ECLI:NL:GHAMS:2012:BV1491
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.E.M. Röttgering
- L.A.J. Dun
- J.A.M. de Wit
- Rechtspraak.nl
Schending van het ne bis in idem-beginsel bij rijden onder invloed en met ongeldig rijbewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 januari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte was eerder op 20 januari 2011 een strafbeschikking opgelegd voor het rijden onder invloed van alcohol, terwijl hij niet in het bezit was van een geldig rijbewijs. De strafbeschikking was opgelegd naar aanleiding van een incident op 9 mei 2010 te Zandvoort. De raadsman van de verdachte voerde aan dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk moest worden verklaard in de vervolging, omdat er sprake zou zijn van schending van het ne bis in idem-beginsel, zoals neergelegd in artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht. Dit beginsel houdt in dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit kan worden vervolgd.
Het hof overwoog dat de verdachte op 9 mei 2010 was aangehouden voor het rijden zonder geldig rijbewijs en dat de strafbeschikking en de huidige tenlastelegging betrekking hadden op dezelfde feiten. Het openbaar ministerie had ervoor gekozen om zowel een strafbeschikking als een dagvaarding uit te vaardigen, wat volgens het hof niet in overeenstemming was met het ne bis in idem-beginsel. Het hof concludeerde dat de verdachte door de dagvaarding thans twee keer voor hetzelfde feit werd vervolgd, wat leidde tot de beslissing dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk was in zijn vervolging.
Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en verklaarde het openbaar ministerie niet ontvankelijk in de strafvervolging. Deze uitspraak benadrukt de belangrijke bescherming die het ne bis in idem-beginsel biedt aan verdachten in het strafrecht, en de noodzaak voor het openbaar ministerie om zorgvuldig om te gaan met vervolgingen die betrekking hebben op dezelfde feiten.