ECLI:NL:GHAMS:2012:4343

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 november 2012
Publicatiedatum
23 juni 2013
Zaaknummer
200.094.400-01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van zorgplicht door notaris bij uitbetaling verkoopopbrengst woning

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over een klacht van klaagster tegen haar notaris. Klaagster had eerder een klacht ingediend bij de kamer van toezicht over de notarissen in 's-Hertogenbosch, die op 15 september 2011 ongegrond was verklaard. Klaagster stelde dat de notaris zijn zorgplicht had geschonden door de verkoopopbrengst van haar woning ten onrechte op de bankrekening van haar moeder uit te betalen. Het hof oordeelde dat klaagster terecht had aangevoerd dat de notaris tekort was geschoten in zijn verplichtingen. Het hof verwees naar een eerdere uitspraak van 3 mei 2011, waarin een soortgelijke klacht van de broer van klaagster gegrond was verklaard. Het hof oordeelde dat de notaris niet had voldaan aan de eisen van artikel 25 van de Wet op het notarisambt, die vereist dat een notaris een bijzondere rekening aanhoudt en de gelden alleen uitbetaalt aan de rechthebbenden onder de juiste voorwaarden. Het hof vernietigde de beslissing van de kamer van toezicht en verklaarde de klacht gegrond, maar zag af van het opleggen van een maatregel, aangezien de notaris al eerder was gewaarschuwd. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Bij vervroeging.
Beslissing van 6 november 2012 in de zaak van:
[klaagster],
wonende te [woonplaats],
APPELLANTE,
gemachtigde:
[naam],
tegen
[de notaris],
notaris te [plaats],
GEÏNTIMEERDE.
1.
Het geding in hoger beroep
1.1. Van de zijde van appellante, verder klaagster, is bij een op 23 september 2011 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift - met bijlagen - tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement
‘s-Hertogenbosch, hierna de kamer, van 15 september 2011, waarbij de kamer de klacht van klaagster tegen geïntimeerde, verder de notaris, ongegrond heeft verklaard.
1.2. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 27 september 2012. De gemachtigde van klaagster en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde van klaagster aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota.
2.
De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.
3.
De feiten
Het hof verwijst voor de feiten kortheidshalve naar hetgeen is opgenomen en overwogen in de beslissing van dit hof van 3 mei 2011 (zaaknummer: 200.076.156/01), die is gegeven naar aanleiding van een klacht die de broer van klaagster (tevens gemachtigde in de onderhavige procedure) tegen de notaris heeft ingediend met betrekking tot dezelfde kwestie.
4.
Het standpunt van klaagster
4.1. Op grond van artikel 25 van de Wet op het notarisambt (Wna) is een notaris verplicht een bijzondere rekening aan te houden. De notaris heeft als rekeninghouder het beheer over die kwaliteitsrekening. De deelgenoten zijn de rechthebbenden en zij hebben een vorderingsrecht onder ontbindende of opschortende voorwaarden. Klaagster verwijt de notaris dat hij is tekort geschoten in zijn beheer over de kwaliteitsrekening omdat hij van die rekening gelden heeft uitbetaald, zonder de opschortende of ontbindende voorwaarden te betrachten.
4.2. Voorts verzoekt klaagster het hof de notaris te verzoeken c.q. te bevelen het bankafschrift waaruit blijkt van welke bankrekening de gelden zijn overgemaakt over te leggen.
5.
Het standpunt van de notaris
De notaris heeft betwist zijn zorgplicht te hebben geschonden. Met de kamer is de notaris van oordeel dat hij aan degene die tot het geld was gerechtigd, heeft uitgekeerd.
6.
De beoordeling
6.1. Het hof is van oordeel dat klaagster terecht naar voren heeft gebracht dat de notaris zijn zorgplicht jegens haar heeft geschonden door de verkoopopbrengst van de woning [adres] ten onrechte op de bankrekening van de moeder van klaagster uit te betalen. Aangezien het hof in de hiervoor onder 3. genoemde onherroepelijk geworden beslissing van 3 mei 2011 een soortgelijke klacht van de broer van klaagster gegrond heeft verklaard, verwijst het hof ter motivering kortheidshalve naar hetgeen in die uitspraak in rechtsoverweging 6.1. is overwogen. Dit betekent dat de klacht die de broer van klaagster namens haar heeft ingesteld, eveneens gegrond wordt verklaard.
6.2. Nu de klacht in de hiervoor genoemde beslissing van het hof reeds gegrond is verklaard en de notaris de maatregel van waarschuwing is opgelegd, ziet het hof thans af van het opleggen van een maatregel.
6.3. In hetgeen klaagster in haar beroepschrift naar voren heeft gebracht vindt het hof geen grond om haar verzoek de notaris te verzoeken c.q. te bevelen het door klaagster bedoelde bankafschrift over te leggen, te honoreren.
6.4. Nu het hof tot een ander oordeel is gekomen dan de kamer, kan de beslissing van de kamer niet in stand blijven.
6.5. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als niet ter zake dienend, buiten beschouwing blijven.
6.6. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
7.
De beslissing
Het hof:
- vernietigt de beslissing waarvan beroep en opnieuw rechtdoende:
- verklaart de klacht gegrond, doch ziet af van het opleggen van een maatregel.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.D.R.M. Boumans, J.C.W. Rang en C.P. Boodt en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 6 november 2012 door de rolraadsheer.
KLN 11.09
15 september 2011
DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET ARRONDISSEMENT 's-HERTOGENBOSCH
neemt de navolgende beslissing op de klacht van [naam], namens[klaagster], hierna te noemen klager, tegen [de notaris], notaris te [plaats], hierna te noemen de notaris.

1.De procedure

1.1.
Op26 april 2011 heeft klager namens zijn zus een klacht geformuleerd tegen de notaris.
1.2.
De plaatsvervangend voorzitter van de kamer van toezicht heeft de zaak verwezen naar de volle kamer.
1.3.
De kamer van toezicht heeft de klacht behandeld ter openbare vergadering van 21 juli 2011. Klager is verschenen. De notaris is hoewel behoorlijk hiertoe opgeroepen niet verschenen.

2.De klacht en het verweer daartegen

2.1
Klager stelt, zakelijk weergegeven, het navolgende.
De notaris is volgens artikel 25 van de Wet op het notarisambt verplicht een bijzondere rekening aan te houden. De notaris heeft als rekeninghouder het beheer over die kwaliteitsrekening. De rechthebbenden zijn de deelgenoten en zij hebben een vorderingsrecht onder ontbindende of opschortende voorwaarden. De notaris is tekort geschoten in zijn beheer over die rekening omdat hij onder meer van die rekening gelden heeft uitbetaald zonder de opschortende of ontbindende voorwaarden te betrachten.
2.2
De notaris heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid op de klacht te reageren.

3.De beoordeling

3.1
Klager heeft gesteld dat de notaris gelden heeft uitbetaald van zijn bijzondere rekening, zonder het vorderingsrecht onder ontbindende of opschortende voorwaarden van de rechthebbenden te betrachten. Genoemde stelling van klager is op geen enkele wijze en daarmee onvoldoende onderbouwd.
De kamer van toezicht is van oordeel dat de klacht ongegrond verklaard dient te worden.

5.De beslissing

De kamer van toezicht:
verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gegeven te 's-Hertogenbosch door mr. S.J.G.N.M. Willard, plaatsvervangend voorzitter,
mr. M.A.M. Kessels, mr. M.H.G. Giesbers, leden, mr. H.G. Robers en mr. G. Pooters, plaatsvervangende leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 september 2011, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift  binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.