ECLI:NL:GHAMS:2012:BX3053
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.H. de Bock
- W.J. Noordhuizen
- E.J. Rotshuizen
- Rechtspraak.nl
Herziening van de schuldsaneringsregeling voor appellanten met psychische beperkingen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 7 februari 2012, gaat het om de herziening van de schuldsaneringsregeling voor appellanten X en Y, die beiden lijden aan verstandelijke en psychische beperkingen. Appellanten zijn op respectievelijk 12 april 2011 en 28 juni 2011 toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, maar hebben ernstig tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen. Het hof oordeelt dat deze tekortkomingen niet aan hen kunnen worden toegerekend, gezien hun psychische en verstandelijke beperkingen. De rechtbank had eerder de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd, maar het hof komt tot de conclusie dat appellanten nu hulp hebben geaccepteerd en dat hun situatie stabiliseert. Het hof wijst het verzoek tot beëindiging van de schuldsaneringsregeling af en geeft appellanten een laatste kans om de regeling succesvol af te ronden.
De zaak kwam aan het hof na een hoger beroep van appellanten tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem, waarin de schuldsaneringsregeling was beëindigd. Tijdens de behandeling van het hoger beroep op 31 januari 2012, werd duidelijk dat appellanten niet in staat waren adequaat te reageren op de aanmaningen van hun bewindvoerder, wat mede te wijten is aan hun psychische toestand. Het hof heeft de rapportages van een psycholoog en de gezinsbegeleider in overweging genomen, waaruit blijkt dat appellanten onvoldoende in staat zijn om de gevolgen van hun tekortkomingen te overzien. Het hof concludeert dat, ondanks de eerdere tekortkomingen, de huidige situatie van appellanten verbeterd is en dat zij nu in staat zijn om de schuldsaneringsregeling op een eerlijke en open manier te doorlopen.
Het hof benadrukt het belang van adequate hulpverlening en samenwerking met de bewindvoerder, en besluit om appellanten een kans te geven om de schuldsaneringsregeling tot een goed einde te brengen, nu er geen boedelschuld is ontstaan en de hulpverlening lijkt te functioneren.