GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING in de zaak met zaaknummer 200.102.146/01 OK van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHAUFELI PROJECTEN B.V.,
gevestigd te Warnsveld (gemeente Zutphen),
VERZOEKSTER,
advocaat: mr. E.M. van Zelm, kantoorhoudende te De Bilt,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CPS INTERNATIONAL B.V.
gevestigd te Warnsveld (gemeente Zutphen),
VERWEERSTER,
niet verschenen,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALFA INVEST B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEGENSLOTEN BEHEER B.V.,
gevestigd te Renswoude,
3. Jacob HENDRIKSE,
wonend te Renswoude,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat: mr. J.D. van Vlastuin, kantoorhoudende te Veenendaal.
1. Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zal verzoekster (ook) worden aangeduid met Schaufeli en verweerster met CPS. Belanghebbenden zullen ieder afzonderlijk worden aangeduid met Alfa Invest, Negensloten en Hendrikse en gezamenlijk met Alfa Invest c.s.
1.2 Schaufeli heeft bij op 6 februari 2012 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van CPS. Daarbij heeft zij tevens verzocht - zakelijk weergegeven - bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding Alfa Invest te schorsen als bestuurder van CPS en haar te verbieden zich gedurende de schorsing als bestuurder van CPS voor te doen of te presenteren en Schaufeli te ontslaan uit de verplichting, opgelegd bij herstelvonnis van de rechtbank Utrecht van 11 januari 2012, om Alfa Invest bedrijfsinformatie met betrekking tot CPS te verstrekken, kosten rechtens.
1.3 Alfa c.s. hebben bij op 27 februari 2012 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, primair de verzoeken af te wijzen met veroordeling van Schaufeli in de kosten van het geding en subsidiair een onderzoek te gelasten naar de gang van zaken binnen CPS.
1.4 De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 8 maart 2012. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht, wat mr. Van Zelm betreft aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen. Partijen hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord.
De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1 CPS drijft een onderneming die zich bezig houdt met de vervaardiging van en de handel in energie en energieproducten, waaronder zonnepanelen als ook met advisering met betrekking tot energievraagstukken. Zij is in 1999 opgericht onder de statutaire naam Schaufeli-Walburgh-Schmidt Vastgoedmaatschappij. De onderneming is feitelijk in januari 2009 gestart in het kader van een samenwerkingsverband tussen Alfa Invest (Hendrikse) en Schaufeli (F.R. Schaufeli). Op 2 oktober 2009 zijn de statuten van genoemde vennootschap gewijzigd en is haar naam veranderd in CPS.
2.2 Alfa Invest en Schaufeli houden sinds 27 januari 2010 - door verkoop van Schaufeli van 50% van de aandelen in CPS aan Alfa Invest - elk 50% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van CPS. Schaufeli is vanaf 2 oktober 2009 zelfstandig bevoegd bestuurder van CPS. Alfa Invest is van 27 januari 2010 tot 7 december 2011 naast Schaufeli zelfstandig bestuurder van CPS geweest (zie hierna onder 2.15).
2.3 F.R Schaufeli is enig aandeelhouder en statutair bestuurder van Schaufeli. Hendrikse is statutair bestuurder en (al dan niet indirect) enig aandeelhouder van Negensloten, welke vennootschap op haar beurt statutair bestuurder is van Alfa Invest. Negensloten houdt 50% de aandelen in Alfa Invest. De overige 50% worden gehouden door Alfa Bunschoten Beheer B.V., van welke vennootschap W. van Rossum (al dan niet indirect) enig aandeelhouder is. Negensloten is tevens zelfstandig bevoegd bestuurder van Alfatech Holding B.V., welke op haar beurt zelfstandig bevoegd bestuurder is van Alfatech Technische Aanneming B.V. en van Alfatech Energy B.V. (hierna tezamen aangeduid met de Alfatech-vennootschappen). Deze laatst genoemde vennootschap is opgericht in 2008 en drijft sindsdien een onderneming gericht op het realiseren van projecten met betrekking tot het gebruik van duurzame energie en handel in zonnepanelen. Negensloten en Alfa Bunschoten Beheer B.V. houden ieder 50% van de aandelen in Alfatech Holding B.V.
