ECLI:NL:GHAMS:2012:BX3110

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.101.103/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid hoger beroep wegens overschrijding termijn in faillissementszaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep van een vonnis van de rechtbank Haarlem van 17 januari 2012, waarbij de schuldsaneringsregeling van appellante X was beëindigd. X had op 26 januari 2012 hoger beroep ingesteld, maar het hof oordeelde dat dit niet-ontvankelijk was omdat de termijn voor het indienen van het beroepschrift was overschreden. Artikel 292 lid 3 van de Faillissementswet bepaalt dat een schuldenaar binnen acht dagen na de uitspraak in hoger beroep kan komen. Het hof concludeerde dat X niet tijdig had aangetoond dat het beroepschrift op de juiste wijze was verzonden.

De advocaat van X, mr. R. de Bondt, had aangevoerd dat hij het appelschrift op 24 januari 2012 had verzonden, maar het hof was van mening dat er onvoldoende bewijs was dat dit daadwerkelijk was gebeurd. De fax die was verzonden, was naar een onbekend nummer gestuurd en de advocaat had geen bewijs geleverd dat het appelschrift op de juiste manier was aangeboden aan de koerier. Het hof benadrukte dat de rechtszekerheid vereist dat strikt wordt vastgehouden aan de wettelijke termijnen voor het indienen van hoger beroep, en dat er geen uitzonderingen konden worden gemaakt in dit geval.

Uiteindelijk verklaarde het hof X niet-ontvankelijk in haar hoger beroep, wat betekent dat haar verzoek om het vonnis van de rechtbank te herzien niet in behandeling werd genomen. Dit arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en er kan binnen acht dagen na de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST van 3 april 2012 in de zaak met zaaknummer 200.101.103/01 van:
X,
APPELLANTE,
advocaat: mr. R. de Bondt te Haarlem.
1. Het geding in hoger beroep
1.1 Appellante – hierna X - is bij op 26 januari 2012 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Haarlem van 17 januari 2012 met insolventienummer R 74/2009, waarbij de toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van X is beëindigd en waarbij in haar faillissement mr. P.M.F. Greuter, rechter in voornoemde rechtbank, is benoemd tot rechter-commissaris met aanstelling van mr. S.A. van Haarlem, advocaat te Purmerend, tot curator.
1.2 Het hoger beroep is behandeld ter terechtzitting van 27 maart 2012. Bij die behandeling is X verschenen, bijgestaan door mr. De Bondt voornoemd. Voorts is de bewindvoerder, H.R. Roorda-Muijs, verschenen.
1.3 Na de zitting heeft het hof nog kennis genomen van een brief d.d. 27 maart 2012 met bijlagen van mr. De Bondt, alsmede een brief d.d. 28 maart 2012 van X.
2. De ontvankelijkheid van het hoger beroep
2.1 Artikel 292 lid 3 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt dat de schuldenaar van een vonnis gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep kan komen. Gelet op deze termijn is het door X op 26 januari 2012 ingestelde hoger beroep tegen het vonnis van 17 januari 2012 - in beginsel –
niet-ontvankelijk.
2.2 De rechtszekerheid brengt met zich mee dat strikt de hand moet worden gehouden aan wettelijke beroepstermijnen. Een uitzondering op deze regel is gerechtvaardigd indien X ten gevolge van een door (de griffie van) de rechtbank begane fout of verzuim niet tijdig wist en redelijkerwijs ook niet kon weten dat de rechtbank vonnis had gewezen en het vonnis haar als gevolg van een niet aan haar toe te rekenen fout of verzuim pas na afloop van de termijn voor het instellen van het hoger beroep is toegezonden of verstrekt, dan wel zodanig laat is toegezonden of verstrekt dat daartegen redelijkerwijs niet meer binnen de termijn een beroepschrift kon worden ingediend.
2.3 X heeft dienaangaande het volgende aangevoerd. Zij heeft op vrijdag 20 januari 2012 de beschikking gekregen over het vonnis van de rechtbank van 17 januari 2012. Op maandag 23 januari 2012 had X ’s middags een afspraak met mr. De Bondt, die naar zeggen op 24 januari 2012 het verzoekschrift per fax en per Falk koerier aan het hof heeft doen toekomen. Van de te late indiening kan haar derhalve geen verwijt worden gemaakt, aldus X.
2.4 Het hof is van oordeel dat van een grond voor het maken van een uitzondering als hiervoor bedoeld in het onderhavige geval niet is gebleken. Gesteld noch gebleken is dat zich een situatie als hiervoor onder 2.2 omschreven heeft voorgedaan. Voor zover X aanvoert dat de advocaat tijdig hoger beroep heeft ingesteld, maar dat het hof door een fout dit hoger beroep niet tijdig heeft geregistreerd, overweegt het hof als volgt. Bij deze bewering ligt het op de weg van de advocaat van X om te onderbouwen dat hij tijdig het appelschrift aan het hof heeft doen toekomen. Het hof heeft hem daartoe ook de gelegenheid geboden. Met betrekking tot de door hem overgelegde fax met het voorblad van het appelschrift van X overweegt het hof dat deze fax gestuurd is aan een (onbekend) nummer, 0848366491, waarvan niet is gesteld of gebleken dat het van een rechterlijke instantie is. Bovendien wordt op deze bewuste fax van 24 januari 2012 melding gemaakt van vijf verzonden pagina’s, terwijl het appelschrift van X inclusief voorblad, maar zonder bijlagen, zeven pagina’s beslaat.
Voorts heeft de advocaat van X gesteld dat hij op 24 januari 2012 het appelschrift aan de Falk koerier heeft afgegeven en dat Falk de garantie biedt dat de aangeboden post de volgende dag wordt bezorgd. Het hof overweegt hieromtrent dat de advocaat, hoewel hiertoe in de gelegenheid gesteld, geen nadere onderbouwing heeft overgelegd dat hij het appelschrift op 24 januari 2012 heeft aangeboden aan de Falk koerier, noch dat Falk dit stuk op 25 januari 2012 aan het hof heeft aangeboden. Eén en ander levert onvoldoende grond op om appellante ondanks de overschrijding van de wettelijke appeltermijn niettemin ontvankelijk te achten in haar hoger beroep.
2.5 Het vorengaande leidt er toe dat X in haar hoger beroep niet kan worden ontvangen.
3. De beslissing
Het hof:
- verklaart X niet-ontvankelijk in het door haar ingestelde hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C. Toorman W.J. Noordhuizen en M.A.J.G. Janssen en uitgesproken ter openbare zitting van het hof van 3 april 2012 tegenwoordigheid van de griffier.
Van dit arrest kan gedurende acht dagen na die van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld door middel van een verzoekschrift in te dienen ter griffie van de Hoge Raad.