ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9272
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.H. de Bock
- W.J. Noordhuizen
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Heropening van procedure na royement en beoordeling van schikkingsovereenkomst
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de heropening van een procedure na royement. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.H.F. Overkleeft, heeft verzocht om hervatting van de procedure na een eerdere minnelijke regeling met de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. J.W.S. Peters. De procedure was eerder doorgehaald op verzoek van beide partijen na een schikkingsovereenkomst, waarbij de geïntimeerde had beloofd een flexibel krediet volledig af te lossen. Echter, na de schikking heeft het incassobureau Incassade namens ABN AMRO nog een bedrag van € 2.492,16 geclaimd, wat leidde tot verdere onduidelijkheid over de verplichtingen van de partijen.
De appellant vorderde in zijn akte tot hervatting dat de geïntimeerde de kosten van betekening van executie, ter hoogte van € 5.767,45, aan hem zou voldoen. Het hof overweegt dat partijen in beginsel vrij zijn om de zaak opnieuw op de rol te brengen, maar dat een minnelijke regeling in principe in de weg kan staan aan hervatting. De geïntimeerde heeft echter niet voldoende aangetoond dat er sprake was van een definitieve regeling die de hervatting zou uitsluiten. Het hof concludeert dat de heropening van de procedure is toegestaan, omdat er onvoldoende bewijs is dat de schikkingsovereenkomst de beoordeling van het nieuw opgekomen geschilpunt in de weg staat.
In de beslissing heeft het hof geoordeeld dat de geïntimeerde 50% van de kosten van betekening moet betalen, aangezien deze kosten zijn ontstaan door het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door de geïntimeerde. De overige vorderingen van de appellant zijn afgewezen, omdat er een regeling was getroffen. Het hof heeft de geïntimeerde ook veroordeeld in de kosten van de procedure na hervatting, die op nihil aan verschotten en € 579,-- aan salaris zijn begroot. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken op 21 februari 2012.