Uitspraak
1.[naam],
[naam],
Gerechtshof Amsterdam
In deze tuchtrechtelijke procedure hebben klagers, bestaande uit twee personen, een klacht ingediend tegen een notaris. De klacht betreft de uitvoering van de overdracht van een registergoed, waarbij klagers stellen dat de notaris zijn taak slecht heeft verricht. Klagers beweren dat de notaris in gebreke is gebleven door de gehele koopsom aan de verkopers uit te keren, terwijl er afspraken waren gemaakt over het achterhouden van een deel van de koopsom vanwege geconstateerde gebreken aan het huis. Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat er geen depotovereenkomst is gesloten, ondanks dat er gesprekken over zijn gevoerd. Het hof concludeert dat de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door de koopsom uit te keren, maar dat hij wel had moeten communiceren dat een depotovereenkomst niet mogelijk was omdat de verkopers niet akkoord gingen. Hierdoor hebben klagers de kans ontnomen gekregen om zich te beraden over de ondertekening van de akte van levering. Het hof heeft het eerste klachtonderdeel gegrond verklaard en de notaris een waarschuwing opgelegd. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken op 3 april 2012.