2.4 In de (nog niet vastgestelde) jaarrekening 2010 van CPS staat het volgende. Op 31 december 2009 had CPS een negatief eigen vermogen van € 99.392. Er was een negatief werkkapitaal van € 110.852. Het resultaat na belastingen bedroeg over 2009 minus € 100.804. Op 31 december 2010 had CPS een negatief eigen vermogen van € 107.233. Er was een negatief werkkapitaal van € 134.078. Het resultaat na belastingen bedroeg over 2010 minus € 7.841.
2.5 F.R. Schaufeli heeft zich begin 2011 vanwege ernstige gezondheidsklachten feitelijk teruggetrokken als bestuurder van Schaufeli. Zijn broer, A.F. Schaufeli, die bij CPS in dienst is als commercieel medewerker, heeft hem als bestuurder van Schaufeli vervangen.
2.6 Bij email van 21 juni 2011 heeft Hendrikse aan H. Hissink, adviseur van F.R. Schaufeli en belast met de financiële verslaglegging en controle van CPS een gespecificeerd overzicht gezonden van de volgens Alfatech door haar ten behoeve van CPS in rekening-courant voorgeschoten bedragen (in totaal € 231.057) en de openstaande facturen van Alfatech voor geleverde zaken en diensten ( in totaal € 187.908). Op 28 en en 29 juni 2011 heeft een emailwisseling plaatsgevonden tussen Hissink en Hendrikse over het al dan niet benodigd zijn van extra financiering ten behoeve van de bedrijfsvoering van CPS. Hendrikse heeft daarin gesteld dat “wij door het ontbreken van liquide middelen geen nieuwe werken opstarten”.
2.7 In september 2011 heeft Hendrikse de bedrijfsvoering van CPS te Amersfoort stilgelegd en heeft A.R. Schaufeli de bedrijfsvoering van CPS te Warnsveld voortgezet.
2.8 Op 20 september 2011 heeft Hendrikse A.F. Schaufeli in zijn hoedanigheid van werknemer van CPS op non-actief gesteld en hem de toegang tot CPS ontzegd. Bij brief van 23 september 2011 heeft Schaufeli de nietigheid van het besluit tot non-actiefstelling ingeroepen.
2.9 Sinds 27 september 2011 staat A.F. Schaufeli naast F.R. Schaufeli in de registers van de Kamer van Koophandel als statutair bestuurder van Schaufeli ingeschreven. Hij treedt aldus op als (middellijk) bestuurder van CPS.
2.10 Op 29 september 2011 hebben de Alfatech-vennootschappen, Alfa Invest B.V., en Wittenoord Company v.o.f. (welke vennootschap eveneens behoort tot het Alfa-concern) een verzoek ingediend bij de rechtbank te Zutphen tot faillietverklaring van CPS. Dit verzoek is later ingetrokken.
2.11 Op 4 oktober 2011 heeft Hendrikse aan de Belastingdienst een melding gedaan van betalingsonmacht van CPS.
2.12 CPS heeft een naheffingsaanslag loonheffingen over augustus 2011, gedagtekend 21 oktober 2011, niet tijdig betaald, ter zake waarvan op 14 december 2011 een dwangbevel is uitgebracht.
2.13 CPS heeft (via Alfatech Technische Aanneming B.V.) werkzaamheden verricht voor Ontwikkelings - en Exploitatiemaatschappij Hallokaties C.V. (hierna: Hallokaties). Op 31 oktober 2011 heeft Hendrikse namens CPS te Amersfoort ten behoeve van deze werkzaamheden een factuur ten bedrage van € 85.171,67 aan Hallokaties gestuurd. Op 2 november 2011 heeft A.F. Schaufeli namens CPS te Warnsveld een factuur ten bedrage van
€ 85.172,13 aan Hallokaties gezonden. Hallokaties heeft de betaling van de facturen opgeschort.
2.14 In een notariële akte van 30 november 2011, heeft Hendrikse als (middellijk) bestuurder van onderstaande vennootschappen en van CPS een schuldbekentenis laten vastleggen. In deze schuldbekentenis heeft CPS verklaard schuldig te zijn uit hoofde van facturen dan wel geldleningen in rekening courant, de volgende bedragen:
€ 942,48 aan Alfatech Holding B.V.
€ 13.553, 97 aan Alfatech Technische aanneming B.V.
