Uitspraak
mr. M.Ph.A. Senders, advocaat te Waalre,
mr. F. van der Woude, advocaat te Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kamer van toezicht over notarissen en kandidaat-notarissen te Amsterdam. De klaagster, een rechtspersoon gevestigd op de Britse Maagdeneilanden, had een klacht ingediend tegen de notaris, maar werd door de kamer niet-ontvankelijk verklaard. De klaagster heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft geoordeeld dat dit te laat was ingediend. De beroepstermijn, die volgens artikel 107 van de Wet op het notarisambt dertig dagen bedraagt, eindigde op 4 april 2011. Het verzoekschrift van klaagster is pas op 5 april 2011 ingekomen, wat betekent dat de termijn was overschreden.
De gemachtigde van klaagster heeft geprobeerd aan te tonen dat er bijzondere omstandigheden waren die de overschrijding van de termijn zouden kunnen rechtvaardigen. Echter, het hof heeft geoordeeld dat er geen dergelijke omstandigheden zijn gesteld of gebleken. Het hof heeft de klaagster in de gelegenheid gesteld om nadere stukken in te dienen, maar de argumenten die zijn aangevoerd waren niet voldoende om de niet-ontvankelijkheid te weerleggen.
Uiteindelijk heeft het hof de klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen de beslissing van de kamer van 3 maart 2011. Deze uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de beroepstermijnen in het notarisambt en de gevolgen van het niet tijdig indienen van een beroepschrift.