ECLI:NL:GHAMS:2012:BX3046
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.H. de Bock
- W.J. Noordhuizen
- E.J. Rotshuizen
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrecht en toestand van niet-betalen van Jemako Holding B.V.
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de faillietverklaring van Jemako Holding B.V. (hierna: Jemako). Appellante, Jemako, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2011, waarbij zij op verzoek van de Ontvanger van de Belastingdienst in staat van faillissement was verklaard. De Ontvanger had een vordering van € 37.713,- ingediend, voortkomend uit onbetaalde aanslagen loonheffing en vennootschapsbelasting. Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep is gebleken dat Jemako betalingsregelingen had getroffen met al haar schuldeisers, behalve met de Ontvanger. Het hof heeft vastgesteld dat er geen toestand van niet-betalen was, aangezien er geen andere opeisbare vorderingen ten laste van Jemako waren dan die van de Ontvanger. Het hof oordeelde dat het bestaan van meerdere schulden een noodzakelijke voorwaarde is voor de toestand van niet-betalen. De stelling van de Ontvanger dat er sprake was van een vordering op Jemako door HAB International en Vastinvest werd door het hof niet onderschreven. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees het verzoek tot faillietverklaring af, waarbij het ook de kosten van het faillissement ten laste van Jemako bracht. Dit arrest bevestigt dat de curator heeft verklaard dat er slechts één crediteur is, namelijk de Ontvanger, en dat er overeenstemming is bereikt over de betaling van de boedelkosten door Jemako.