€ 89.845,33 aan Alfatech Energy B.V.
€ 103.503,23 aan Alfatech Technische Anneming B.V.
€ 5.273,00 aan Alfatech Energy B.V.
In totaal: € 213.118,01.
In de schuldbekentenis staat voorts dat partijen zijn overeengekomen dat genoemde benoemde bedragen voor 1 december 2011 dienen te worden voldaan, bij gebreke waarvan CPS de wettelijke handelsrente verschuldigd is.
2.15 Bij vonnis in kort geding van de rechtbank te Utrecht van 7 december 2011 is Alfa Invest geschorst als bestuurder van CPS “welke schorsing vervalt 2 maanden na de datum van dit vonnis of, indien door (éen van de) partijen binnen 2 maanden na de datum van dit vonnis aan de Ondernemingskamer wordt verzocht in het kader van een aanhangig gemaakte enquêteprocedure een voorlopige voorzienig te treffen ten aanzien van het schorsen van één der partijen als bestuurder, op de datum dat de Ondernemingskamer een zodanige, bij voorraad uitvoerbare, voorziening treft”. Ter motivering van deze beslissing heeft de voorzieningenrechter kort gezegd overwogen dat tussen partijen in confesso is dat zij “uit elkaar moeten” en dat Schaufeli de onderneming van CPS zal voortzetten en dat het laatste feitelijk al is gebeurd doordat Schaufeli de bedrijfsvoering van CPS heeft verplaatst naar Warnsveld. Gelet op die omstandigheden en de omstandigheid dat voorshands niet is gebleken dat een van partijen CPS onbehoorlijk heeft bestuurd, is Schaufeli op dit moment de meest gerede partij om het bestuur over CPS te voeren, aldus de voorzieningenrechter. In hetzelfde vonnis is Alfa Invest veroordeeld om Schaufeli en A.F. Schaufeli toegang te verlenen tot de kantoorruimte van CPS te Amersfoort voor zover noodzakelijk om alle roerende zaken van CPS mee te nemen en de bedrijfsvoering in Warnsveld voort te zetten. De voorzieningenrechter heeft voort beslist dat Hallokaties de factuur ten bedrage van € 85.172,13 bevrijdend kon betalen op de rekening van CPS te Warnsveld.
2.16 Eveneens op 7 december 2011 hebben de Alfatech-vennootschappen de in 2.14 genoemde schuldbekentenis aan Hallocaties betekend en hebben zij executoriaal derdenbeslag gelegd op alle vorderingen van CPS op Hallokaties.
2.17 Bij vonnis in kort geding van de rechtbank Utrecht van 4 januari 2012 is het ten laste van CPS onder Hallokaties gelegde executoriaal derdenbeslag opgeheven. In dit vonnis heeft de voorzieningenrechter overwogen dat het conflict tussen de bestuurders van CPS onder meer betrekking heeft op de vraag of en zo ja welke bedragen CPS verschuldigd is aan de Alfatech-vennootschappen en dat het doen verlijden van de notariële schuldbekentenis om een executoriale titel te verkrijgen ten einde op korte termijn voldoening van haar vordering door het onbestuurbare CPS te kunnen bewerkstelligen en ieder verweer van CPS onmogelijk te maken, misbruik van omstandigheden oplevert en onrechtmatig is jegens CPS.
2.18 Op 6 januari 2012 hebben de Alfatech-vennootschappen conservatoir derdenbeslag ten laste van CPS onder Hallocaties gelegd.
2.19 Bij herstelvonnis van 11 januari 2012 (van het vonnis van 4 januari 2012) heeft de voorzieningenrechter Schaufeli en of A.F. Schaufeli veroordeeld om aan Alfa Invest, Negensloten en Hendrikse alle door hen sedert 1 september 2011 op naam van CPS uitgebrachte offertes, verstrekte kooporders en opdrachten, geaccepteerde orders, gevoerde correspondentie, opgestelde en ingediende fiscale aangiften, verzonden facturen en informatie over ontvangen en betaalde bedragen af te geven, op straffe van een dwangsom.
