011 gewerkt bij Connexxion. Zijn contract is beëindigd door de werkgever na een medische keuring. Sinds die datum ontvangt X een WW-uitkering. Na herkeuring op verzoek van het UWV is X voor 45-55% arbeidsongeschikt bevonden en ontvangt hij een WGA-vervolguitkering.
2.3.1. De bewindvoerder heeft samengevat het volgende verklaard. X heeft - ondanks daartoe herhaaldelijk te zijn aangemaand - nagelaten serieus te solliciteren, althans bewijsstukken daarvan over te leggen. Met betrekking tot de in hoger beroep door X overgelegde sollicitaties heeft de bewindvoerder verklaard dat deze geen serieuze sollicitatiebrieven zijn en dat X daarom niet voldoet aan de richtlijnen.
2.3.2. X heeft betwist dat hij de aan hem geboden allerlaatste kans niet heeft gegrepen. Hij heeft daartoe samengevat het volgende aangevoerd.
Ondanks dat hij voor 50% afgekeurd is, heeft X zich altijd ingezet een baan te vinden, getuige ook de rapportages van het UWV. Hij heeft steeds gesolliciteerd. X acht de beëindiging te wijten aan verwarring die is geschapen door de bewindvoerder en hij is gemotiveerd de sollicitatieverplichting actief na te komen.
2.4. Op grond van het verhandelde ter zitting in
hoger beroep en de overgelegde stukken is het hof van oordeel dat er thans geen aanleiding is de schuldsaneringsregeling ten aanzien van X te beëindigen. Naar het oordeel van het hof is voldoende komen vast te staan dat X daadwerkelijk solliciteert, hoewel hij misschien niet altijd strikt aan de sollicitatieplicht heeft voldaan met betrekking tot het overleggen van bewijsstukken. Aannemelijk is dat bij X enige onduidelijkheid omtrent de sollicitatieplicht is ontstaan in de communicatie met het kantoor van de bewindvoerder. Daarnaast is gebleken dat X ondertussen de boedelachterstand volledig heeft ingelopen. Het hof is dan ook van oordeel dat X nog een kans moet worden geboden de schuldsaneringsregeling tot een goed einde te brengen en zal de toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van hem verlengen met negen maanden, dat is de duur van de periode waarin X niet aantoonbaar volgens de regels heeft gesolliciteerd, althans bewijsstukken daarvan heeft overgelegd.
2.5. Het hof wijst X erop dat hij, ook in zijn geval waarin sprake is van een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, moet aantonen dat hij aan de sollicitatieplicht voldoet.
Dit houdt in:
- gemiddeld viermaal per maand een schriftelijke sollicitatie verzenden (exclusief open sollicitaties) - inschrijven bij het CWI en drie à vier uitzendbureaus,
- niet beperken tot het solliciteren naar vacatures op het eigen vakgebied,
- deelname aan een re-integratietraject laat onverlet dat X zich zelfstandig moet inspannen betaald werk te vinden,
- kopieën van de sollicitatiebrieven verstrekken aan de bewindvoerder mr. De Dood, ook als de sollicitaties via internet hebben plaatsgevonden.
2.6. Gelet op het vorenstaande wordt beslist als volgt.
3. De beslissing
Het hof:
- vernietigt de uitspraak waarvan beroep en opnieuw rechtdoende:
- wijst de voordracht tot tussentijdse beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling alsnog af;
- verlengt de looptijd van de schuldsaneringsregeling met negen maanden, derhalve tot 31 mei 2014.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.J.J. Los, M.W.E. Koopmann en R.J.Q. Klomp en uitgesproken ter openbare terecht¬zitting van het hof van 26 juni 2012 in tegen¬woordigheid van de griffier.
Van dit arrest kan gedurende acht dagen na die van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld door middel van een verzoekschrift in te dienen ter griffie van de Hoge Raad.