ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9885
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Compromis ter zitting over inkomsten uit buitenlands vermogen en belastingaanslagen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 maart 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over belastingaanslagen en boetebeschikkingen die aan belanghebbende waren opgelegd voor de jaren 2001 tot en met 2004. De belanghebbende, aangeduid als eiseres, had bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de premie ziekenfondswet (Zfw). De rechtbank had de belanghebbende in eerdere uitspraken niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen enkele van deze aanslagen, wat door het Hof werd beoordeeld.
Tijdens de zitting op 21 februari 2012 hebben de belanghebbende en de inspecteur een compromis bereikt. Dit compromis hield in dat de vastgestelde navorderingsaanslagen en boeten werden vernietigd, en dat de (primitieve) aanslagen en boeten voor de jaren 2003 en later werden verminderd. De inspecteur had eerder de navorderingsaanslagen IB/PVV 2001, IB/PVV 2002 en Zfw 2002 ambtshalve beoordeeld en verminderd. Het Hof oordeelde dat de rechtbank op goede gronden had geoordeeld over de niet-ontvankelijkheid van de beroepen, maar dat de rechtbank onterecht had geoordeeld over de heffingsrentebeschikking.
Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor wat betreft de niet-ontvankelijkheid van de beroepen tegen de aanslagen IB/PVV 2003 en de bijbehorende boetebeschikking. De aanslag IB/PVV 2003 werd verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 4.433 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 9.419. De boetebeschikking die bij deze aanslag was genomen, werd eveneens vernietigd. De uitspraak is openbaar gemaakt en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.