2.20 De Alfatech-vennnootschappen, Alfa Invest en Wittenoord Company v.o.f. hebben CPS op 20 januari 2012 gedagvaard voor de rechtbank in Zutphen en betaling gevorderd van een bedrag van € 245.582,51 in hoofdsom (waarvan een bedrag van € 33.320 onder de voorwaarde dat de liquiditeitssituatie van CPS betaling toelaat). Deze vordering omvat de bedragen genoemd in de hierboven in 2.13 genoemde schuldbekentenis.
3. De gronden van de beslissing
3.1 Schaufeli heeft aan haar stelling dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid van CPS en dat onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen in de kern het volgende ten grondslag gelegd. Alfa Invest heeft haar taken als bestuurder van CPS verwaarloosd en haar eigen belangen en die van aan haar gelieerde vennootschappen laten prevaleren boven het belang van CPS. In dat verband heeft Schaufeli het volgende gesteld.
i. Anders dan Schaufeli en Alfa Invest bij de aanvang van hun samenwerking in CPS hebben afgesproken, hebben Hendrikse en aan haar gelieerde vennootschappen facturen gestuurd aan CPS voor beweerdelijk verleende diensten. Volgens Schaufeli hield het samenwerkingsverband de afspraak in dat Schaufeli voor financiering van CPS zou zorgen en dat Alfa Invest (Hendrikse) arbeid zou inbrengen. CPS behoefde niet te betalen voor de arbeidsinzet van Alfa Invest (Hendrikse) en evenmin voor werkzaamheden die medewerkers van Alfa Invest of de Alfatech-vennootschappen voor CPS zouden verrichten, behoudens voor wat betreft montagewerkzaamheden die CPS bij haar afnemers in rekening kan brengen. Schaufeli heeft volgens afspraak een financiering verstrekt van € 170.000 en daarnaast een aanvullende financiering van ongeveer € 70.000, welke gelden – zo begrijpt de Ondernemingskamer het standpunt van Schaufeli – als inbreng van (risicodragend) kapitaal moeten worden aangemerkt .
ii. Wittenoord Company v.o.f. heeft in 2011 diverse keren materialen zoals zonnepanelen bij CPS gekocht tegen een te lage prijs, waardoor CPS is benadeeld;
iii. Hendrikse heeft een voorraad omvormers van CPS tegen inkoopprijs verkocht aan Bloemendal Bouw B.V., in een ander samenwerkingsverband een partner van Alfa Invest, waardoor CPS is benadeeld;
iv. de geldstromen van CPS lopen niet via een eigen bankrekening van CPS, maar via een bankrekening van Alfatech Energy. Alfa Invest (Hendrikse) heeft via die rekening een bedrag van € 295.000 aan CPS onttrokken. Zij heeft in dit verband gewezen op de kwestie Hallokaties, hierboven vermeld onder 2.13 e.v. Nadat CPS een eigen bankrekening had geopend heeft Hendrikse geweigerd om bedragen die toch nog op het oude rekeningnummer werden overgemaakt, aan CPS af te dragen.
v. Alfa Invest (Hendrikse) heeft haar positie als bestuurder misbruikt door een notariële schuldbekentenis te laten opstellen en executoriaal derdenbeslag te laten leggen.
vi. CPS heeft als pandgever in mei 2011 zekerheid gegeven voor bancaire faciliteiten van Alfa Invest en/of haar zustervennootschappen zonder dit aan de algemene vergadering van aandeelhouders voor te leggen.
vii. Alfa Invest heeft projecten van CPS overgeheveld naar aan Alfa Invest gelieerde vennootschappen.
Daarnaast maakt Schaufeli aan Alfa Invest (Hendrikse) een aantal verwijten die inhouden dat de naheffingsaanslag loonheffingen over augustus 2011 van 21 oktober 2011 niet (tijdig) is betaald, dat de jaarrekening 2009 niet tijdig is gedeponeerd en dat het verzoek tot faillietverklaring van 29 september 2011 in strijd is met de belangen van CPS, terwijl Schaufeli over dit verzoek ten onrechte niet was ingelicht. Voorts heeft zij er zich over beklaagd dat zij van onvoldoende informatie is voorzien, met name met betrekking tot het project Hallokaties. Tot slot heeft zij gesteld dat de stemmen binnen het bestuur en binnen de aandeelhoudersvergadering staken, waardoor er geen besluitvorming mogelijk is.
