In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter te Alkmaar, waarin [geïntimeerde] werd toegewezen in zijn vordering tot terugbetaling van een lening van € 3.000,-. De lening was verstrekt door [geïntimeerde] aan [appellant], die deze zou hebben aangenomen voor de Tamil Coordination Committee (TCC), een organisatie die fondsen werft voor de Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE). De kern van het geschil draait om de vraag of [appellant] aansprakelijk is voor de terugbetaling van het geleende bedrag, gezien zijn rol als gevolmachtigde van TCC.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] het bedrag niet voor zichzelf heeft aangenomen, maar als vertegenwoordiger van TCC, en dat [geïntimeerde] op de hoogte was van deze rol. De overeenkomst die tussen partijen was gesloten, werd door het hof als een lening beschouwd, waarbij de terugbetaling afhankelijk was van een lotingssysteem. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat [appellant] persoonlijk aansprakelijk was voor de terugbetaling van de lening, en dat de betaling door [geïntimeerde] niet aan [appellant] persoonlijk was gedaan.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van [geïntimeerde] afgewezen. Tevens werd [geïntimeerde] veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties. Dit arrest is gewezen op 4 december 2012 door een meervoudige kamer van het Gerechtshof Amsterdam.