3.2 Alfa Invest c.s. hebben verweer gevoerd. Zij hebben gesteld dat A.F. Schaufeli, die tot 1 januari 2010 als werknemer bij Alfatech Energy in dienst was, beschikte over relevante contacten voor de handel in zonnepanelen, waarin Alfatech Energy al voor de oprichting van CPS actief was. Deze handel is vanaf 1 januari 2009 via CPS gaan lopen. Volgens Alfa Invest c.s. zou CPS als handelsonderneming in zonnepanelen gebruik kunnen maken van de relaties van Alfa Invest en kon zij de technische advisering, de aanleg, installatie en onderhoud van de betreffende panelen in samenwerking met de Alftech-vennootschappen aanbieden aan klanten. In onderling overleg tussen Schaufeli en Alfa Invest is een bankrekening geopend door Alfatech Energy op haar naam, onder de vermelding “inzake CPS International”. Deze bankrekening is administratief behandeld als een eigen bankrekening van CPS. Omdat Schaufeli niet bereid was, anders dan was afgesproken, om de aankoop van materialen of het starten van nieuwe projecten nader te financieren – in aanvulling op de door haar verstrekte financiering van € 170.000 –, hebben de Alfatech-vennootschappen van begin 2009 tot medio 2011 alle benodigde bedragen voorgeschoten. Op 21 juni 2011 hadden de Alfatech-vennootschappen een vordering in rekening courant op CPS uit hoofde van voorgeschoten bedragen van € 231.057. Daarnaast was er een bedrag aan openstaande facturen van € 187.908 voor zaken die de Alfatech-vennootschappen hebben geleverd aan CPS en voor werkzaamheden die deze vennootschappen hebben verricht in opdracht en voor rekening van CPS. Sinds november 2010 hebben de Alfatech-vennootschappen meer in CPS geïnvesteerd dan Schaufeli, wier investering inclusief bijgeschreven rente € 173.279 bedraagt. Alfa Invest c.s. hebben betwist dat F.R. Schaufeli daarnaast nog een bedrag van € 70.000 heeft ingebracht. Schaufeli heeft zich volgens Alfa Invest c.s. niet gehouden aan haar afspraak om te investeren in CPS. Dientengevolge hebben de Alfatech-vennootschappen geen nieuwe opdrachten aanvaard voor CPS, geen materialen ingekocht en geen offertes meer uitgebracht voor nieuwe projecten en heeft zij haar financiering afgebouwd, onder meer door de volledige voorraad omvormers te verkopen en de binnen gekomen gelden af te boeken op de oudste openstaande vorderingen van de Alfatech-vennootschappen. Met ingang van 1 oktober 2011 doen de Alfatech-vennootschappen geen betalingen meer voor CPS. Alfa Invest heeft op 4 oktober 2011 een melding betalingsonmacht gedaan aan de Belastingdienst. Alfa Invest c.s. hebben voorts nog gesteld dat zij voor eigen projecten steeds de zonnepanelen bij CPS hebben ingekocht, waardoor CPS een marge van 5% over de omzet kon realiseren.
3.3 De Ondernemingskamer oordeelt als volgt.
3.4 Een belangrijk deel van de door Schaufeli aangevoerde bezwaren en verwijten zijn terug te voeren op onenigheid tussen partijen over de inhoud van hetgeen tussen hen in 2009, bij de start van de onderneming, is overeengekomen over hun wederzijdse inbreng en over de daarmee samenhangende financiële verhouding tussen CPS en de Alfatech-vennootschappen bij de uitvoering van projecten die worden uitgevoerd in samenwerking tussen CPS en een of meer Alfatech-vennootschappen. Schaufeli heeft ter ondersteuning van haar stellingen op dit punt verwezen naar een aantal verslagen die de accountant van de vennootschap heeft gemaakt (overgelegd als producties 4, 5 en 6 bij het verzoekschrift). Die toelichting is echter volstrekt ontoereikend omdat de inhoud van die verslagen geen steun biedt aan het door Schaufeli ingenomen standpunt en Schaufeli, daarmee geconfronteerd ter zitting, slechts heeft verklaard dat deze verslagen geen correcte weergave vormen van hetgeen destijds is afgesproken. Op grond van hetgeen partijen over en weer hebben gesteld kan de Ondernemingskamer slechts vaststellen dat Schaufeli voor inbreng van kapitaal van (de onderneming van) CPS zou zorg dragen, dat Alfa Invest de dagelijkse leiding over CPS zou hebben en in dat verband arbeid zou inbrengen, alsmede dat A.F. Schaufeli als commercieel medewerker in loondienst bij CPS zou treden. Bij beantwoording van de vraag of er gegronde redenen zijn om aan de juistheid van het beleid van CPS te twijfelen, kan niet worden uitgegaan van het bestaan van verder strekkende afspraken tussen Schaufeli en Alfa Invest, zoals door Schaufeli gesteld. Tegen deze achtergrond oordeelt de Ondernemingskamer dat het in 3.1 sub i weergegeven bezwaar duidt op een vermogensrechtelijk geschil tussen de aandeelhouders van CPS en dat dit geschil op zichzelf geen gegronde reden oplevert om aan de juistheid van het beleid van CPS te twijfelen. Daarbij komt dat de door Alfatech-vennootschappen aan CPS gezonden facturen en de door Alfatech-vennootschappen gestelde vorderingen in rekening courant inmiddels de inzet vormen van de hierboven onder 2.20 genoemde bodemprocedure bij de rechtbank Zwolle. Daarom moet worden aangenomen dat deze civiele rechter zal oordelen over de financiële verhouding tussen CPS en de Alfatech-vennootschappen, zodat een een door de Ondernemingskamer te gelasten onderzoek op dit punt ook niet opportuun is.
3.5 Mede in het licht van de gemotiveerde betwisting door Alfa Invest c.s. heeft Schaufeli onvoldoende toegelicht dat CPS commercieel is benadeeld door de transacties met Wittenoord Company v.o.f. en Bloemendal, (zie 3.1 sub ii en iii). Datzelfde geldt voor het verwijt dat CPS zekerheden heeft gesteld voor schulden van Alfatech-vennootschappen (zie 3.1 sub vi) en voor het verwijt dat er op ongeoorloofde wijze projecten zijn overgeheveld van CPS naar aan Alfa Invest gelieerde vennootschappen (zie 3.1. sub vii). Genoemde verwijten/bezwaren kunnen niet tot het oordeel leiden dat Alfa Invest haar taken als bestuurder van CPS heeft verwaarloosd en haar eigen belangen en die van aan haar gelieerde vennootschappen heeft laten prevaleren boven het belang van CPS. Een gegronde reden om te twijfelen aan het beleid van CPS kan op deze punten niet worden vastgesteld.
3.6 Het bezwaar van Schaufeli dat CPS niet over een eigen bankrekening beschikt (zie 3.1 sub iv) is ontoereikend voor toewijzing van het verzoek omdat van de zijde van Alfa Invest reeds op 7 juni 2011 het initiatief is genomen om een bankrekening op naam van CPS te openen en onduidelijk is gebleven waarom Schaufeli daaraan toen niet heeft meegewerkt. De door Schaufeli gestelde weigering door Hendrikse om de door Alfatech Energy ten behoeve van CPS ontvangen bedragen door te betalen aan CPS, houdt verband met het hierboven aangeduide vermogensrechtelijk geschil tussen de Alfatech-vennootschappen enerzijds en CPS anderzijds en is geen gegronde reden om aan de juistheid van het beleid van CPS te twijfelen. Voorts heeft Schaufeli op geen enkele wijze haar bewering dat Alfa Invest een bedrag van € 295.000 aan CPS heeft onttrokken toegelicht. Ter zitting heeft de advocaat van Schaufeli desgevraagd verklaard niet te weten waarop het genoemde bedrag gebaseerd is.
3.7 Aan Schaufeli moet worden toegegeven dat Hendrikse, reeds gelet op het daarbij bestaande tegenstrijdig belang, onjuist heeft gehandeld bij de totstandkoming van die hierboven onder 2.14 genoemde notariële schuldbekentenis en de daaropvolgende executoriale beslaglegging (zie 3.1 sub v). Deze kwestie rechtvaardigt echter niet het gelasten van een enquête, mede omdat, naar moet worden aangenomen, aan deze schuldbekentenis geen betekenis meer toekomt na het hierboven onder 2.17 genoemde vonnis, waarbij het executoriaal beslag is opgeheven.
3.8 Ook hetgeen Schaufeli overigens heeft aangevoerd is ontoereikend voor toewijzing van het enquête verzoek. Ter terechtzitting is gebleken dat er inmiddels een betalingsregeling is getroffen met de Belastingdienst voor de hierboven onder 2.12 genoemde belastingschuld. Voorts is ter terechtzitting afgesproken dat Alfa Invest c.s. aan Schaufeli op basis van een geconcretiseerd verzoek informatie over het project Hallokaties zal verstrekken (met name projectnummers van geleverde materialen en informatie over omvormers) dan wel dat Schaufeli in de gelegenheid zal worden gesteld ten kantore van die informatie kennis te nemen. Zij heeft niet voldoende duidelijk gemaakt welke informatie nog ontbreekt in aanmerking genomen dat aan de veroordeling in het herstelvonnis van 11 januari 2010 (zie hierboven onder 2.19) gevolg is gegeven. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer bestaat er onvoldoende grond voor het verwijt dat de informatievoorziening jegens Schaufeli te wensen over laat. De omstandigheid dat de Alfatech-vennootschappen op 29 september 2011 een verzoek hebben ingediend tot faillietverklaring van CPS (in dit verzoek nadien hebben ingetrokken) kan, wat daar overigens van zij, niet worden aangemerkt als beleid van CPS en levert dus geen “gegronde reden” in de zin van de wet op. Ook het feit dat de jaarrekening 2009 niet tijdig is gedeponeerd is van onvoldoende gewicht, mede in aanmerking dat deponering inmiddels heeft plaatsgevonden.
3.9 Aldus resteert de door Schaufeli aangevoerde omstandigheid dat de stemming binnen het bestuur en de aandeelhoudersvergadering staken, waardoor er geen besluitvorming mogelijk is. De Ondernemingskamer overweegt dat, zoals de voorzieningenrechter heeft vastgesteld in het hierboven onder 2.15 genoemde vonnis, de samenwerking tussen Schaufeli en Alfa Invest inmiddels feitelijk is beëindigd en Schaufeli de onderneming van CPS feitelijk zelfstandig heeft voortgezet. In datzelfde vonnis is Hendrikse als bestuurder van CPS geschorst. Ter zitting heeft A.F. Schaufeli verklaard dat de bedrijfsvoering thans voldoende oplevert om de lopende kosten, waaronder de salarissen te betalen. Tegen deze achtergrond heeft Schaufeli onvoldoende toegelicht dat het geschil tussen Schaufeli en Alfa Invest tot een impasse heeft geleid die kan worden aangemerkt als een gegronde reden om aan de juistheid van het beleid van CPS te twijfelen. In het bijzonder heeft Schaufeli niet toegelicht ten aanzien van welke onderwerpen besluitvorming noodzakelijk is, die niet kan plaatsvinden door het staken van de stemmen. Daaraan doet niet af dat partijen het erover eens zijn dat herstel van de onderlinge verhoudingen niet meer mogelijk is en dat partijen (vooralsnog) geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over de overname door Schaufeli van de door Alfa Invest gehouden aandelen in CPS, of vice versa.
3.10 Ook overigens heeft Schaufeli geen feiten of omstandigheden gesteld die het gelasten van een enquête rechtvaardigen. De Ondernemingskamer neemt daarbij nog in aanmerking dat het ter zitting naar voren gebrachte standpunt van Schaufeli dat de bevindingen van een door de Ondernemingskamer te benoemen onderzoeker van belang kunnen zijn in de onder 2.20 genoemde bodemprocedure en bij het door Schaufeli te voeren verweer indien zij aansprakelijk zou worden gesteld door de curator ingeval van faillissement van CPS, daartoe ontoereikend is.
3.11 De slotsom is dat de verzoeken zullen worden afgewezen. Schaufeli, in het ongelijk gesteld, zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
veroordeelt Schaufeli Projecten B.V. in de kosten van de procedure, aan de zijde van Alfa Invest B.V., Negensloten Beheer B.V. en Jacob Hendrikse voorlopig begroot op € 3.331;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. E.A.G. van der Ouderaa en mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, raadsheren, prof. dr. J. Klaassen RA, drs. G. Izeboud RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. A.J. van Wees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 22 mei 2012.